Het voormalige GYMNASTIEK-EN KLEEDRUIMTELOKAAL is gebouwd in 1867 en nadien diverse keren verbouwd, voor het laatst tussen 1984 en 1986. In 1918 werd de gymnastiekzaal verbouwd tot woning van de conciërge en de kleedruimte tot ketelhuis. De kleedruimte is thans electriciteitshuisje en opslagplaats, de vroegere gymnastiekzaal werd woonruimte voor de decaan.

Omschrijving

Het kleine gebouw bestaat uit een rechthoekige ruimte met een aangebouwd langer rechthoekig deel met eigen zadeldak waarop nieuwe leien. De gevels zijn opgetrokken uit handvorm baksteen.

Het linkergedeelte herbergde de gymnastiekzaal. De voorgevel bezit een gepleisterde plint en hoeklisenen. In het midden een paneeldeur met bovenlicht en aan weerszijden een vierruits raam.

Het zadeldak wordt in het midden doorbroken door een steekkap onder zadeldak met vierruits raam. De linker zijgevel bezit hoeklisenen in de topgevel eindigend in siermetselwerk. Het vierruits venster op de begane grond wordt geflankeerd door een gepleisterde steunbeer. Op zolder bevinden zich twee T-vensters De rechterzijgevel heeft eenzelfde baksteengeleding. De zolderetage komt met openslaande deuren uit op het bouwlid met plat dak, dat de onderlinge verbinding vormt. De voormalige kleedruimte heeft behalve de siergeleding in de zijgevels weinig oorspronkelijks meer. Ramen en deuren zijn vervangen door dichte stalen exemplaren. De achtergevels van beide bouwdelen worden aan het oog onttrokken door diverse aanbouwen en dichte groenvoorziening.

Waardering

Het voormalige gymnastieklokaal is van algemen belang. Het heeft cultuurhistorische waarden als getuigenis van de ontwikkeling van het openbaar onderwijs in het zuiden van Nederland en is tevens van belang als vroeg voorbeeld van de typologische ontwikkeling van de gymnastiekzalen. Het heeft architectuurhistorische waarde als voorbeeld van de eenvoudige schoolarchitectuur van na 1850 en heeft belang als voorbeeld van het werk van de voor het Rijk werkzame architect Vermeijs.

BRF.52A