Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
513145
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82957/152
Kadastrale aanduiding
Doesburg C 3151
Ooipoortstraat 3, 6981 DS te Doesburg

Omschrijving

Inleiding

Eenlaags dwars BEDRIJFSPAND, in 1904 in de huidige verschijningsvorm tot stand gekomen door verbouwing van een ouder pand, dat tenminste uit de 17de eeuw stamt. Het pand ligt in de middeleeuwse stad, in de rooilijn, tussen direct aansluitende buurpanden.

De oorspronkelijke functie van dit gebouw valt vooralsnog niet na te gaan.

Vóór 1904 had het pand een wit gepleisterde voorgevel met, net als nu, rechts een deur, links een venster. Het venster en het hoge bovenlicht van de ingang, beide getoogd, hadden een kleine roedeverdeling. De kap was een stijl zadeldak evenwijdig aan de rooilijn, veel steiler dan de huidige kap van het linker buurpand; in de tussenmuur tekent zich buitendaks de oude daklijn af.

Omschrijving

Van het oorspronkelijke PAND zijn de muren over, met uitzondering van de voorgevel, en de balklaag. Deze kap werd tussen 1904 en 1922 na een brand vervangen door de huidige. In 1910 werd de relatief smalle ingang verbreed.

De samengestelde eiken balklaag bestaat uit één moerbalk loodrecht op de voorgevel, twee strijkbalken en kinderbinten. De moerbalk is afgewerkt met een smalle kraal, er zijn geen sleutelstukken aanwezig. De dunne strijkbalken liggen op ca 20 cm afstand van de zijmuren terwijl de kinderbinten eroverheen doorlopen naar de muur toe; mogelijk is dit gedaan om uitgebouwde rookkanalen zonder raveling te kunnen laten passeren. Rechts is één console aanwezig om de strijkbalk te steunen, naast de plaats waar zich vermoedelijk een rookkanaal bevond. Het kinderbint dat op deze plaats aanloopt, is van een geringere zwaarte dan de overige. Het schoorsteenkanaal in de linker zijmuur is naar beide zijden uitgebouwd en functioneert nog ten dienste van het buurpand: mogelijk is hier sprake van een gemene muur. De verjonging in de rechter zijmuur boven de zoldervloer is het gevolg van herbouw van de muur boven dit niveau, in latere - kleinere - steen.

De gordingenkap van rond 1910 bevat twee kreupele spanten. De kelder heeft in de linker zijmuur een kaarsnis, gedekt met een keperboog. Hiernaast lijkt een nis op een gedichte doorgang naar de buurkelder te wijzen. De enkelvoudige begane-grondvloer is ouder dan 1910, maar eindeloos gerepareerd. Het zadeldak, evenwijdig aan de voorgevel, draagt rode, oud-Hollandse pannen. De VOORGEVEL is een ongepleisterde lijstgevel met in het midden een Vlaamse gevel, waarachter de dakkapel met een zadeldakje aan het voorschild van de kap is aangekapt. De eenvoudige witte gootlijst staat op sierlijke gootklossen. Hieronder loopt een wat uitstekend fries, bestaande uit twee rijen in blokmotief geordende koppen, beurtelings twee staande koppen, gevolgd door twee gele, liggende stenen. Beide rijen worden gescheiden door een laag gele strekken. Het is opmerkelijk dat het centrale element, de Vlaamse gevel, gespeend is van alle versiering. Van het zolderraam is het onderste deel door een middenroede gedeeld, het bovendeel kent een kleine roedeverdeling. De onderdorpel is gemetseld uit profielsteen. De bovendorpel is met cement afgewerkt als een imitatie-natuursteen latei. Hierboven ligt een segmentboog als ontlasting. De top is afgewerkt met een halfsteens rollaag. In de hoge strook tussen begane grond en gootlijst zijn vier sterk gestileerde sierankers in art-nouveaustijl geplaatst. Deze markeren de ritmering van de er onder gelegen gevelopeningen; het anker links van het midden is dan ook evident overbodig, aangezien het pand maar één moerbalk heeft.

De linker helft van de gevel bevat twee kloostervensters met in de bovenlichten een kleine roedeverdeling (3 x 3 ruiten). De linker ruit bevat nog het vooroorlogse opschrift 'Lederwaren', de rechter ruit is vervangen. Oorspronkelijk hadden de benedenvakken luiken. De onderdorpels zijn uit profielsteen opgebouwd. De bovendorpels bestaan uit een halfsteens rollaag, die deels is afgeschuind met een accent in het midden. Door de bepleistering lijkt dit een natuurstenen latei. Beide vensters worden visueel gekoppeld door een kalk-zandstenen segmentboog.

De gevel bevat rechts de ingang achter twee hardstenen treden, waarvan de voorste beduidend smaller is dan de ingang en niet afgewerkte zijkanten heeft. De deuren bestaan samen uit drie delen. Het bovenlicht kent een kleine roedeverdeling, waarbij iets zwaarder uitgevoerde roeden voor een driedeling zorgen. Op de H-balk erboven is in sierlijke letters 'ZADELMAKERIJ' geschilderd: het opschrift stamt uit 1922. Een kalkzandstenen rollaag dekt de H-balk af. De bij de gevel behorende ingang was smaller: de dubbele deur had de breedte van de losse trede - mogelijk is dit de oude onderdorpel. Aan de bovenzijde was de ingang afgewerkt conform de vensters: een imitatie-natuurstenen latei onder een segmentboog. In 1922 werd de ingang naar rechts verbreed toen het bedrijf ook voertuigen ging bekleden. Ter hoogte van de boven, midden en onderdorpel van de vensters loopt over de volle breedte van de gevel een witte lijst, gevormd door een halfsteens rollaag van kalk-zandsteen. De gepleisterde en nu donkerblauw/grijs geschilderde plint wordt doorbroken door de keldertoegang onder een segmentboog. Stalen luiken sluiten deze toegang in het gevelvlak af, liggende stalen luiken bedekken het keldergat in de stoep.

De LINKER en RECHTER ZIJGEVEL zijn ingebouwd.

De ACHTERGEVEL heeft - van achter gezien - rechts een dubbele deur en links ervan twee hoog geplaatste vensters. Het deel geheel rechts is nu ingebouwd. Vermoedelijk stamt de gevel ten dele nog terug uit de oudste fase en is de gevel gepleisterd om de ingrepen, zoals het aanbrengen van de gevelopeningen en mogelijk het vernieuwen van het bovenste deel, te camoufleren. Van de zeer brede dakkapel op het achterschild fungeerde het nu door de doorgetrokken goot in tweeën gedeelde rechter deel als laaddeur. Het INTERIEUR: de werkruimte is ongedeeld, evenals de kelder. De zolder bevat houten binnenwanden. Een lange, open steektrap leidt langs de rechter zijwand via een luik naar de zolder. De zadelmakerij is niet alleen herkenbaar aan de vermelding van deze functie op de gevel, het interieur heeft de complete inrichting van het nu vooral als atelier voor lederwaren functionerende bedrijf bewaard. De aan de Meipoortstraat, op nummer 6 gelegen, bijbehorende winkel staat via een binnenplaats met de werkplaats in verbinding. Onder de vele leerbewerkingsatributen valt een haamleest op. In de kelder staan ook nog diverse oude machines.

Waardering

Het eenlaags dwarse HUIS is van oude oorsprong, tenminste uit de 17de eeuw. Het is sinds lang in gebruik als WERKPLAATS.

- van architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een bedrijfspand uit het begin van deze eeuw, in een eenvoudige overgangsarchitectuur vormgegeven.

- van industrieel-archeologische waarde, omdat het in de voorgevel de bedrijfsfunctie duidelijk toont; diverse apparaten voor de leerbewerking zijn nog aanwezig.

- van bouwhistorische waarde als grotendeels bewaard pand uit tenminste de 17de eeuw, dat met geringe aanpassingen voor de huidige functie geschikt is gemaakt. Het casco met de samengestelde balklaag is van belang.

- van stedenbouwkundige waarde vanwege de positieve rol in het historische straatbeeld.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Handelsgebouwen, opslag- en transportgebouwen Winkel (G) Leerwinkel Zadelmakerij

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
verbouwing
1904
1904
exact
Verbouwing van verm. uit 17de eeuw daterend pand
verbouwing
1910
1922
globaal

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing