Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
513148
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82957/190
Kadastrale aanduiding
Doesburg C 2214
Doesburg C 2213
Ooipoortstraat 58, 6981 DW te Doesburg
Ooipoortstraat 60, 6981 DW te Doesburg

Omschrijving

Inleiding

Tweebeukig dwars WINKELWOONHUIS, van twee bouwlagen, deels van middeleeuwse oorsprong, met gevel uit het midden van de 19de eeuw en winkelpui uit 1910.

Het pand ligt in de middeleeuwse stad, in de rooilijn, met rechts een eigen achterom.

Omschrijving

De VOORGEVEL heeft een in hoofdzaak symmetrische opzet met vijf vensterassen, met als extra toevoeging een fraaie winkelpui voor de rechter twee traveeën. De eenvoudige architectuur heeft als rijkste element de ingangspartij met pilasters en hoofdgestel in de middelste van de drie links resterende assen. Deze harmonische gevel uit het midden van de 19de eeuw verdoezelt bewust dat het achterliggende pand een eeuwenoude geschiedenis kent.

De rechter en linker vensteras liggen tussen brede muurdammen, de drie middelste vensterassen sluiten dichter op elkaar aan. De reden is dat rechts van de linker vensteras een zeer dikke binnenmuur geen geveldoorbreking toeliet; voor het gevelbeeld werd rechts deze onregelmatigheid enigszins herhaald om dit feit te verbergen. Wel zijn in de genoemde muurdammen rechts één, links twee muurankers per bouwlaag aangebracht: de dikte van de binnenmuur is hieraan goed afleesbaar. De genoemde dikke bouwmuur scheidt twee middeleeuwse bouwdelen: de linker vensteras behoort tot een apart bouwdeel, dat een opkamer boven een hoog gelegen kelder bevat en ook op zolder een hoger vloerniveau kent. Deze kelder, met een gedrukt tongewelf, is 2,50 m hoog. Een dichtgezette opening in het gewelf, achteraan, links van het midden wijst op een naar achter draaiende trap of kelderlicht. Relatief jong zijn de muurtjes die rechts nissen vormen. Het vloerpeil boven de kelder ligt 40 cm hoger dan dat van de rest van het pand; de vloer boven de opkamer scheelt nog 15 cm met het rechter deel. De stookplaats bevindt zich in het midden tegen de linker zijmuur. Het rechter bouwdeel is vier traveeën breed en heeft een vermoedelijk oude stookplaats midden tegen de eindgevel. Links bevat ook dit deel een middeleeuwse kelder. Deze is heeft een troggewelf, 1,80 m hoog, eveneens loodrecht op de rooilijn. De huizige stenen keldertrap, links-achter, begint met enkele treden binnen de kelder. Een diepe nis rechts in de rechterwand is een restant van de oorspronkelijke keldertrap. In de linkerwand, die doorbroken is om toegang te geven tot de linker kelder, is achteraan een 30 cm diepe kaarsnis aanwezig. Beide kelders zijn niet gelijktijdig gebouwd. De gevel onderscheidt een woning van drie traveeën links en een winkel rechts, van twee traveeën. De winkelpui rechts behoort bij de inrichting van dit deel van het pand tot bakkerij in 1910, voor H. Wall. Nadien werd ten behoeve van deze functie een aparte bakkerij in de tuin gebouwd. Momenteel heeft het gehele pand een woonfunctie, maar deze heeft het karakter van de winkelpui niet aangetast. De oorspronkelijke MIDDELEEUWSE bouw is goed herkenbaar aan de rechter zijgevel en aan de kappen op beide bouwdelen langs de straat. Deze laatste zijn, hoewel gewijzigd door het aanbrengen van zijschilden, in wezen bewaard gebleven. Links gaat het om een sporenkap - gezien de breedte is een spant hier niet noodzakelijk -waarvan drie sporenparen nog haanhouten hebben. Rechts heeft de kap vier spanten en sporen met haanhouten. De eiken spanten hebben geritste telmerken, van rechts naar links nummerend. De "krommers" missen hun kromming, kennelijk is de vloer omhoog gebracht zonder de kap te verhogen. De spantbenen zijn dan aan de onderzijde ingekort. Het voorste dakschild is wat opgetild en rust met een hulpconstructie op de oude kap: kennelijk is de voorgevel wat verhoogd. Deze zijde heeft een lage borstwering, de achterzijde mist deze. Rechts zijn twee halve genen jukken ingebracht voor het zijschild. De enkelvoudige balklaag van dit rechter bouwdeel bevat loodrecht op de voorgevel balken die in dikte variëren van tenminste 19 cm tot ca 30 cm: vermoedelijk zijn moerbalken secundair gebruikt. De naden van de vloerdelen zijn met dunne latjes afgetimmerd tegen stof. Dat kon omdat de zolder slechts een zeer beperkt gebruik als berging had en heeft.

Het linker bouwdeel heeft beduidend dikkere bouwmuren dan het rechter, een eerdere bouwdatum als zelfstandig bouwwerk vormt de meest voor de hand liggende verklaring. De plattegrond ervan loopt wat scheef naar rechts weg.

Van het rechter bouwdeel is een datering in de 15de eeuw zeer wel denkbaar, het linker deel zou dan ouder kunnen zijn.

De huidige gang loopt van de voordeur tot een dwarsmuur, die een deel van de oude achtergevel van de voorste beuk is. De nis onder keperboog hierin is mogelijk een oorspronkelijke kaarsnis, die de eeuwen overleefd heeft en dan aangeeft dat het huidige vloerpeil dat van de middeleeuwen benadert. Het schilddak draagt machinale gesmoorde oud-Hollandse pannen. In het midden staat bovenaan op het voorschid nog een lage, zeer smalle schoorsteen. Er zijn geen dakkapellen.

De veel minder diepe ACHTERSTE BEUK is in de 19de eeuw toegevoegd, al dan niet gelijk met de vervanging van de voorgevel, die in het midden van die eeuw het pand zijn huidige aanzicht gaf. De eindgevels bevatten stookplaatsen. Het schilddak rust op een eenvoudige jufferkap met sporen. In de VOORGEVEL wijst de gesneden voeg met dunne stootvoegen op de bouw in het midden van de 19de eeuw. De geprofileerde kroonlijst verbergt de rollagen of strekken van de verdieping, die alle enige verzakking tonen. Rechte ankers benadrukken de ritmering van de gevel. Op de verdieping hebben de forse kozijnen met kraal vernieuwde vierruits schuiframen. De in de linker helft centraal gelegen ingang van het woonhuis heeft een houten omlijsting met geblokte pilasters, die een hoofdgestel dragen. De begane grond heeft links een schuifraam zonder roedeverdeling met een kozijn van dezelfde zwaarte als dat op de verdieping, maar hier voorzien van luiksponningen. De strek is lichtelijk getoogd. Rechts van de ingang bevindt zich direct tegen de deuromlijsting een klein kelderlicht voor de rechter kelder. Het begane-grondvenster rechts ziet er hetzelfde uit als het linker, maar het is niet oorspronkelijk, zoals de strek uit een gladdere steen verraadt. De symmetrische WINKELPUI heeft aan iedere zijde van de ingang een gemetselde, wit geschilderde borstwering met hierover de grijze plint doorgetrokken, die de ongepleisterde voorgevel over de volle breedte bezit. Op de borstwering staan vier pilasters, waarvan de twee buitenste wat naar voren komen en derhalve ook uit de bostwering en kroonlijst steken. Beide etalageruiten hebben een driedelig bovenlicht, de tussendorpel loopt als kalf door over de ingang, waarboven een tweedelig bovenlicht. Op dezelfde hoogte zijn de pilasters van een horizontaal lijstje voorzien. Hierboven en hieronder zijn ze voorzien van nu rood geschilderde cannelures. De glasdeur is niet origineel. Doordat het rechterdeel van het pand na het vervallen van de bedrijfsfunctie ook als woonruimte in gebruik is genomen, fungeert deze ingang niet meer als zodanig. Toch is het karakter van het pand door deze verandering niet geschaad: er zijn geen bouwkundige aanpassingen in de gevel uitgevoerd. De LINKER ZIJGEVEL is grotendeels ingebouwd, het vrijliggende deel is gepleisterd. De vrij blinde, ongepleisterde RECHTER ZIJGEVEL toont veel van de geschiedenis van het pand. Diverse gevelopeningen zijn in de loop der tijden ingebracht en weer gedicht. Van drie herkenbare ingangen is er nu één aanwezig, de weinige vensters zijn ook niet oorspronkelijk. De tweelaags ACHTERGEVEL is nu deels ingebouwd. Het - van achter gezien - rechter deel bevat twee vensterassen, vrij dicht bij elkaar geplaats en aansluitend bij de breedte van het vierkante bouwdeel in de voorste beuk. Het linker deel is drie vensterassen breed, maar gaat ten dele schuil achter een aanbouw .

Waardering Het WINKEL-WOONHUIS verbergt zijn een middeleeuwse oorsprong achter een 19de-eeuwse gevel.

- van architectuurhistorische waarde is de 19de-eeuwse gevel en de vroeg 20ste-eeuwse winkelpui.

- van bouwhistorische waarde is het casco, waarin met name de kap een belangrijke rol speelt.

- van stedenbouwkundige waarde vanwege de positieve rol in het historische straatbeeld als fors pand nabij de ingang van de stad.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Werk-woonhuis Winkelwoning

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
verbouwing
1850
1850
globaal
Verbouwing van oorspr. middeleeuws pand
verbouwing
1910
1910
exact
winkelpui

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing