Registergegevens
Monumentgegevens
- Monumentnummer
- 513242
- Inschrijving register
- Kadaster deel/nr
- 82790/13
- Internationaal kenteken
- Nee
- Kadastrale aanduiding
-
Bussum E 5387
Omschrijving
Inleiding
VILLA Meentwijck, in 1912 ontworpen door K.P.C. de Bazel in opdracht van H.N. de Fréméry. Het pand is gebouwd in een speciaal door De Bazel ontwikkelde stijl waarin met elkaar zijn gecombineerd: een rationele opzet volgens het door De Bazel ontwikkelde proportiesysteem met diagonalen onder een hoek van 45 graden; een vrijwel symmetrisch ingedeeld bouwlichaam in ongepleisterde baksteen, geïnspireerd op sobere 17de- en vroeg 18de-eeuwse Hollandse baksteenarchitectuur; elementen uit inheemse landelijke bouwkunst, zoals het ver naar beneden doorlopende schilddak; en tevens onderdelen ontleend aan de Engelse landhuisbouw, zoals erkers en onderdelen in het interieur, onder meer de centrale hal met trap.
Het pand is gelegen aan de westzijde van de Groot Hertoginnelaan. Van de oorspronkelijke erfafscheiding resteren TWEE INGANGSPARTIJEN: het ingangshek in de as van het huis en aan de zuidoost zijde van het perceel bevindt zich een oprit naar de linker zijde van het terrein geflankeerd door houten palen, waartussen een (vernieuwde) balk. De villa wordt omgeven door een TUINAANLEG met terrassen en een grote tuin met een formeel karakter, vermoedelijk naar ontwerp van De Bazel en D.F. Tersteeg. In 1975 is de tuin gehalveerd ten behoeve van de bouw van een medisch centrum op het westelijk deel van het perceel. Waarschijnlijk is vrij kort na de bouw de veranda aan de zuidzijde dichtgezet tot serre. In 1953 is de rieten dakbedekking vervangen door leipannen. In 1963 is de bijkeuken aan de noordzijde in westelijke richting uitgebreid. In 1985 is de noordelijke aanbouw verbouwd tot garage en is de interne indeling (in geringe mate) gewijzigd.
Omschrijving
Vrijstaand woonhuis, gebouwd op een rechthoekige plattegrond, voorzien van diverse uitgebouwde gedeelten. Het hoofdgedeelte bestaat uit een bouwlaag met een hoog opgaand schilddak, dat twee verdiepingen bevat, met noklijn evenwijdig aan de straat. De voorzijde (O) van de villa heeft aan beide uiteinden een naar vorenspringend gedeelte van een bouwlaag onder minder hoog opgaand schilddak dat in het grote dak is ingelaten. De daken (in oorsprong met riet, in 1952 met rode leipannen gedekt) hebben op de ontmoetingspunten van de hoekkepers met de nok van het dak twee grote rijk gedetailleerde schoorstenen op de hoekpunten en in het midden door een zeszijdige dakruiter met lantaarn en kegeldak, voorzien van een vergulde windvaan in de vorm van een driemaster. De muren zijn opgetrokken uit een geelrode baksteen, gemetseld in kruisverband, en de plint bestaat uit een trasraam van donkerrode baksteen in kruisverband met een rollaag. Ter hoogte van de bovenkant van de vensters loopt een cordonlijst (een uitstekende baksteenlaag). De ramen van het huis zijn voorzien van een roedenverdeling en een aantal ervan heeft paneelluiken. Het ver uitstekende dak (zonder dakgoot omdat het in oorsprong met riet was gedekt) wordt ondersteund door zware, rijk geprofileerde consoles.
De voorgevel (O) is symmetrisch ingedeeld. De risalerende hoekvolumes hebben op de begane grond elk in het midden een dubbel stolpraam met 10-ruitsvenster en luiken. De terugliggende gevel van de middenpartij heeft in het midden een deur met aan weerszijden drie smalle staande vensters. De middenpartij wordt geaccentueerd door een houten loggia met houten hek en een dakkapel met houten topgevel met verticaal beschot. Het risalerende loggiahek wordt ondersteund door twee vierkante kolommen met gesneden boveneinden en een natuurstenen voet, elk geplaatst op de kruising van twee elkaar loodrecht snijdende bakstenen borstweringen. De borstweringen omvatten een houten plank, zodat aan weerszijden van de voordeur een zitje is gecreëerd. De getoogde voordeur heeft twee smalle zijlichten en bestaat uit twee helften. In de bovenhelft bevindt zich een ruitvormig raampje. Op de loggia opent een dubbele deur met roedenverdeling. Hoog in het grote schilddak zijn twee kleine getoogde dakkapellen geplaatst met halfronde raampjes. De kap wordt bekroond twee schoorstenen op de hoekpunten en een centrale zeszijdige dakruiter met lantaarn en een kegeldak, voorzien van een vergulde windvaan in de vorm van een driemaster. De achtergevel (W) is symmetrisch ingedeeld en heeft een middenrisaliet met aan weerszijden daarvan een laag geplaatst klein vrijwel vierkant raam en een erker met schuifraam en smalle staande ramen in de schuine zijvlakken. De middenrisaliet heeft een groot vierdelig kozijn - de twee middelste delen fungeren als openslaande deuren - met verticale ramen. De middenpartij wordt naar boven toe verlengd, iets boven de dakvoet verbreed en afgesloten met een zadeldak dat in het grote schilddak is ingelaten. De zijvlakken en de dakschilden van deze dakuitbouw van twee bouwlagen zijn bedekt met leien. De daklijst boven de begane grond wordt ter plekke van het middenrisaliet doorbroken door een balkon voorzien van een houten balustrade. Beide uiteinden van het balkon zijn boven de balustrade dichtgezet met een venster. Het terugliggende gevelvlak heeft een vierdelig kozijn als op de begane grond, maar met roedenverdeling. Ter weerszijden van het balkon bevindt zich een terugliggend raam. De topgevel is dichtgezet met verticale delen en heeft een venster met drie ramen. De linker zijgevel (Z) heeft op de begane grond twee openslaande deuren die openen op een veranda. De veranda heeft zijvlakken van hout met ramen met roedenverdeling op een bakstenen borstwering. De zijvlakken zijn verbonden door een plat dak, aan de voorzijde rustend op twee houten kolommen. De veranda is later aan de voorkant dichtgezet (en fungeert sindsdien als serre) met drie grote door roeden onderverdeelde ramen, waarvan het middelste schuifbaar is, tussen de twee oorspronkelijke houten stijlen. Het dak van de veranda heeft een houten balustrade en fungeert als balkon waarop vanuit het dakvlak twee dubbele deuren openen.
De rechter zijgevel (N) heeft een klein raam aan de noordoost kant en vervolgens een uitbouw van in oorsprong een bijkeuken van een bouwlaag onder plat dak en ten noorden daarvan een schuur van een bouwlaag onder schilddak, in oorsprong met riet bedekt en sinds 1953 met leien. De voormalige bijkeuken (sinds 1985 met de schuur verbouwd tot garage) heeft aan de oostzijde een dubbel openslaand raam en een geprofileerde daklijst; de voormalige schuur een dubbel openslaand raam aan de westzijde. Het dakvlak van het hoofdvolume heeft aan de noordzijde in het midden een terugliggend venster ter verlichting van het trappenhuis. Ter weerszijden daarvan bevindt zich hoger in het dakvlak een grote dakkapel met dubbel openslaand raam.
Direct rondom het huis is sierbestrating aangebracht, voor een deel bestaande uit rode en gele bakstenen en voor een deel uit recent aangebrachte rode flagstones, waarmee ook het pad naar het huis bestraat is. De twee bakstenen pijlers van het TOEGANGSHEK (O) hebben geprofileerde natuurstenen afdekplaten voorzien van de tekst: "MEENT" (links) en "WYCK" (rechts). Tussen de pijlers is een vernieuwd dubbel openslaand houten hek bevestigd. De toegang aan de zuidoost zijde van het perceel bestaat uit een (vernieuwde) balk tussen houten palen.
Het INTERIEUR van de villa verkeert overwegend in oorspronkelijke staat en bevat onder meer entree, gang en hal met tegelvloer, het oorspronkelijke trappenhuis, houten betimmeringen - onder meer lambrizeringen, houten balkenplafonds, parketvloeren - en een aantal betegelde schouwen.
Waardering
De villa Meentwijck met interieur en bijbehorende entrees is van algemeen belang wegens architectuur- en cultuurhistorische waarde als gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een villa uit het begin van het tweede decennium van de twintigste eeuw gebouwd in een heroriëntatie op traditionele bouwwijzen waarbij elementen uit de 17de- en vroeg 18de-eeuwse Hollandse bouwkunst zijn gecombineerd met elementen ontleend aan de Engelse landhuisstijl en eigentijds rationalisme;
tevens als kenmerkend voorbeeld uit het oeuvre van architect K.P.C. de Bazel;
vanwege de ensemblewaarde van villa, entrees en tuinaanleg met terrassen;
De villa heeft situationele waarde vanwege de ligging in de villawijk Het Spiegel.
Overige gegevens
Oorspronkelijke functies
Hoofdfunctie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functie | Verbijzondering | Toelichting |
---|---|---|---|---|---|
Ja | Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | Woonhuis |
Bouwactiviteiten
Werkzaamheid | Van | Tot | Nauwkeurigheid | Toelichting |
---|---|---|---|---|
vervaardiging
|
1912
|
1912
|
exact
|
|
verbouwing
|
1963
|
1963
|
exact
|
Uitbreiding bijkeuken
|
verbouwing
|
1985
|
1985
|
exact
|
Bouwtypen
Hoofdcategorie | Subcategorie | Bouwtypen | Toelichting |
---|---|---|---|
Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | Villa |
Bouwstijlen
Bouwstijl | Zuiverheid | Toelichting | Rijksmonumentnummer |
---|---|---|---|
Heroriëntatie op tradit. bouwwijzen
|
invloeden
|
Ambachten
Vakman | Beroep | Toelichting |
---|---|---|
Bazel de, K.P.C. ; Noord-Holland
|
architect / bouwkundige / constructeur
|