Inleiding

OLDAMBTSTER BOERDERIJ met aangebouwde STOOKHUT gebouwd in 1909 aan de Hoofdweg in Slochteren in een ambachtelijk-traditionele stijl met kenmerken van de overgangsarchitectuur. In de jaren zeventig is het complex uitgebreid met een platte aanbouw, die de boerderij aan de zuidwestzijde met de stookhut verbindt.

De boerderij, die nu in bedrijf is als loonbedrijf, heeft een diepe voortuin en is markant gelegen aan het hoofdlint binnen de bebouwde kom van Slochteren.

Omschrijving

OLDAMBTSTER BOERDERIJ met aan de zuidwestzijde twee krimpen en aan de noordoostzijde één krimp, onder een wolfdak, dat aan de woonzijde bedekt is met een zwart geglazuurde golfpan aan de schuurzijde met een cementpan. Het geheel onderkelderde VOORHUIS is opgetrokken in een rode baksteen op een trasraam van donkere klinkers, afgezet met een geglazuurde rollaag. De gevels worden gesierd door gevelbanden in gele en geglazuurde groene steen en een kroonlijst. Alle deuren en vensters zijn voorzien van een segmentboog met gepleisterde sluit- en aanzetstenen en een boogtrommel gevuld met Art-nouveau tegels. De hoofdentree bevindt zich in een portiek, in het middenrisaliet van de iets doorgetrokken voorgevel (zuidoost) en is bereikbaar via een natuurstenen stoep (vier treden). De entree bestaat uit een dubbele paneeldeur met siersmeedwerk voor de deurvensters, onder een bovenlicht. Het door geglazuurde steen omlijste portiek met segmentboog, heeft een plafond van siermetselwerk in gele en rode baksteen en gemetselde zijwanden met een gepleisterde rondboognis en een lambrizering van tegels met Art nouveau motieven. Het risaliet met aan weerszijden pilasters van donkere baksteen eindigt in een flauw hellend steekkapje met kroonlijst; bovenin het risaliet openslaande glasdeuren, waarvoor een houten balkon met een hekwerk bestaande uit houten hoekpijlers, leuningen en balusters. Ook in de voorgevel vier H-vensters, vier zaadvensters, vier keldervensters met diefijzers onder een rollaag, en twee gevelstenen met daarop: H.J.R. 19 en W.R. 09.

De noordoostgevel heeft vijf H-vensters, waarvan er één oorspronkelijk een deur was, en vier keldervensters. De zuidwestgevel heeft twee H-vensters en twee keldervensters; in de eerste krimp drie H-vensters en een paneeldeur met siersmeedwerk en bovenlicht, en een gemetselde stoep ingelegd met zwarte en witte tegels binnen een rand van gele baksteen; in de tweede krimp een H-venster en twee zesruits vensters onder een rollaag.

De HOOFDSCHUUR is opgetrokken in een rode baksteen op een trasraam van donkere klinkers. De gevels hebben een bakgoot op klossen van gele en rode baksteen en worden geleed door getoogde gietijzeren vensters met roedenverdeling. De noordoostgevel heeft zeven getoogde ijzeren halfvensters, met in de krimp een klein venster en getoogde dubbele deeldeuren met bovenin door roeden verdeelde ruiten onder een segmentboog van donkere steen. De achtergevel is gewijzigd. In de zuidwestgevel bevinden zich veertien halfvensters met rollaag en onderdorpel van donkere baksteen en een deur (vernieuwd). Aan deze gevel de aanbouw (jaren zeventig) die de boerderij met de stookhut verbindt.

De STOOKHUT, die is opgetrokken in rode baksteen op een trasraam van donkere klinkers, heeft een met een zwarte Friese golfpan gedekt zadeldak met decoratieve windveren en een gemetselde schoorsteen op het nokeinde. In de gevels vier kleine T-vensters, waarvan er een is dichtgemetseld en een klein H-venster, alle onder een rollaag; de voorgevel (zuidoost) heeft een driedelig venster (niet origineel).

In het INTERIEUR zijn ondermeer van belang: in het voorhuis de tochtdeuren met roedenverdeling en gekleurd glas, de houten meterkast met fronton en in het deurtje gekleurd glas en roedenverdeling, de nog aanwezige gestucte plafonds met rozetten, en de twee marmeren schouwen. In de schuur de houten sporenkap met ronde gebinten op vierkante bakstenen basis.

Waardering

Oldambtster boerderij met stookhut uit 1909 van algemeen belang vanwege cultuur- en architectuurhistorische waarde

- als voorbeeld van een Oldambtster boerderij uit het begin van de 20ste eeuw

- vanwege de decoratieve detaillering en het materiaalgebruik

- vanwege de vrij hoge mate van gaafheid van het complex

- vanwege de kenmerkende ligging aan het hoofdlint

- vanwege de ruimtelijk-visuele relatie met het erachter liggende open landschap