Inleiding

KANTOORWONING met aangebouwd KOETSHUIS, gebouwd omstreeks 1885 in opdracht van notaris Tresling in eclectische trant. In de loop der jaren zijn er voornamelijk aan de binnenkant een aantal wijzigingen doorgevoerd, waaronder het verplaatsen van de trapopgang. Tot 1992 is het pand als notariswoning in gebruik geweest, nu is het volledig in gebruik als kantoor.

Het gebouw is opvallend gelegen in de bocht van de Hoofdweg, schuin tegenover de haven. Het wordt omringd door een ruime tuin (niet meer oorspronkelijk), deels in landschapsstijl met later aangelegde vijver en deels geometrisch van aanleg. Twee vernieuwde toegangshekken vormen de entree naar woning en koetshuis.

Omschrijving

Twee bouwlagen hoge KANTOORWONING met aangebouwd KOETSHUIS, bestaande uit in blokken gepleisterde gevels op een iets uitspringend, gepleisterd trasraam, afgezet met een gepleisterde lijst. De kantoorwoning op vierkante plattegrond, heeft een omlopend schilddak met nieuwe dakbekleding, vier gepleisterde schoorstenen die met elkaar verbonden worden door een opengewerkt ijzeren hekwerk, en een kroonlijst ondersteund door consoles. Een dubbele cordonlijst markeert de overgang van de eerste bouwlaag naar de tweede. Het pand wordt op de eerste bouwlaag geleed door omlijste H-vensters en op de tweede bouwlaag door omlijste T-vensters, alle met een glas-in-lood bovenlicht met ronde schouders, bekroond door een kuif van stuc. De vensters op de verdieping worden aan de onderzijde gemarkeerd door een "paneel" van decoratief pleisterwerk, vervat in de dubbele cordonlijst.

Aan de westzijde bevinden zich twee identieke, omlijste, dubbele paneeldeuren met een glas-in-lood bovenlicht met ronde schouders, bekroond door een kuif van stuc. Een hardstenen stoep, waarvan die voor de meest rechtse deur niet origineel is, verleent de entree. Tussen beide deuren bevindt zich een keldervenster met diefijzers achter een halfrond gemetselde koekoek.

De zuidzijde heeft een houten serre met twee afgesnoten hoeken op een basis van pleisterwerk. In het midden van de serre bevindt zich een schuifdeur met deurlicht met aan weerszijden vier ramen tussen pilasters met neo-renaissance motieven. Op het afgeknotte, zinken schilddak met een kroonlijst op houten consoles, bevindt zich een balkon met een opengewerkt ijzeren hek met houten hoekpijlers en leuning. Het balkon is bereikbaar via omlijste openslaande glasdeuren onder een glas-in-lood bovenlicht. In het dakvlak erboven bevindt zich een platte, gepleisterde dakkapel met drie ramen.

De oostzijde heeft een entree bestaande uit een omlijste, dubbele paneeldeur met gietijzeren deurpanelen, onder een glas-in-lood bovenlicht met kuif; voor de deur een hardstenen stoep (twee treden). In deze gevel een naar beneden doorgetrokken venster, een w.c. raampje, een openslaand venster en een T-venster. Op de verdieping, evenals aan de west- en zuidzijde, T-vensters.

Aan de noordgevel is het KOETSHUIS gebouwd onder een flauw hellend, opnieuw bekleed schilddak met een kroonlijst. De westzijde heeft grote, dubbele paneeldeuren onder een bovenlicht met ronde schouders en twee omlijste H-vensters met glas-in-lood bovenlicht. Aan de oostzijde bevinden zich drie T-vensters met glas-in-lood bovenlicht. De noordzijde is gewijzigd qua indeling en derhalve van ondergeschikt belang.

In het INTERIEUR zijn ondermeer van belang: in de hal de dubbele tochtdeuren met geëtst glas binnen een houten omlijsting met kroonlijst; in de beide kamers aan de zuidzijde de gestucte plafonds, de twee zwart marmeren schouwen onder de vensters, en de twee schuifdeuren met glas, glas-in-lood bovenlicht en blinden, naar de serre.

Waardering

Kantoorwoning met aangebouwd koetshuis van algemeen belang vanwege cultuur- en architectuurhistorische waarde

- als voorbeeld van een notariswoning uit de tweede helft van de 19de eeuw

- vanwege de statige, eclectische vormgeving

- vanwege de vrij hoge mate van gaafheid van het exterieur

- vanwege de beeldbepalende ligging in de bocht van het lint, midden in Slochteren