Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
514535
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82941/54
Kadastrale aanduiding
Apeldoorn H 9630
Koninginnelaan 43, 7315 BL te Apeldoorn

Omschrijving

Inleiding

Dit in de Interbellum-periode in een zakelijke stijl ontworpen pand werd door de Apeldoornse architect A.G. (Teunis Gerard) Slijkhuis in 1935 als MEISJESWEESHUIS gebouwd aan de westzijde van de Koninginnelaan, één van de oude doorgaande wegen in dit gebied die lang verspreide bebouwing kende. Een belangrijk deel van de huidige bebouwing aan deze straat dateert van na 1880. Op de plek van dit pand bevond zich voor 1935 eveneens een weeshuis. De instelling vond haar oorsprong in een stichting van de weldoener van landgoed Welgelegen, J.H. van Kinsbergen (1735-1819), die in 1810 een boerderij bestemde voor onderdak van acht weesmeisjes. Deze boerderij werd later vervangen door een huis aan de Dorpsstraat. In 1866 werd op een meer afgelegen plek een nieuw weeshuis gebouwd op een stuk grond aan de huidige Koninginnelaan, nabij de Hervormde kerk. Op de plek van dit gebouw liet het uit de stichting van Van Kinsbergen voortgekomen College van Regenten en Regentessen van het Nederlands Hervormd Meisjes Weeshuis te Apeldoorn in 1935 dit oude gebouw vervangen door een nieuw gebouw naar ontwerp van Slijkhuis. Twee eerdere ontwerpen van Slijkhuis uit 1934 konden de goedkeuring van de Apeldoornse welstandscommissie niet wegdragen. Zij vond dat het gebouw teveel leek op een wat al te groot uitgevallen woonhuis.

In de jaren '50 fungeerde het als kraamkliniek en later als revalidatiecentrum. In 1981 werd het pand naar plannen van dezelfde architect omgevormd tot het huidige kinderdagverblijf. Rond het pand bevindt zich een tuin, welke aan de achterzijde is ingericht als speelplaats. De tuin is van de Koninginnelaan gescheiden door een lage bakstenen voetmuur met rollaag en daarboven een ijzeren buis met een decoratief, in een golflijn gesmede ijzeren staaf.

Omschrijving

Vrijstaand pand in de vorm van een grote villa met samengestelde plattegrond en opbouw. Het pand is gelegen op een groot kavel en is georiënteerd op de Koninginnelaan. Het bezit een rechthoekige grondvorm met een opbouw van twee hoge bouwlagen onder een fors schilddak (met de nok haaks op de straat). Tegen de rechterzijgevel bevindt zich een uitgebouwd rechthoekig en iets hoger trappenhuis met een schilddakvormige steekkap. Links tegen de linker zijgevel bevindt zich een éénlaags afsteek onder een op het hoofddak aansluitend lessenaarsdak, welke bij de achtergevel is omgezet als een veranda-achtige portiek met houten plafond op bakstenen pijlers. Hier wordt het lessenaarsdak onderbroken door een balkon. Deze portiekuitbouw gaat links bij de achtergevel over in een diepere rechthoekige uitbouw onder plat dak met balkon met een gesloten bakstenen borstwering. Het hoofddak bezit op alle vier de dakvlakken een platgedekte dakkapel met houten gootoverstek en vier 4-ruits draairaampjes. De dakkapel op het achterschild heeft thans rechts een deur met daarvoor een moderne ijzeren brandtrap, welke leidt naar het plat op de uitbouw links achter. De dakschilden zijn gedekt met gesmoorde (paarse) Romaanse pannen met ballonvorsten en bezitten forse houten overstekken, afgesloten door een geprofileerde gootlijst op de doorgestoken spantbenen van de kapconstructie. Op de nok staan twee bakstenen schoorstenen en een derde schoorsteen bevindt zich achter op het rechter dakschild. De gevels van het pand zijn opgetrokken in gele baksteen in Noors verband, met een plint in rode baksteen. De brede ramen in de eerste bouwlaag en de door bakstenen tussendammen gescheiden ramen in de tweede bouwlaag sluiten af met een rollaag en bezitten verder zwarte lekdorpeltegels met kubusvormige uiteinden. De ramen van de tweede bouwlaag bezitten een gezamenlijke lekdorpel van dit type. De vensteropeningen in de voorgevel en linker zijgevel bezitten voorts doorgestoken, sterk uitspringende betonnen kalven. De ramen zijn in ijzer uitgevoerd en zijn gedeeltelijk van glas-in-lood en gedeeltelijk van quasi glas-in-lood voorzien (vanaf 1981). De hoofdingang bevindt zich in de trappenhuisuitbouw aan de rechterzijde. De VOORGEVEL heeft een symmetrische, tweeassige indeling met in de eerste bouwlaag twee raampartijen die elk bestaan uit een enkelruits vast middenraam en smalle enkelruits zijlichten. Boven het brede betonnen kalf bevinden zich drie bovenlichten. De dagkanten van de onderlichten springen aan de voorzijde als een vlakke liseen iets uit. Op de verdieping bevinden zich twee raampartijen die elk bestaan uit drie ramen die van elkaar gescheiden zijn door een bakstenen muurdam. De ramen hebben een gezamelijk uitspringend betonnen kalf en een gezamenlijke lekdorpel. Boven het kalf bevinden zich drie bovenlichten. De raampartijen zijn aan de bovenzijde afgesloten met een rollaag.

De LINKER ZIJGEVEL bezit rechts op beide bouwlagen een vensteras met een raamindeling als in de voorgevel. Daar links naast bezit de begane grond een breed gekoppeld driedelig raam, bestaande uit een middenlicht met zijlichten. Links voor de aansluiting van de afsteek bevindt zich een waarschijnlijk later ingebroken driedelig raam met bovenlichten. Op de verdieping bevinden zich in het midden een gekoppeld raam met aan weerszijden daarvan een per drie gekoppeld raam. De afsteek bezit in de kopgevel vier gekoppelde ijzeren ramen met bovenlichten. In de rechter zijgevel bezit deze afsteek een opening onder rollaag met rechts een ijzeren deur met groot raam en links een ijzeren enkelruits zijlicht. De RECHTER ZIJGEVEL is links van de trappenhuisuitbouw blind uitgevoerd. Aan deze zijde bevindt zich het portiek met vlakke luifel van de hoofdingang, die is ondergebracht in de zijgevel van de trappenhuisuitbouw. Het portiek bezit een rode tegelvloer. De dubbele toegangsdeur bezit in beide deurvleugels een strook van vier boven elkaar geplaatste enkelruits raampjes, met uitspringende kalven en daarnaast een strook met vier verticale profiellijsten met daartussen holle vlakken. Het portiek heeft een betonplafond en een bakstenen zijwand, welke vlak onder het plafond afsluit met een rollaag, met tussen deze rollaag en het plafond een lage opening. Bij de aansluiting op de trappenhuisuitbouw heeft deze zijmuur een verticale strook met glas-in-lood. Het trappenhuis bezit in de kopgevel onder een reeks van vijf smalle rechthoekige ramen, van elkaar gescheiden door licht uitspringende steens brede muurdammen. De ramen zijn uitgevoerd in glas-in-lood. Daarboven, in dezelfde assen bevinden zich vijf hoge glas-in-lood ramen, die eveneens door steens brede muurdammen van elkaar gescheiden zijn. Hierboven sluit het muurwerk van het trappenhuis af met een natuurstenen deklijst en een terugliggende houten 'strook' met brede liggende 2-ruits ijzeren glas-in-loodramen met daartussen verticaal geplaatste, bruin gebeitste kraaldelen.

Het gedeelte rechts van de trappenhuisuitbouw bezit een kelderkoekoek met niet oorspronkelijke roosters. In de eerste bouwlaag bevindt zich links een groot gekoppeld vierdelig ijzeren raam met bovenlichten. Rechts hiervan bevinden zich vier kleinere, minder ver naar beneden doorgetrokken ramen. Op de verdieping bevinden zich drie, per drie gekoppelde ramen. De ACHTERGEVEL bezit in de eerste bouwlaag rechts een veranda met rechthoekige bakstenen pijlers met smalle rechthoekige verdiepte vlakken. Deze veranda heeft rechts in de zijwand een voetmuur tussen de beide pijlers en is verder open. In de achtergevel onder deze veranda bevindt zich rechts een brede raampartij met een strook van drie enkelruits kleine onderlichten en een breed enkelruits licht daarboven. Hier links van bevinden zich ijzeren dubbele tuindeuren met grote ramen, met een smalle verticale glasstrook aan de binnenzijde en links een achteringang met ijzeren pui met deur met groot raam en bovenlicht en enkelruits zijlichten met blind onderpaneel en enkelruits bovenlicht. De rechthoekige vlak gedekte uitbouw links heeft in de rechter zijgevel onder de veranda een deur en in de linker zijwand een ijzeren 8-ruits raam. De kopgevel is blind. Op de verdieping bevindt zich deels verscholen achter het verandadak een brede opening met twee middenramen en aan weerszijden een ijzeren balkondeur met raam en klapbaar bovenlicht. Links hiervan bevindt zich een dubbele enkelruits deur, met in de ruit een smalle verticale glasstrook als bij de tuindeuren onder en geheel links een dito dubbele deur. Het INTERIEUR is sober en degelijk gehouden. In het trappenhuis bevinden zich de oorspronkelijke glas-in-loodramen met een thematiek die de oorspronkelijke functie van het gebouw verbeeldt; zo bezitten de ramen onder motieven welke horen bij de opvoeding, ontspanning en opleiding van kinderen (naaimachine, uil, bloemen, tennisracket). De hoge ramen op de verdieping bezitten vijf hoge panelen met in het middenpaneel een vrouwenfiguur met schaal en wijnkruik, in het linker paneel een breiend weesmeisje, in het rechter paneel een lezend weesmeisje en verder paneeltjes met fruit- en bladmotieven en vogels.

Het trappenhuis bezit verder zware houten leuningen op metalen steunen, zwart granieten vensterbanken, hoge gestucte plinten afsluitend met zwarte geglazuurde tegellijsten. In het bovenste deel van het trappenhuis bevindt zich een smeedijzeren balustrade ter afsluiting van het glas-in-lood. In het pand bevinden zich verder diverse eenvoudig vormgegeven paneeldeuren met kozijnen met dekstukken en rechthoekige lijsten.

Waardering

Voormalig WEESHUIS in een door de zakelijkheid beïnvloede Interbellum- architectuur, gebouwd door architect Slijkhuis in 1931.

- Van architectuurhistorische en typologische waarde als gaaf bewaard, karakteristiek weeshuis uit de vroege jaren '30 van de 20ste eeuw, met een van contemporaine villa's afgeleide hoofdvorm. Het pand is gebouwd als weeshuis en de vorm ervan is een afgeleide van de in die tijd gangbare ontwerpprincipes bij het ontwerpen van dit gebouwtype. Het pand is gebouwd in een zakelijke bouwstijl -typerend voor de tijd van ontstaan- en wordt ondermeer gekenmerkt door een sobere maar zorgvuldige vormgeving, in kettingverband gemetselde gevels en een forse overstekende kap. Het pand bezit markante details zoals de vensters met uitspringende betonnen kalven, portiek met dubbele deuren, fors uitgebouwd trappenhuis met glas-in-lood ramen, en een veranda met inpandig balkon in de kap. Het interieur bevat nog diverse oorspronkelijke onderdelen.

- Van cultuurhistorische waarde als historische verwijzing naar belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van liefdadigheid in deze gemeente.

- Van stedebouwkundige waarde als onderdeel van de bebouwing aan de Koninginnelaan. Het pand behoort in deze straat door de opvallende bouwvorm en detaillering tot de panden die het beeld van de straat zeer sterk bepalen. De overige panden zijn overwegend iets ouder en traditioneler van aard, en van een wat kleinere schaal, waardoor dit pand extra opvalt en een blikvanger is in de directe omgeving. Door de opvallende verschijningsvorm bezit het pand een hoge beeldbepalende waarde voor de Koninginnelaan.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Cultuur, gezondheid en wetenschap Sociale zorg, liefdadigheid Weeshuis Weeshuis van de Stichting Meisjes Weeshuis Apeldoorn

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1935
1935
exact
Twee eerdere ontwerpen uit 1934 afgekeurd door de welstand.

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Interbellum-architectuur
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Slijkhuis, T.G. ; Gelderland
architect / bouwkundige / constructeur