Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
514732
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82724/134
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Heeswijk-Dinther E 467
Kilsdonkseweg 4, 5473 KK te Heeswijk-Dinther

Omschrijving

Inleiding

In het buurtschap Beugt bij Dinther, aan het riviertje de Aa gelegen molen, bestaande uit een voormalige WATERMOLEN en de romp van een voormalige WINDMOLEN. Op aangrenzende percelen bevinden zich een voormalige molenaarswoning en een grote vijver. De watermolen gaat terug op een stichting die reeds in een oorkonde van kort voor 1233 wordt vermeld en in 1491 wordt genoemd "die watermolen tot Kilsdonk". De huidige water- en windmolen dateert uit 1842 omdat de houten voorganger in dat jaar is afgebrand. Door het ter beschikking staan van wind- zowel als waterkracht werd het mogelijk het gehele jaar door te malen. Met het oog op de wisselende waterstanden was het niet toegestaan het gehele jaar een watermolen in bedrijf te hebben. De molen is opgetrokken in ambachtelijk-traditionele stijl. Het geheel is gelegen aan een weg in een open landschap met verspreide bebouwing. Van de oorspronkelijke aftakking van het inmiddels gekanaliseerde riviertje de Aa, bedoeld voor de watervoorziening van de molen en die tussen de beide onderdelen doorliep, resteert nog een grote vijver. De vijver, gelegen aan de uitspoelzijde van de watermolen, is deels omgeven door oude knotwilgen. Het huidige gebouw van de watermolen is al in het laatste kwartaal van de negentiende eeuw van zijn waterrad (onderslagtype) ontdaan en heeft vervolgens tot 1954 als woonhuis gediend. Daarna is het, voorzien van een dieselmotor, tot 1994 wederom als molen in gebruik geweest. De windmolen van het stellingmolentype (bovenkruier) is in 1842 in steen herbouwd. Het wiekenkruis is in 1954 afgenomen en in Deventer hergebruikt. De romp is vervolgens verlaagd omstreeks 1970. De deels verbouwde molenaarswoning alsmede een rond 1950 ter plaatse van de vroegere waterloop opgetrokken schuur tussen wind- en watermolen en de even oude aanbouw aan de watermolen, vallen niet onder rijksbescherming. De landschappelijk fraai gelegen molen heeft behalve een interessante voorgeschiedenis door zijn diversiteit een indrukwekkende verschijningsvorm met een karakteristiek silhouet. De nog slechts uit een romp bestaande windmolen ligt in een kromming van de weg. De van zijn schoepenrad ontdane watermolen ligt erachter en wel zodanig dat de windmolen in de lengteas van de watermolen ligt. Deels tegen de watermolen strekt zich de grote vijver uit. De voormalige molenaarswoning ligt aan de overzijde van de weg. De elementen vertonen door hun visuele en functionele betrokkenheid op elkaar een sterke onderlinge samenhang.

Omschrijving

De voormalige watermolen bestaat uit een eenlaags gebouw op rechthoekige plattegrond. De muren zijn gemetseld uit roodbruine baksteen, afwisselend koppen en strekken, en zijn grotendeels gewit. Het zadeldak met overwegend rode Hollandse pannen was oorspronkelijk aan beide zijden afgewolfd, maar vertoont nu nog slechts aan de zijde van de windmolen een wolfseinde. De andere korte gevel laat ter plaatse van het vroegere wolfseinde een bouwspoor zien. Het dakschild aan de zijde van de vijver is doorbroken ten behoeve van een vierkante, uit aluminiumplaten gebouwde silo die boven de nok uitsteekt. Het andere dakschild telt twee onopvallende kleine, ijzeren dakramen. Uit de periode dat het gebouw als watermolen functioneerde, resteert een aantal rondboogvensters met ijzeren ramen. De boog is steeds voorzien van strekken, de borstwering van een rollaag. Opvallend is dat ook de windmolen dergelijke vensters met identieke raamvullingen kent. De zesruits schuiframen met luiken dateren uit het vierde kwartaal van de negentiende eeuw, toen de molen tot woonhuis is verbouwd.

De korte gevel met wolfseinde, aan de zijde van de windmolen gelegen, vertoont op zolderniveau twee boogvensters waartussen een vierruits venster met middenstijl en draairamen. Alle borstweringen zijn voorzien van rollagen op dezelfde hoogte. Ter hoogte van het uiteinde van de gording bevindt zich linksboven in het gevelvlak een S-vormig muuranker. Op begane grondniveau of lager bevond zich oorspronkelijk een dubbel schoepenrad, na de verbouwing tot woonhuis nog slechts een zesruits schuifraam uiterst links. Overigens is deze gevel, die aan het oog onttrokken wordt door een deels uit betonplaten, deels uit baksteen met licht hellend golfplaten lessenaarsdak opgetrokken verbindingslid met dubbele schuifdeur tussen watermolen en windmolen, daterend van ca. 1950, geheel blind.

Ook de lange zijgevel aan de kant van de weg wordt grotendeels aan het oog onttrokken door een ca. 1950 uit betonplaten opgetrokken aanbouw onder licht hellend lessenaarsdak uit golfplaten.

De oorspronkelijke zijgevel vertoont naast enkele latere doorbraken ten behoeve van een nieuwe brede bedrijfsingang en twee vierruits betonramen een zesruits schuifraam met luiken uiterst rechts en links daarvan het bouwspoor van een oorspronkelijk boogvenster. Ongeveer halverwege nog een zesruits schuifraam. Staafankers.

De korte achtergevel is geheel blind. Het bovenste deel van de puntgevel is ter plaatse van het vroegere wolfseinde in een afwijkende baksteen rechtgetrokken. Direct daaronder bevindt zich centraal in het gevelvlak op zolderniveau een groot rechthoekig venster dat met baksteen is dichtgezet. Rechts daaronder op begane grondniveau nog een dichtgezet venster, waarvan binnen nog de vulling te zien is: een negenruits gietijzeren raam. Gordingen en zoldervloer zijn in de gevel verankerd door middel van staafankers. Ter hoogte van de achtergevel ligt op het erf een molensteen.

De lange zijgevel aan de kant van de vijver ligt ongeveer voor de helft in het water. Min of meer regelmatig verdeeld in het muurvlak bevinden zich drie boogvensters, waarvan alleen het middelste nog van een zesruits ijzeren raam voorzien is, maar aan de onderzijde ingekort is. Het linker venster is deels dichtgezet en heeft voor het overige een vierkanten houden vulling met kruisroede. Het meest rechtse boogvenster, dat eveneens aan de onderzijde is ingekort, is geheel dichtgezet. Uiterst rechts nog een later, op slordige wijze aangebracht venster met negenruits gietijzeren raam. Van later datum zal ook een klein hooggeplaatst vierkant venstertje zijn tussen het linkse en het middelste boogvenster. Staafankers op twee niveaus.

Het interieur bestaat zowel op de begane grond als op de zolder uit één ongedeelde ruimte, waarin silo's hangen. De begane grond wordt overspannen door vier zware gezaagde grenen moerbalken, die blijkens de aanwezige inkepingen oorspronkelijk alle van korbelen voorzien waren en deels op muurstijlen rustten. Alleen het achterste gebint laat deze nog zien en vertoont bovendien het ingehakte telmerk IIII. De kinderbalken zijn opgelegd en deels nog afgedekt met brede delen. Op de gebinten staan vier rechte eiken spanten met boven elkaar twee overstekende koppelbalken waarop gordingen liggen. De elkaar in de nok kruisende spanten zijn aldaar gepend. Nokgording. De spanten zijn voorzien van ingehakte telmerken. De kap is geheel met brede delen beschoten.

De uit gele IJsselsteen opgetrokken en zich naar boven verjongende molenromp van de windmolen is blijkens een sluitsteen met inscriptie in 1842 is gebouwd. De tekst luidt: "den eersten steen / gelegd door / J.M. van Schijndel / Huisvrouw / Van C. van Aart / 18 22/9 42" en is aangebracht op een sluitsteen van hardsteen boven de halfcirkelvormig gesloten poort zonder kozijn met vernieuwde dubbele opgeklampte deuren op de begane grond. De boog heeft evenals die van de overige raam- en deuropeningen een rollaag van oranjerode baksteen van een groter formaat. Aan weerszijden van de ingangspoort vindt men een halfcirkelvormig opgesloten deuropening zonder kozijn met een vernieuwde opgeklampte deur. Ervoor ligt een halve molensteen als stoep. De overgang van begane grond naar eerste verdieping wordt aan de buitenzijde gemarkeerd door de dichtgezette balkgaten van de stellingconstructie die rond 1950 is afgebroken. De eerste verdieping telt twee halfcirkelvormig gesloten deuropeningen en een soortgelijke vensteropening, die alle zijn gevuld met vernieuwde gelaste stalen ramen. De deuropeningen hebben 16 ruiten, waarvan 4 in de boog; het venster 10 ruiten, waarvan 4 in de boog. Ter hoogte van de eerste verdieping bevinden zich ijzeren ankers waaraan in het interieur de hijsinrichting voor het verwisselen van de molenstenen is opgehangen. De vroegere tweede verdieping is rond 1970 afgebroken, nadat de kap met het wiekenkruis al in 1954 was verwijderd. Alle deuren van de windmolen zijn groen geschilderd.

Het interieur is uiterst eenvoudig en bestaat uit twee cirkelvormige ruimtes, een op de begane grond en een op de verdieping. De wanden van de begane grond zijn gepleisterd, maar op de verdieping is de gehele IJsstelsteen zichtbaar. Het vloerniveau van de begane grond is verlaagd. Recht tegenover de dubbele poort bevindt zich een secundaire cirkelvormige muurdoorbraak die het mogelijk maakte door middel van een aandrijfas van de naastgelegen watermolen en vervolgens de rond 1930 in de belendende ruimte opgestelde dieselmotor gelijktijdig het maalwerk in de windmolen in werking te stellen. De ruimte beganegronds wordt overspannen door een zware grenen balkenzoldering. Op twee zware moerbalken liggen negen dwarsbalken, waarvan er twee ingelaten zijn en de rest opgelegd. De dwarsbalken zijn in het middel deels onderbroken ten behoeve van hijswerkzaamheden. Op een van de moerbalken rechts bij de poort prijkt de decoratief opgeschilderde naam van een van de vroegere molenaars: "R. DuffHues". Via een open houten trap bereikt men de verdieping die is afgedekt met een eenvoudig houten noodplafond uit ca. 1070. De balkgaten voor de zware balken van de vloer van de tweede verdieping zijn nog zichtbaar. Het enige opmerkelijke element vormt de ijzeren hijsinrichting voor het verwisselen van de molenstenen.

Waardering

De molen, bestaande uit een watermolen en de romp van de voormalige windmolen is van algemeen belang. Het geheel heeft cultuurhistorische waarden. Het is van belang voor de sociaal-economische ontwikkeling van het molenaarsbedrijf gedurende een groot aantal eeuwen. Het heeft bovendien zeldzaamheidswaarde vanwege de bijzondere combinatie van een watermolen met een windmolen, waardoor het mogelijk werd het gehele jaar te malen. Als zodanig vertegenwoordigt het een hoogontwikkeld stadium in de technische/typologische ontwikkeling van molens in het algemeen. De molen heeft architectuurhistorische waarde voor de geschiedenis van de bouwtechniek, inzonderheid van die van water- respectievelijk windmolens. De molen heeft in combinatie met de (niet beschermde) molenaarswoning en landschappelijke onderdelen als de uitspoelvijver, de knotwilgbeplanting en het nabijgelegen riviertje de Aa, een hoge ensemblewaarde. Tot slot is de molen van belang in relatie tot de structurele en visuele gaafheid van de landschappelijke omgeving waarin het een duidelijk herkenbaar element vertegenwoordigt.

1

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Boerderijen, molens en bedrijven Industrie- en poldermolen Molen

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1842
1842
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Boerderijen, molens en bedrijven Industrie- en poldermolen

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
ambachtelijk-traditionele bouwtrant
stijlzuiver