Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
514778
Complexnummer
514779 - Duinlust
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82711/19
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Bloemendaal B 6776
Duinlustweg 16, 2051 AA te Overveen

Omschrijving

Omschrijving

Op nagenoeg vierkant grondplan door C. Muysken ontworpen HOOFDGEBOUW (1882), onderdeel van de historische buitenplaats Duinlust. Het hoofdgebouw bestaat uit een kelder parterre, verdieping en kapverdieping. De zich deels als souterrain manifesterende kelder vormt de sokkel van het gebouw waardoor het zich boven de omgeving verheft. Deze sokkel is aan de zuidoost- en zuid-westzijde van het gebouw in de vorm van een verhoogd terras tot buiten de omtrek van de hoofdvorm doorgetrokken. Daarnaast wordt deze hogere ligging nog geaccentueerd door een tweede, iets lager gelegen terras aan de zuid-oost en zuid-westzijde, waarvan het niveauverschil met het weer lager gelegen gazon wordt opgevangen door een lage muur. De maaiveldhoogte van het oplopende voorplein compenseert de hoogte van de beide terrassen waardoor de hoofdingang die zich aan deze zijde bevindt gelijkvloers kan worden betreden.

De in hoofdvorm blokvormige bouwmassa heeft door de toepassing van diverse in- en uitspringende volumes een gevarieerd karakter. Het muurwerk is opgetrokken in rode baksteen, waarin ter decoratie op de hoeken en rond de vensters blokken zandsteen zijn verwerkt. Zandsteen is voorts onder meer verwerkt in cordonlijsten, balustrades, basementen, speklagen, consoles, zuilen en in decoraties van geveltoppen. Het muurwerk van de terrassen is bekleed met gebosseerde hardsteen. Hardsteen is ook verwerkt in de souterrainmuren van de gevel aan de noord-westzijde. De kap is een omgaand schilddak bedekt met grijze lei in Maasdekking. Dit laatste geldt ook voor de bedekking van de twee torenspitsen. De vensters zijn zowel individueel als driedelig. De driedelige vensters bestaan uit verticale, door metselwerk gescheiden openingen, waarvan de middelste opening breder is en door een licht getoogde ontlastingsboog wordt afgesloten. De ramen en deuren zijn alle van hout en vaak T-vormig. Er is sprake van schuiframen en stolpramen, alsmede van enkelvoudige paneeldeuren en stolpdeuren.

De noord-oostzijde (NO) maakt front naar het voorplein en is overwegend symmetrisch van opzet; alleen een overhoeks geplaatste toren op de oosthoek doorbreekt de symmetrie. Afgezien van de hoektoren heeft de NO-zijde een breedte van zeven vensterassen. De middelste drie assen bevinden zich in een brede middenrisaliet met topgevel. Centraal in deze middenrisaliet bevindt zich de gelijkvloerse hoofdingang onder een balkon. De buitenste hoeken van dit balkon rusten elk op een vierkante pijler waarnaast een zuil is geplaatst. De aansluiting van het balkon op de gevel rust op een pilaster. Op de kapitelen rust een hoofdgestel dat wordt afgesloten door de in zandsteen uitgevoerde balustrade van het balkon. Deze balustrade heeft op de hoeken twee muurdammen (evenwijdig aan de NO-zijde) met daartussen balusters. De vensterassen in de middenrisaliet hebben relatief smalle paarsgewijs gekoppelde vensteropeningen. De flankerende assen hebben bredere individuele vensters. De middenrisaliet wordt direct boven de gootlijst afgesloten met een door balustrades geflankerde geveltop. De rijk gedecoreerde geveltop heeft de vorm van een halsgevel met onder meer pilasters, klauwstukken en een gebogen fronton. De flankerende assen hebben direct boven de gootlijst dakkapellen die eveneens door een gebogen fronton worden bekroond. De overhoeks geplaatste hoektoren staat op een rechthoekig grondplan en bestaat uit drie bouwlagen onder een spits toelopend schilddak.

De zuid-oostzijde (ZO) is de zijde die zichtbaar is vanaf de openbare weg (Duinlustweg). Deze zijde wordt op de oosthoek gedomineerd door de eerder genoemde toren. Buiten de toren heeft deze zijde vijf vensterassen. De tweede as vanaf de oosthoek bevindt zich in een brede risaliet onder een topgevel. Deze risaliet heeft op de bel-etage een brede vijfhoekige erker met daarboven een dakterras met balustrade, bestaande uit op de hoeken geplaatste muurdammen met daartussen balusters. Het dakterras wordt bereikt via stolpdeuren die deel uitmaken van een zesdelig venster. Afgezien van de grotere breedte en het ontbreken van een balustrade is de topgevel in grote lijnen vergelijkbaar met de topgevel aan de NO-zijde. De overige vensterassen hebben net als de NO-zijde brede individuele vensters. De drie vensterassen in het brede muurvlak aan de zuidzijde van de risaliet komen uit op een veranda met balkon dat op de zuidhoek wordt ondersteund door een vierkante pijler. De aansluitingen op het muurvlak rusten op pilasters. De lange zijde van de veranda heeft tussen de hoekpijler en de pilasters zuilen. Op de kapitelen van zuilen en pijlers rust een hoofdgestel. Daarboven bevindt zich de balustrade van het balkon, bestaande uit muurdammen met daartussen geplaatste balusters. Boven de tweede as vanaf de zuidhoek bevindt zich direct boven de gootlijst een dakkapel met gebogen fronton, vergelijkbaar met de dakkapellen aan de NO-zijde. Het brede terras dat zich aan deze zijde boven het souterrain bevindt volgt in de buitenlijn de vijfhoekige vorm van de erker. De balustrade bestaat net als bij de dakterrassen uit muurdammen met tussengeplaatste balusters.

De zuid-westzijde heeft twee hoekrisalieten van gelijke breedte, doch van ongelijke diepte. De beide risalieten hebben op bel-etage en verdieping één vensteras met driedelige vensteropening en direct boven de gootlijst een dakkapel met gebogen fronton als aan de NO- en ZO-zijde. Het terugliggende gevelvlak heeft drie vensterassen met individuele vensters als aan de NO- en ZO-zijde. Boven de eerste en tweede vensteras vanaf de zuidhoek bevindt zich direct boven de gootlijst een kleine dakkapel met gebogen fronton.

In de binnenhoek tussen de westelijke hoekrisaliet en het terugliggende muurvlak bevindt zich een ronde toren onder spits. Op de top van de spits staat een ronde houten lantaarn.

De noordwest-zijde heeft twee risalerende en twee terugliggende partijen: een hoekrisaliet (N), een terugliggend gevelvlak, een risaliet en een terugliggend gevelvlak op de zuidhoek. De hoekrisaliet is minder breed dan de tweede risaliet doch in elk van de risalieten bevindt zich in het souterrain, op de bel-etage en de verdieping een driedelige vensteropening. Het terugliggende gevelvlak tussen de beide risalieten heeft ter hoogte van souterrain en verdieping reeksen van vier kleine vierkante vensters, maar wordt voornamelijk bepaald door een hoge zesdelige vensterpartij ter verlichting van het trappenhuis. De verticale raamstroken in deze partij worden door smalle muurdammen in zandsteen van elkaar gescheiden. Het terugliggende gevelvlak op de zuidhoek heeft ter hoogte van het souterrain twee kleine vierkante vensters en ter hoogte van de bel-etage en verdieping brede enkelvoudige vensters.

Het interieur bevat nog een aantal originele ruimten zoals de hal met vier marmeren zuilen en het daarop uitkomende trappenhuis waarin een eikenhouten trap in de stijl van de renaissance is geplaatst. De trap - mogelijk van vroeg 17de-eeuwse Franse makelij - heeft de vorm van een "keizertrap", dat wil zeggen: een uit drie delen bestaande trap waarbij een centrale opgang naar een plateau tussen begane grond en verdieping zich na een draai van 180 graden voortzet in twee flankerende, op de verdieping uitkomende trappen. Opmerkelijk is voorts de merendeels gaaf bewaard gebleven salon op de parterre aan de zuidoostzijde. De in de stijl van de neo-renaissance uitgevoerde ruimte beschikt over rijke betimmeringen in eikehout en schuifluiken tussen buiten en binnenmuren. Een dergelijk schuifluik bevindt zich ook nog in de noordwestelijke hoekkamer op de parterre, deel van de oorspronkelijke biljartkamer. Dit schuifluik is over het gehele formaat bekleed met spiegelglas, iets wat mogelijk ook geldt voor de schuifluiken in de eerder genoemde salon.

Waardering

Het hoofdgebouw is van algemeen belang als historisch-functioneel hoofdonderdeel van de historische buitenplaats Duinlust en uit cultuurhistorisch en architectuurhistorisch oogpunt als representatief voorbeeld van een uit het vierde kwart van de 19de eeuw daterende villa in neo-renaissancistische bouwtrant en als onderdeel uit het oeuvre van C. Muysken.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 514779. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1882
1882
globaal

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing