Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
514875
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82686/134
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Rauwerd H 1148
Binnenbuorren 6, 9013 CB te Poppenwier

Omschrijving

Inleiding

De KERK van de Doopsgezinde Gemeente is in 1848 in Ambachtelijk-traditionele trant gebouwd. De kerk ligt tussen de woonhuizen van het beschermd dorpsgezicht verborgen als een schuilkerk, hoewel er in de bouwtijd reeds sprake was van godsdienstvrijheid. Het kerkgebouw onderscheidt zich van de omringende bebouwing door de spitsboogvensters. De sloop van een woonhuis bij de toegang heeft het karakter van schuilkerk tussen de overige kleinschalige bebouwing, nauwelijks aangetast: af en toe vangt men een glimp op van een gedeelte van het gebouw. Het HEK toont hoe smal de oorspronkelijke steeg naar de kerk was. Bij de toegang is een betonnen REGENWATERPUT.

De Doopsgezinde Gemeente te Poppenwier is vermoedelijk tussen 1580 en 1600 ontstaan. Op de plaats van de kerk stond een woning met pakzolder, die inwendig was vertimmerd tot kerk. In 1848 werd het bouwvallige gebouw vervangen door de huidige kerk.

Recentelijk is aan de oostzijde een aanbouw toegevoegd, deze valt buiten bescherming van rijkswege wegens geringe architectonische waarde. Er is geen orgel in de kerk. De kerk is in 1996 gerestaureerd.

Omschrijving

De zaalkerk heeft een eenvoudige rechthoekige plattegrond met een driezijdige westzijde. De gevels zijn opgetrokken in bruine handvorm bakstenen in kruisverband; de hoeken van de koorsluiting zijn versterkt door lisenen. Het steens metselwerk heeft een staand verband. De kerkzaal is twee raam-traveeën diep; de derde en meest oostelijke raamtravee correspondeert met een gang en de orgelgalerij erboven. Aan de zuidzijde zijn twee ramen; in de beide afgesloten zijden van de westgevel één raam en aan de noordzijde één raam; in de oostelijke travee een half bovenvenster voor de orgelgalerij. De spitsbogige lichtopeningen hebben meerruits, houten ramen en worden aan de bovenzijde afgesloten door een steense streklaag. Het samengestelde schilddak is belegd met gesmoorde Hollandse pannen. De bakgoot rondom verzamelt het water ten dienste van de betonnen regenwaterput bij de ingang van de kerk. De toegang tot de kerk is een porte brisée met bovenlicht, onder een rollaag van een drieklezoor. De paneeldeuren zijn uitgevoerd met eenvoudig snijwerk met diamantkop en hebben een eenvoudige colonet als naald. Voor de deur een hardstenen stoep. Het INTERIEUR heeft enkele waardevolle contemporaine onderdelen, ondermeer: de gang, de kerkzaal met banken en orgelgalerij, de dooptuin met preekstoel. De gang is bevloerd met marmerplaten. De kerkzaal heeft een gedrukt houten tongewelf op een voorlijst; het gewelf is geleed door een noklat met een gietijzeren ventilatierooster en gordingen boven de zeven trekbalken; tegen de oostgevel een strijkbalk met in een cartouche het jaartal 1848.

De wanden zijn bepleisterd en hebben een lambrizering. Aan beide zijden van het middenpad en tegen de lambrizering zes kerkbanken; de twee achterste, verhoogde banken met eveneens verhoogd ruggeschot, zijn aan het middenpad gesloten met een deurtje met een klink. De verhoogde dooptuin heeft een eenvoudig, gesloten doophek. Aan beide zijden binnen het doophek staan gesloten kerkeraadsbanken, met een eenvoudige overhuiving en gezaagde opzetstukjes. Aan de wand hangen twee eenvoudige borden met het opschrift: TEKST. De zeshoekige eikenhouten kuip van de preekstoel rust op een houten kolom; op twee stijlen tussen de panelen is snijwerk van bloementrossen aangebracht. De trapspil is gehout. Het ruggeschot heeft eenvoudig sierzaagwerk aan de randen; het klankbord heeft aan de onderzijde een gesneden roos. Het klankbord hangt met een stang aan een raveling tussen straalbalken. De zwevende houten vloer heeft een ondervloer met plavuizen. De orgelgalerij rust op balken in de zijgevels. Aan de galerij een balkon voor een speelinstrument op gedraaide houten, slanke, balusterzuilen. Het balkon, met eenvoudige vleugels, heeft een balustrade met een gietijzeren rooster.

Aan de Binnenbuorren is een eenvoudig gietijzeren HEK, met gecaneleerde hekstijlen en een pijnappel als bekroning; een vast gedeelte aan de buitenkant en een draaihek. Het hekwerk is voorzien van gegoten punten.

Waardering

De doopsgezinde kerk in Ambachtelijk-traditionele trant uit 1848 is van algemeen cultuurhistorisch belang:

- als karakteristiek voorbeeld van de continuering van een schuilkerk-typologie, in het bijzonder bij de doopsgezinden, in de tijd dat er reeds sprake was van godsdienstvrijheid,

- vanwege de architectuur, die zich nauwelijks onderscheid van de overige bebouwing in de dorpskom,

- als essentieel onderdeel van de bebouwingsdichtheid en stegenstructuur van het beschermd dorpsgezicht,

- vanwege de hoge mate van gaafheid van het exterieur en het interieur,

- vanwege de structurele gaafheid in relatie tot de overige bebouwing van het dorp.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Kerk Doopsgezinde Gemeente

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1848
1848
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Zaalkerk

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
ambachtelijk-traditionele bouwtrant
invloeden