Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
514877
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82683/62
Kadastrale aanduiding
Terhorne A 2712
Terhorne A 2726
Buorren 35, 8493 LC te Terherne
Buorren 37, 8493 LC te Terherne

Omschrijving

Inleiding

De uit 1864-'65 daterende doopsgezinde KERK (nr. 35) met KOSTERSWONING (nr. 37), als kopwoning, is ontworpen door de Sneker architect A. Breunissen Troost in een Eclecticistische bouwstijl, beïnvloed door de Engelse Neo-Gotiek. De bouw werd uitgevoerd door K.S. de Groot en de timmerman H.N. van der Schaaf; opzichter tijdens de uitvoering was J.H. Makkink. De voormalige pastoriewoning, waar de kerk met een verbindingsmuur tegenaan is gebouwd, valt wegens geringe architectuurhistorische betekenis buiten bescherming van rijkswege. De houten garage en aangebouwde houten hokken bij de kosterswoning vallen eveneens buiten de bescherming van rijkswege wegens geringe architectonische waarde.

De eerste steen werd op 12 september 1864 gelegd en een jaar later werd de kerk plechtig in gebruik genomen. Het aantal zitplaatsen in de kerk (ruim 200) was berekend op een groeiend aantal gemeenteleden, een visie die niet door iedereen werd gedeeld. Volgens overlevering is dat ook de reden dat de áfwezigheid van de "Leeraar Pieter Overbeek" op de gedenksteen in de hal van de kerk is vermeld. Het kerkgebouw had tot 1907 geen orgel. Het indertijd door orgelmaker Maarschalkerweerd & Zoon te Utrecht geplaatste kabinet-pijporgel werd in 1937 vervangen door het huidige instrument, dat niet van rijkswege wordt beschermd. Het kerkterrein wordt omgeven door een monumentaal HEK, geleverd door de firma Sterckman in 1865. Een kornoelje haag, geleverd door de firma Krijns en Co. te Joure, was wellicht bedoeld voor de erfscheiding bij de kosterswoning. Buiten het hek, op het gazon voor de kerk in de hoek tussen de kerk en de pastorie, staat een MONUMENT uit 1922 ter ere van de doopsgezinde predikant H.G. Dornseiffen (overleden 1922).

De KOSTERSWONING is in de vijftiger jaren inwendig verbouwd. Met uitzondering van de kelder en de doorgang naar de kerk is het interieur van ondergeschikt belang voor bescherming van rijkswege. De kelder werd sinds 1877 gebruikt als opslagruimte voor de schippers.

Omschrijving

De kerk met kosterswoning heeft een rechthoekige plattegrond met een krimp aan de westzijde voor de kosterswoning die een bijna vierkante plattegrond heeft. De kerk is opgetrokken in baksteen: de zuidgevel is met portland bepleisterd en voorzien van schijnvoegen van natuursteenbekleding; de noordgevel heeft een gepleisterde borstwering met een bakstenen waterslaglijst; het opgaande muurwerk is schoon metselwerk, platvol gevoegd met een dagstreep. De zijgevels zijn verticaal geleed door lisenen met geprofileerde natuurstenen bekroningen onder de gietijzeren gootbodem. De geleding correspondeert met de indeling van de kerk: vier volle raamtraveeën en aan de oost en westzijde een halve travee. De raamopeningen hebben alle gietijzeren vensters met een Tudorboog; de verticale roeden zijn versierd met knoppen, in de horizontale voorgevel soms door schilderwerk geïmiteerd, en aan de bovenzijde visblaasmotieven. Het schild-zadeldak is belegd met zwart geglazuurde platte Friese pannen.

De oostgevel is een variant op de puntgevel, rustend op een gepleisterde plint en geleed door vier kolossale lisenen, met diepe gepleisterde spiegelvlakken, die als penanten de gootlijst doorbreken. De penanten worden bekroond met een geprofileerde afdeksteen. Het middenrisaliet wordt bekroond met een aveinkel waarin een rozetanker. In de geveltop een gietijzeren roosvenster met een hardstenen rustica omlijsting. Verdiept in het middenrisaliet de toegang met bovenlicht en kerkvenster, geheel omlijst door bijna volronde, kolossale pilasters met composietkapiteel waarop bundelpilasters als afsluiting en hollijsten. In het bovenlicht van de porte brisée Neo-Gotisch snijwerk met bladmotieven. In de zijvlakken van de voorgevel meerruits Tudorboogvensters geschraagd door kunststenen geveldecoraties. De afzaten van de drie ramen in de oostgevel zijn van gietijzer. Tussen de kerk en de pastorie staat een bakstenen muur met blinde Tudorbogen tussen lisenen, die door hardstenen, geprofileerde dekstenen worden bekroond.

Het INTERIEUR van de kerk heeft een voorportaal en een kerkzaal met orgelgalerij. In het voorportaal boven de doorgang naar de kerkzaal is een gedenksteen met in Neo-Gotische letters het opschrift: "Aan dit kerkgebouw is bij afwezigheid van de leeraar Pieter Overbeek den 12den september 1864 de eerste steen gelegd door Simon Gerrits Boetje oudste lid van de kerkeraad". In de kerkzaal is ondermeer van belang het meubilair, zoals de kerkbanken en kansel.

Het kerkinterieur heeft een kraalhouten lambrisering en is geheel gepleisterd; de westgevel heeft afgeronde hoeken, de oostgevel is recht gesloten. De wanden zijn geleed door lisenen met een kooflijst. Het plafond heeft een holle voorlijst en een wangewelf; op de hoekpunten een hangende knop; aan de oostwand is deze decoratie in pleisterwerk nagebootst. De trekstangen zijn verbonden met de gewelfgraat.

Aan de westzijde van de kerkzaal bevindt zich de kansel op een achtkantige kolom met een gesneden trappaal; aan de kuip hangen Tudorboog-ornamenten; de kuipstijlen zijn versierd met gesneden voluten. Het getuide klankbord is versierd met gedraaide knoppen; de aanhechting van de tui-stang wordt bedekt door een gepleisterde draperie. Aan weerszijden van de kansel zijn porte brisées naar de kosterij. Boven de deuren sierpleisterwerk met palmetten en cornu copia's in de sopraportes. Het verhoogde liturgische centrum heeft een gebogen doophek met gietijzeren spijlen, dat uit losse delen bestaat en verplaatsbaar is. Op de verhoging aan beide zijden van de kerkzaal twee gesloten kerkenraadsbanken met een luifel; aan de noordzijde de zogenaamde dovenbank, ten behoeve van slechthorenden. De zijschotten van de lessenaars en de ruggeschotten zijn bekroond met vereenvoudigde palmetten. De paneeldeuren van alle banken in de kerk hebben oorspronkelijke houten krukken en aan de bovenzijde een versiering die sterk doet denken aan een roerversiering. In de detaillering van de banken komt het motief van de Tudorboog telkens terug. De kopwoning, de KOSTERSWONING, bestaat uit souterrain, een bel-etage, een verdieping en een zolderverdieping. De zuid- en westgevel zijn beraapt met portland met schijnvoegen; de noordgevel is uitgevoerd in schoon metselwerk in staand verband.

Aan de noordzijde een hardstenen trap en deur met bovenlicht onder anderhalfsteens streklaag; erboven een tweeruits schuifraam met Tudorboog onder een steens streklaag. De westgevel is drie raamtraveeën breed met in het souterrain gietijzeren, meerruits kelderramen; in de verdiepingen H-vensters. In de zuidgevel is, volgens een inscriptie op de sluitsteen, door H.M. in 1877 een opening naar de kelder onder de woning gemaakt. Een gietijzeren HEK op een bakstenen muurtje sluit het voorterrein van de kerk af. Het hekwerk zwenkt naar voren ter hoogte van de kerkingang en heeft daar een dubbele doorgang; opzij van de kerk is een doorgang naar de kosterswoning. De hekstijlen, gecanneleerde zuiltjes met acanthusachtige motieven op de voet en kapiteel, bekroond door een knop met een pijnappel, zijn ingelaten in blokken hardsteen. De spijlen zijn versierd met gietijzeren punten, versterkingskruizen en hangornamenten.

Het hardstenen MONUMENT is opgericht in 1882, in opdracht "VAN DE DANKBARE / FRIESCHE SCHIPPERS", ter herinnering aan ds. Dornseiffen, stichter en directeur van het schoolfonds voor schipperskinderen. Het monument bestaat uit een gelede sokkel: een plint met frijnslag, een voetstuk met een opschrift, en een schacht met afdekplaat; daarop een zwart geschilderde obelisk met aan de voorzijde een reliëf met een anker. Op de schacht van het voetstuk op de naar de straat toegekeerde zijde een opschrift "TER NAGEDACHTENIS AAN DS. H.G. DORNSEIFFEN ..." en op de zijkanten een reliëf met palmtakken.

Waardering

De uit 1864-'65 daterende doopsgezinde kerk met kosterswoning, als kopwoning, ontworpen door de Sneker architect A. Breunissen Troost; het HEK, geleverd door de firma Sterckman in 1865 en het monument uit 1922 ter ere van de doopsgezinde predikant H.G. Dornseiffen (overleden 1922), zijn van algemeen belang:

- als bijzondere uitdrukking van het lokaal optimisme ten aanzien van het groeiend aantal lidmaten,

- als bijzondere stijlrepresentant van Eclectiscisme, beïnvloed door de Engelse Neo-Gotiek,

- vanwege het bijzondere belang voor de geschiedenis van bouwmaterialen door de toepassing van gietijzer,

- vanwege het bijzondere belang voor het onconventionele oeuvre van de architect Breunissen Troost,

- vanwege de hoogwaardige esthetische kwaliteit van het ontwerp,

- vanwege het bijzondere materiaalgebruik (gietijzer) en de bijzondere ornamentiek, geïnspireerd op het motief van de Tudorboog,

- vanwege de hoge mate van gaafheid van zowel exterieur als interieur.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Nee Voorwerpen op pleinen en dergelijke Erfscheiding(D) Hek
Nee Religieuze gebouwen Kerkelijke dienstwoning Kosterswoning
Ja Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Kerk Doopsgezinde Gemeente

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1864
1865
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Zaalkerk

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Eclecticisme
invloeden