Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
515058
Complexnummer
515057 - Rijksmuseum v.Natuurlijke Historie
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82984/106
Kadastrale aanduiding
Leiden E 2115
Raamsteeg 2, 2311 PL te Leiden

Omschrijving

Inleiding

De eerste fase van de bouw van het 'Rijksmuseum van Natuurlijke Historie' is gerealiseerd in de jaren 1900-1903. Aan de Raamsteeg bevindt zich het hier deel van uitmakende DIENSTGEBOUW (met hoofdentree), waarin laboratoria, werkkamers voor het wetenschappelijk personeel, een bibliotheek en een collegezaal waren ondergebracht. De links hiervan staande en ermee verbonden vleugel is het zogeheten SPIRITUSMAGAZIJN, dat diende voor de opslag van de collectie "organismen op sterk water". De uitbreiding van het dienstgebouw betreft het rechter, op het oudere deel aansluitende, in dezelfde stijl uitgevoerde bouwdeel aan de Raamsteeg en dateert uit de jaren 1905-1911. De bouw van het museum is uitgevoerd door aannemer Louis Raaymakers uit Wouw (N.Br.) onder toezicht van J.A. Vrijman.

Het museum maakt deel uit van het beschermde stadsgezicht Leiden.

Omschrijving

Met de representatieve middenrisaliet van de zuidgevel loodrecht op de Sint Jacobsgracht georiënteerde museumgebouw met drie bouwlagen boven souterrain. In schone baksteen opgetrokken, symmetrische gevelpartijen met decoratieve smeedijzeren muurankers en details en accenten van natuursteen en gele geglazuurde baksteen. Diverse dakvormen gedekt met leien (maasdekking en schubben) en onderbroken door dakkapellen. Regenpijpen met de vaak nog oorspronkelijke, veelzijdige vergaarbakken.

Dienstgebouw met breed, symmetrisch middenrisaliet waarin een dubbele paneeldeur boven hardstenen bordestrap. Boven de ingang een hardstenen latei met de tekst "'s Rijksmuseum van Natuurlijke Historie" in de monumentale, risalerende ingangspartij. Rondom de deuren een met glas-in-lood ingevulde vensterpartij met breed, door een hardstenen bovenrand omlijst, door een kruisbloem bekroond en door twee pinakels doorsneden korfboogvormige bovenlicht. Hierin geprofileerde bakstenen traceringen. Boven de entreepartij drie gekoppelde, boven een brede hardstenen onderdorpel met afzaat staande en met glas-in-lood ingevulde vensters met geprofileerde montanten, wisseldorpels en kruisbloemen op de korfboogvormige hardstenen vensterbeëindigingen. In de bovenste gevelgeleding een grote korfboogvormige vensterpartij, eveneens met een invulling van glas-in-lood. Gevelbeëindiging in de vorm van een trapgevel met octogonale hoekpinakels met getordeerde basis, decoratieve muurankers en een gebeeldhouwde leeuw op een overhoekse tenant. Aan weerszijden van de risalietvensters een op een deels gemetseld kraagstuk en natuurstenen basement staande, veelhoekige arkel, voorzien van smalle, met glas-in- lood ingevulde venstertjes en natuurstenen beëindigingen tegen de met leien gedekte spitsjes. De muursegmenten van de onderste torengeleding zijn recht, die van de bovenste zijn gebogen. Risalietgevels aan weerszijden van de middenpartij voorzien van in trasraam met hardstenen randen staande, rechtgesloten souterrainvensters met tralies en hardstenen lateien. Op de verdieping een rechtgesloten, vierdelige vensterpartij met hardstenen onderdorpels en dunne zandstenen lateien onder segmentboogvormige ontlastingsboogjes.

Rechtgesloten, zevenruits vensterpartij hierboven met getoogde onderramen en als cordonlijst fungerende, doorgetrokken onderdorpel, getoogde onderramen en dunne latei onder segmentboogvormige ontlastingsboogjes. Vergelijkbare bovenste vensterpartij, maar zonder ontlastingsboogjes. Gevelrand van geprofileerde, uitgemetselde baksteen met "spuwers". Rechts van de middenrisaliet een vijf-assige gevelpartij met twee bouwlagen boven souterrain met een trasraam van klinkers met hardstenen deklijst. Hierin vier, twee aan twee gekoppelde, rechtgesloten en getraliede vensters en een deur onder hardstenen latei. In de bouwlaag hierboven vijf vensters met geprofileerde bakstenen montants tussen doorgetrokken, als cordonlijst fungerende hardstenen onderdorpels en dunne lateien onder ontspanningsboogjes. Bovenste bouwlaag met getoogde onderramen in de driedelige vensterpartijen.

Uitgemetselde gevelrand met hardstenen spuwers. Iets hoger opgaand, twee bouwlagen tellend, drie-assig hoekrisaliet onder schilddak met zinken bekroningen op de nokhoeken. Vrij laag trasraam. Eerste bouwlaag met getoogde onderramen in de driedelige vensters tussen hardstenen onderdorpels en dunne lateien onder ontlastingsboogjes. Hoge segmentboogvormige verdiepingsvensters met natuurstenen wisseldorpels en geprofileerde bakstenen montants.

Uitgemetseld gevelrand als de andere. In het voorste dakschild drie dakkapellen met kruisramen en met leien gedekte wangen.

De eveneens symmetrische zijgevel van de risaliet heeft op de begane grond drie vensters als die in de gevel aan de Raamstraat. In de bouwlaag hierboven een groot venster met korfboogvormige beëindiging. De hoger opgaande middentravee wordt bekroond door een trapgeveltje met rechtgesloten venster en steekkap. De achterzijde heeft een met het tussenlid naar de custoswoning verbonden uitbouw met deur onder latei en trapgeveltje voor een zadeldak. De drie verdiepingsvensters zijn als die in de voorgevel. De drie bouwlagen tellende, acht-assige gevelpartij links van de ingangsrisaliet is voor een deel te vergelijken met de gevelpartij rechts van de risaliet. De onder strekken staande vensters in de bovenste bouwlaag van de vier rechter traveeën zijn te vergelijken met de vensters daaronder. De vier traveeën met de getoogde onderramen die aansluiten op het risaliet maken deel uit van de uitbreiding van het dienstengebouw. De linker vier traveeën maken deel uit van de eerste bouwfase.

Eén travee breed, hoger opgaand linker hoekrisaliet met trappenhuis onder een met ijzeren nokhoekversieringen bekroond schilddak met zeeg aan de onderkant van de steile dakschilden.

Begane grond met trasraam met hardstenen deklijsten aan weerszijden van een zware paneel-/vleugeldeur (oorspronkelijke de hoofdentree van de eerste fase) met stolpnaald tussen hardstenen stoepje en een zware zandstenen latei met de tekst Ao Dni MCMII en onder meer gebeeldhouwde vleermuizen in de hoeken. Aan weerszijden van de deur een smal, eveneens onder zandstenen latei staand, met glas-in-lood ingevuld zijlicht.

De ingangspartij wordt geaccentueerd door een geprofileerde hardstenen deklijst. Aansluitend op de deklijst een hoog, met gals-in-lood ingevulde vensterpartij met gemetselde, geprofileerde montanten, visblaastraceringen in de korfboogvormige beëindiging en een gemetselde onderbreking met een boogfriesje halverwege de vensterpartij. In de bovenste geleding van het risaliet drie gekoppelde rechtgesloten vensters onder ontlastingsboogjes. Aansluitend op de voorgevel van het dienstgebouw staat de voorgevel van het onder een plat dak staande spiritusmagazijn.

De zes traveeën en een torentravee brede blinde gevel heeft een plint met geprofileerde hardstenen deklijst. De gevel wordt vertikaal geleed door lisenen met muurankers en heeft een horizontale geleding in de vorm van gele baksteen en hardstenen cordonlijsten. De gevel wordt bovendien verlevendigd door de toepassing van geometrische motieven in gele baksteen. De gevel wordt beëindigd door een geprofileerde uitgemetselde lijst.

De hoektoren heeft een halfronde voorzijde en telt zeven geledingen boven de plint. In de eerste zes geledingen reeksen van drie smalle, met glas-in-lood ingevulde trapvensters. De iets uitkragende bovenste geleding is driezijdig aan de voorkant en is door middel van twee rechte muurvlakken met een trapgeveltje verbonden. Het trapgeveltje is voorzien van een rechtgesloten deur onder ontspanningsboog. Het torentje wordt bekroond door een vijfzijdig, met leien gedekt zadel- en schilddak.

De gevel van het spritusmagazijn is drie traveeën breed. Het heeft dezelfde detaillering als de voorgevel. De rechter travee is voorzien van een over de gehele hoogte van de gevel doorgetrokken vensterpartij. De zeven traveeën brede, op het achterliggende van der Werffpark georiënteerde achtergevel van het spiritusmagazijn is voorzien van grote, tussen brede penanten met lisenen staande rechtgesloten, vierruits vensterpartijen met stalen kozijnen, natuurstenen wisseldorpels en geprofileerde bakstenen montanten. De gevel is op de begane grond weggewerkt achter een detonerende aanbouw met plat dak, die fungeert als gang en verbinding met het gymnasiumgebouw aan de Doezastraat.

Het interieur van het dienstgebouw is nog voor een deel in oorspronkelijke staat.

De ruimte achter het centrale ingangsrisaliet is een vestibule met onder meer tongewelven en tussen gestucte gordelbogen liggende, gemetselde varianten van stergewelven met knopen aan de geprofileerde ribben. De kapitelen onder de aanzet van de gordelbogen zijn versierd met in hoog-reliëf uitgevoerde dierfiguren. De gewelfribben rusten op kraagstukken. De tochtdeuren van de vestibule staan in een pui met samengestelde, in geprofileerde bakstenen rondbogen gevatte boven- en zijlichten met glas-in-lood.

Achter de vestibule met een met granito afgewerkte vloer begint het centrale trappenhuis met bordestrap. Deze wordt gekenmerkt door de toepassing van grote rondbogen die rusten op kalkstenen pijlers op de begane grond en de verdiepingsvloeren (overlopen), hardstenen treden, kalkstenen trapbalustrades met klimmende boogreeksen tussen de balusters, granito bordesvloeren, trapschacht met royale rondbooguitsparingen, waarvan de bogen rusten op zuilen van gepolijst graniet en zijn voorzien van kalkstenen basementen en kapitelen. De gangen worden geleed door segment- en rondbogen. Het diensttrappenhuis bevindt zich in het ingangsrisaliet van de eerste bouwfase van het museum. In het trapportaal een pui met dubbele tochtduur tussen met glas-in-lood ingevulde boven- en zijlichten en een granito vloer. Het "open" trappenhuis is voorzien van steektrappen met hardstenen bloktreden en wordt onderbroken door bordessen en overlopen met granito vloeren.

De trappen steunen op hardstenen consoles met harpstukken. De leuningen hebben gietijzeren balusters en smeedijzeren balusters. De bordessen worden gedragen door ijzeren balken.

De trap naar de zolder van het trappenhuis is een gietijzeren wenteltrap. Kapconstructie met polonceauspanten. Op de tweede verdieping van het centrale ingangsrisaliet bevindt zich de zaal voor lezingen" ofwel de collegezaal.

Oorspronkelijk met tribuneachtige ruimteverdeling en schuine vloer, tegenwoordig met een vlakke vloer. Houten zitgalerijen met houten balustrades, steunend op houten palen met consoles en eveneens door middel van palen met het plafondgewelf verbonden. De galerijen hebben een plat houten plafond met ribben. Tussen deze horizontale afsluitingen wordt de zaal overwelfd door een groot houten tongewelf met vanuit de palen doorgetrokken geprofileerde hoofdribben en een verdere gewelfverdeling door fijnere ribben en dwarsribben. De galerijen zijn bereikbaar via trappen die zich bevinden in de arkels aan de voorgevel. Tesamen met de inrichting van de zaal in 1918 zijn aan de wanden en de palen een groot aantal geweien opgehangen. De zolderkap links van het centrale ingangsrisaliet is voorzien van polonceauspanten. De kap rechts ervan heeft daarentegen houten vakwerkspanten.

Waardering

Het gebouw is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde wegens de bijzondere uitdrukking van een culturele ontwikkeling, wegens de plaats die het inneemt in de typologische ontwikkeling van museumgebouwen in het algemeen en die in Leiden in het bijzonder, en wegens de oorspronkelijke, nauw met de stad Leiden verbonden functie.

Het gebouw is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde wegens de kwaliteiten van het ontwerp, wegens het materiaalgebruik en de ornamentiek, als een belangrijk specimen uit het oeuvre van een vooraanstaand architect en vanwege de specifike samenhang tussen in- en exterieur.

Het gebouw heeft voorts stedebouwkundige en ensemblewaarde vanwege de met de geschiedenis van Leiden verbonden situering en vanwege de zeer nauwe relatie tussen de diverse bouwdelen van het museum.

Het gebouw is tevens waardevol vanwege de herkenbaarheid en de gaafheid van exterieur en delen van het interieur.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 515057. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Nee Cultuur, gezondheid en wetenschap Welzijn, kunst en cultuur Museum
Ja Cultuur, gezondheid en wetenschap Onderwijs en wetenschap

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1900
1911
globaal

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Gotiek
invloeden
Neo-Renaissance
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Lokhorst, J. ; Zuid-Holland
architect / bouwkundige / constructeur