Inleiding

VILLA met aangebouwd KOETSHUIS gebouwd in 1916, getuige de gevelsteen, door architect R.B. Sleumer uit Uithuizen in een Overgangsarchitectuur met Art Nouveau en Chalet-stijl elementen. De opdrachtgever H. Smedema was voormalig burgemeester van de oude gemeente Kantens. Omstreeks 1938 werd aan de westzijde een rechthoekig volume aangebouwd. De hals aan de westzijde, die het koetshuis met de woning verbindt, de stookhut en kas, aan de zuidzijde van het koetshuis vastgebouwd, zijn na de oorlog gebouwd en komen niet voor bescherming van rijkswege in aanmerking.

Het pand is gelegen op de hoek van de Barmerweg en de Trekweg op een ruim rechthoekig perceel dat deels is omgracht. Een brug aan de noordzijde (niet beschermd) verleent toegang tot de woning.

Omschrijving

De twee bouwlagen hoge, deels onderkelderde VILLA op nagenoeg rechthoekige plattegrond heeft witgepleisterde gevels op een trasraam van bruine baksteen afgezet met een bruin geglazuurde steen (uitgezonderd de zuidgevel), waarboven een brede rode bakstenen band die doorloopt tot aan de onderdorpels van de vensters. Het pand wordt gedekt door een samengestelde kap met leidekking; één witgepleisterde schoorsteen met rode bakstenen banden op het noordelijk dakvlak; vier pirons op de nokken; overkragende houten goot op klossen; decoratief gekleurd bakstenen fries; gevelband van rode bakstenen. De gevels worden geleed door H-vensters met in het bovenlicht roedenverdeling of glas-in-lood onder een decoratieve natuurstenen latei met onderdorpel van donker geglazuurde steen; alleen in de zuidgevel onderdorpels van rode baksteen.

De voorgevel (noordzijde) wordt geleed door twee topgevels. Aan de linkerzijde bevindt zich een rechthoekige erker met aan de voorzijde een niet-origineel venster (oorspronkelijk bakstenen stijlen) en aan weerszijden een H-venster. Boven de erker een balkon waarin een openslaande deur met zijlichten onder een rood bakstenen segmentboog; gele bakstenen pijlers steunend op de erker. Boven het balkon een toren onder schilddak; aan alle zijden getoogde blinde vensters onder een rood bakstenen rollaag; vier sierpijlers. De entree in portiek onder tentdak is centraal geplaatst; houten paneeldeur met boven- en zijlichten; pijlers van gele baksteen rustend op een rood bakstenen muurtje afgedekt met natuursteen; aan weerszijden van de portiek een houten fries met gekleurd glas-in-lood; hardstenen stoep van vier treden. Boven de entree een houten dakkapel onder zadeldak waarin vier vensters met roedenverdeling. Naast de entree een drie-delig venster met bovenlicht. In de rechter topgevel twee H-vensters met bovenlicht en een drie-delig keldervenster. In de top een drie-zijdige houten erker met vensters met roedenverdeling; opklimmend houten fries en beschot.

In de linker topgevel van de oostgevel twee H-vensters en een ronde erker op een rood bakstenen onderbouw met vensters waarin niet-origineel glas-in-lood. In de top een opklimmend fries van rode baksteen; strakke houten windveren; witgepleisterde tuit; witgepleisterde sierpijler. In het rechter gedeelte twee H-vensters waarvoor een bruin bakstenen terras met bloembakken; stoep van drie treden.

In het rechter gedeelte van de achtergevel (zuidzijde) twee H-vensters. In de krimp aan de linkerzijde drie H-vensters.

Aan de westzijde bevindt zich de nieuwbouw (circa 1938) op rechthoekige plattegrond met witgepleisterde gevels op een bruin en rood bakstenen trasraam onder een plat dak; aan de noordzijde twee H-vensters; aan de zuidzijde een twee-delig venster. Tevens aan deze zijde de niet-originele hals.

Aangebouwd KOETSHUIS op rechthoekige plattegrond met witgepleisterde gevels op een trasraam van bruine baksteen onder een zadeldak waarop niet-originele pannen; één witgepleisterde schoorsteen afgewerkt met rode baksteen; goot op rood bakstenen klossen.

In de voorgevel (noordzijde) een rode bakstenen gevelband, een opklimmend fries van rode baksteen en twee niet-originele garagedeuren onder een latei; erboven een drie-delig venster met bovenlicht; gevelsteen waarin `Anno 1916'; rode bakstenen decoratie die boven de topgevel uittorent; omlijsting van rode baksteen. In de oostgevel twee H-vensters en een opgeklampte houten deur met bovenlicht. Aan de achtergevel (zuidzijde) is een niet-originele kas aangebouwd; in de top een rond venster met roedenverdeling. In de westgevel een T-venster en twee getoogde vensters met roedenverdeling, alle onder bruin bakstenen rollaag.

In het INTERIEUR zijn ondermeer van belang: in het tochtportaal de mozaïeken vloer en de tochtdeuren, in de hal de granieten vloer en de houten trap met Art Nouveau-motieven.

Waardering

Villa met aangebouwd koetshuis van algemeen belang vanwege architectuur- en cultuurhistorische waarde:

- als voorbeeld van een villa uit 1916 in de provincie Groningen in Overgangsarchitectuur met Art Nouveau en Chalet-stijl elementen

- vanwege de bijzondere vormgeving en detaillering en rijke materiaalgebruik

- vanwege de vrij hoge mate van gaafheid van het exterieur en delen van het interieur

- vanwege de bijzondere en beeldbepalende ligging in het dorp Doodstil.