Inleiding

KANTOORWONING ontworpen in 1917 door architect N. Boiten Rzn. in opdracht van de heer B.J. Geling. Het pand dat is opgetrokken in een stijl, die een mengeling is van Overgangsarchitectuur en Rationalisme, is in 1966 verbouwd waarbij de woonkamer doorgetrokken is over de hele lengte van het huis. In de zuidwestgevel is toen een groot venster geplaatst. Tevens is in 1966 een betonnen garage naast het huis gebouwd, die buiten de bescherming valt.

Het pand is beeldbepalend gelegen op de hoek van het Pieter Sneeuwplein met de Stationsstraat, in het als beschermd gezicht aangewezen gebied Tusschendiepen.

Omschrijving

Geheel onderkelderde KANTOORWONING, twee bouwlagen hoog, opgetrokken in een bruine baksteen, die deels gepleisterd is, op een trasraam van roodbruine klinkers, afgezet met een rollaag. Het samengstelde schilddak, gedekt met een roodbruine Friese golfpan, heeft twee hoge gemetselde schoorstenen (een ervan is niet origineel) en een goot op klossen, waaronder een fries van bruine baksteen met een rand van muizentand. De gevels worden geleed door H-vensters met bovenlicht met roedenverdeling en gekleurd glas, onder een strek met gepleisterde aanzetstenen.

De hoofdentree bevindt zich in de noordoostgevel in een uitgebouwd deel (één bouwlaag hoog) met twee afgesnoten hoeken en een plat dak (oorspronkelijk met gemetselde borstwering). De entree bestaat uit een licht getoogde gelakte paneeldeur met ovaal kijkgat, een boogvormig bovenlicht en twee zijlichten, alle met gekleurd glas-in-lood, onder een natuurstenen getoogde hanekam met een uitspringende gebogen bies; voor de entree een vijf treden hoge natuurstenen stoep met aan één zijde een ijzeren leuning met decoratieve stijlen en regels. Boven de entree een licht gebogen gemetselde bekroning waarin een natuurstenen gevelsteen met "1917", en twee kleine rondbogen met een ijzeren hekje erin. Eveneens in het uitgebouwde deel vier H-vensters met bovenlicht met roedenverdeling, onder een strek met gepleisterde aanzetstenen. In de gevel boven de uitbouw, in een doorgetrokken deel met plat dak met goot op klossen, (vernieuwde) openslaande deuren, gescheiden van twee drieruits bovenlichten onder een strek met gepleisterde aanzetstenen door een goot (niet origineel); een dichtgemetseld deel (zat oorspronkelijk een schoorsteen).

Links van de entree een risalerend gedeelte met in het dakvlak twee kleine dakkapellen met gebogen dak en rondboogvenster met roedenverdeling. Aan de noordoostzijde van het risalerende deel een driezijdige erker met aan elke zijde een raam met bovenlicht met geel glas en roedenverdeling, onder een plat dak met houten balkonhek. In de gevel erboven openslaande deuren met dubbel drieruits bovenlicht onder een strek met gepleisterde aanzetstenen. Aan de noordwestzijde op de begane grond een H-venster; op de verdieping twee openslaande vensters.

De noordwestgevel met wolfeind heeft een zijentree in een portiek met segmentboog, waarboven twee open rondboogjes, samengevat onder één rondboog. In het portiek een paneeldeur met bovenlicht met roedenverdeling en rollaag; een gemetselde stoep (vijf treden); in de zijwand van de portiek een natuurstenen brievenbus. Rechts van de portiek een w.c. venster, een dubbel H-venster en een enkel en een dubbel tweeruits keldervenster; op de verdieping twee openslaande vensters; alle vensters hebben een strek met gepleisterde aanzetstenen.

In de zuidwestgevel een openslaand venster, een dubbel tweeruits keldervenster, en op de verdieping een vernieuwd venster. Aan de zuidwestgevel een uitgebouwd deel onder een steekkap met wolfeind; aan de zuidwestzijde een liggend venster (niet origineel), een dubbel tweeruits keldervenster en in de topgevel twee (vernieuwde) vensters; aan de noordwestzijde een staand zesruitsvenster en aan de zuidoostzijde een H-venster en een dubbel tweeruits keldervenster. Aan het uitgebouwde deel een aangebouwd portiek, met twee ijzeren hoekpilaren onder een plat dak op klossen; aan de noordwestzijde een paneeldeur met achtruits deurlicht, rollaag en gemetselde stoep; aan de zuidoostzijde een kelderingang met betonnen stoep; aan de zuidwestzijde een H-venster.

In de zuidoostgevel, op de begane grond vier H-vensters en vier dubbele tweeruits keldervensters; op de verdieping vier openslaande vensters. Alle vensters hebben een strek met gepleisterde aanzetstenen.

Het INTERIEUR valt buiten de bescherming omdat het teveel verbouwd is.

Waardering

Kantoorwoning van algemeen belang vanwege cultuur- en architectuurhistorische waarde

- als voorbeeld van een kantoorwoning uit 1917

- vanwege de opvallende detaillering en het materiaalgebruik

- vanwege de redelijke mate van gaafheid van het exterieur

- vanwege de beeldbepalende ligging aan het Sneeuwplein, in het als beschermd gezicht voorgedragen gebied Tusschendiepen.