Inleiding

HERENHUIS ontworpen in 1911 door de architecten J. Siccama en Zoon in opdracht van de heer H.F. van der Laan te Wildervank. Het huis, dat is opgetrokken in een aan de Um-1800 verwante stijl, verkeert in bijna geheel originele staat. In 1940 zijn de vensters door het opblazen van de brug vlakbij het huis kapot gegaan en voorzien van nieuw, gekleurd glas en glas-in-lood. In het interieur is een groot aantal onderdelen met aan de Art-Nouveau verwante decoraties te zien.

Het pand is beeldbepalend gelegen aan de stille zijde van het Oosterdiep, te midden van een aantal soortgelijke monumentale villa's. Het huis ligt op de hoek met de C.W. Lubberstraat en grenst aan de voorzijde vrijwel meteen aan de openbare weg.

Omschrijving

HERENHUIS opgetrokken in een bruine bezande waalklinker op een gepleisterd trasraam met een geprofileerde gepleisterde bies, dat onder de vensters is doorgetrokken. Het afgeknotte, iets naar binnen geknikte schilddak is gedekt met een zwart geglazuurde tuile du Nord, en heeft vier gemetselde schoorstenen en een kroonlijst met eronder een decoratief gemetseld fries met geglazuurde, uitstekende rand.

De hoofdentree bevindt zich in een doorgetrokken middenpartij in de voorgevel (noordwest) en bestaat uit een gelakte paneeldeur met ovaal deurlicht van geslepen glas, een gebogen kalf en segmentboogvormig bovenlicht van gekleurd glas-in-lood en gekleurde glas-in-loodzijlichten, binnen een portiek met gepleisterde wenkbrauwboog; de wenkbrauwboog heeft een gepleisterde sluitsteen en wordt ondersteund door twee gepleisterde zuilen op een gepleisterde voet; een brede gepleisterde stoep (zes treden) tussen twee gepleisterde muurtjes met vierkante hoekpijlers met afdekplaat. Boven de entree het doorgetrokken geveldeel onder een overstekende steekkap met gepleisterd fronton met fries, waarop het bouwjaar is geschilderd: MCMXI; in het timpaan een halfrond venster; het fronton wordt ondersteund door twee gepleisterde Corinthische zuilen op een gepleisterde piedestal. In het doorgetrokken geveldeel een paar openslaande deuren met spiegelboogvormige deurlichten met roedenverdeling, binnen een gepleisterde omlijsting met voluten en kroonlijst; voor de deuren een Frans balkon (oorspronkelijk een balkon met hek). Aan weerszijden van de entree een dubbel H-venster met glas-in-lood bovenlichten onder een gepleisterde latei en een segmentboog met gepleisterde aanzet- en sluitstenen en gemetselde boogtrommel, en een getoogd keldervenster met diefijzers onder een ingekerfde segmentboog.

In de zuidwestgevel twee dubbele H-vensters en twee keldervensters als aan de voorzijde. In het midden een doorgetrokken geveldeel onder een steekkap (zadeldak), waarin een omlijst, ovalen tweeruitsvenster.

Aan de achtergevel (zuidoost) een middenrisaliet onder een steekkap (schilddak) met een goot op klossen en een gemetseld segmentboogfries; in het risaliet twee deuren (waarvan één niet-origineel) met door roeden verdeelde bovenlichten onder één latei, en een dubbel rondboogvenster met gekleurd glas-in-lood en roedenverdeling. Rechts van het risaliet een paneeldeur met zesruitsdeurlicht tussen twee vierruitsvensters, samengevat onder een latei met drie segmentbogen met gepleisterde aanzet- en sluitstenen en gemetselde boogtrommel. Erboven een zesruitsvenster tussen twee (oorspronkelijk vierruits) vensters. Links van het risaliet een gemetselde serre met aan de zuidwestzijde afgeronde hoeken op een gepleisterd trasraam onder een plat dak met een balustrade, bestaande uit gepleisterde balusters. In de serre, aan de zuidoostzijde, (vernieuwde) openslaande deuren met een vijf treden hoge gepleisterde stoep tussen twee gepleisterde muurtjes, en drie ramen; aan de zuidwestzijde drie ramen; alle ramen en deuren met gekleurd glas-in-lood bovenlicht. In het dakvlak boven de serre een gemetselde dakkapel met zadeldak en fronton, en openslaande terrasdeuren.

In het midden van de noordoostgevel een doorgetrokken geveldeel onder een steekkap (zadeldak), waarin een dubbel H-venster met segmentboogvormige bovenlichten, een getoogd keldervenster met diefijzers, en een omlijst, ovalen tweeruitsvenster met roedenverdeling; rechts ervan een H-venster met glas-in-lood bovenlicht; links ervan een dubbel venster, en een zesruits venster. De vensters op de begane grond hebben alle een latei en een segmentboog met gepleisterde sluit- en aanzetstenen en gemetselde boogtrommel.

In het INTERIEUR zijn onder meer van belang: in vestibule en hal de tochtdeur met deur- en zijlichten in geknikte boogvorm, en bovenlichten met gekleurd glas-in-lood; de houten lambrizering; de bordestrap met leuning met decoratieve spijlen en decoratieve trappalen; de omlijste paneeldeuren met kroonlijst en deurlicht met roedenverdeling en gekleurd glas. In de woonkamer de suitedeuren met zijkasten; de twee zwart marmeren schouwen, waarvan één ingebouwd tussen kasten; het balkenplafond met dwarslatten; de suitedeuren naar de serre. In voormalige slaapkamer het plafond op stro met gepleisterde bloemen en hoefijzers; de schouw van roodgrijs marmer. In de keuken de kastenwand. In de bijkeuken de decoratieve tegelvloer.

Waardering

Herenhuis van algemeen belang vanwege cultuur-en architectuurhistorische waarde

- als voorbeeld van een herenhuis in een variant van de Um-1800 stijl uit 1911

- vanwege de opvallende detaillering en ornamentiek

- als goede representant van het oeuvre van de lokale architecten J. Siccama en Zoon

- vanwege de hoge mate van gaafheid van het exterieur en delen van het interieur

- vanwege de beeldbepalend ligging aan de stille zijde van het Oosterdiep, te midden van een aantal monumentale villa's