Inleiding

Grote vrijstaande VILLA met KOETSHUIS in neoclassicistische stijl in ruime tuin met enkele OUDE BOMEN, gedeeltelijk omsloten door een TUINMUUR. Het pand is in 1852 gebouwd op de plaats van een oudere voorganger, waarvan naar verluidt de kelder nog rest. Opdrachtgevers waren de echtelieden L.H.W. Losecaat Vermeer en G.M. Bosboom de Wildt. Hun nazaten zijn nog steeds eigenaar van het pand. Het koesthuis is in 1906 verhoogd.

Omschrijving

Het geheel gepleisterde pand is opgetrokken op rechthoekige grondslag en telt twee bouwlagen onder een met gesmoorde Muldenpannen gedekt afgeplat schilddak. Tegen de linkerzijde van het huis staat een voormalig koetshuis.

De symmetrisch ingedeelde VOORGEVEL bevat in het midden de entree, bestaande uit een dubbele paneeldeur met glaspanelen achter een gedecoreerd gietijzeren deurrooster en een bovenlicht met levensboom. De entree is gevat in een zandstenen omlijsting met centrelis-motief. Boven de entree bevindt zich een balkon met smeedijzeren balustrade, toegankelijk via een 4-ruits stolpdeur met gedeeld bovenlicht. De toegang is gevat in een omlijsting. Links en rechts heeft de gevel een brede risaliet met op de begane grond twee 8-ruits en op de verdieping twee 6-ruits Empirevensters. De vensters op de begane grond bevatten een gedecoreerde luikkast, de luiken zijn niet meer aanwezig. De risalieten eindigen in aangekapte schilddaken. De twee voorschilden hebben elk een dakkapel met wangen en een driehoekige beëindiging en 2-ruits stolpramen. De gevel heeft een waterlijst ter hoogte van de lekdorpels van de vensters op de verdieping en wordt afgesloten met een hoofdgestel, waarachter een bakgoot.

De voorgevel van het koetshuis bevat in het midden op de begane grond een brede toegang met dubbele houten deuren. De verdieping heeft boven een cordonlijst twee T-vensters.

De LINKER ZIJGEVEL heeft op de begane grond geheel links een 8-ruits Empirevenster en in het midden onder twee kleine enkelruits vensters en daarboven een 2-ruits stolpvenster. De verdieping heeft links van het midden een 6-ruits Empirevenster en rechts daarvan een zeer klein enkelruits venster.

Tegen de linker zijgevel van het koetshuis staat een lage aanbouw onder een lessenaarsdak, die gedeeltelijk is ingebouwd in het talud van een stuifduin.

De symmetrisch ingedeelde ACHTERGEVEL bevat in het midden een stolpdeur met glaspanelen en een bovenlicht met levensboom. Rechts van de deur heeft de gevel een hardstenen zogenaamde eerste steen met inscriptie `1852' en 'L:H:W:Losecaat Vermeer / en / M:G:Bosboom de Wildt'. De steen is verder versierd met takjes. Ter weerszijden van de deur bevinden zich twee 8-ruits Empirevensters. De verdieping heeft vijf 6-ruits Empirevensters. De gevel wordt afgesloten met een hoofdgestel waarachter een bakgoot. Het dakschild heeft twee dakkapellen met wangen en een driehoekige beëindiging en 2-ruits stolpramen.

De achtergevel van het koetshuis bevat op de begane grond drie halfronde stalramen, waarvan de twee linker naar onderen zijn verlengd. De verdieping heeft boven een cordonlijst drie vensters, van oorsprong 6-ruits Empirevensters. Bij de twee rechter vensters is de roede uit het bovenlicht verwijderd.

De RECHTER ZIJGEVEL bevat links op de begane grond een loggia. De zijwanden hebben een gecementeerde borstwering met daarboven een pui bestaande uit drie 6-ruits glaspanelen met halfrond afgesloten bovenlichten tussen geornamenteerde stijlen. De loggia wordt afgesloten met een zware kroonlijst. Boven de loggia bevindt zich een balkon, toegankelijk via een deur met 2-ruits bovenlicht. Rechts heeft de gevel op de begane grond een 8-ruits en op de verdieping een 6-ruits Empirevenster met persiennes. De persiennes op de begane grond hebben onderin een afzonderlijk te openen gedeelte. De gevel wordt afgesloten met een hoofdgestel waarachter een bakgoot.

Het INTERIEUR is nagenoeg intact en bevat onder meer een kelder met platte kruisgewelven, een vrijwel oorspronkelijke keuken met onder meer terrazzo aanrechtblad, diverse stookplaatsen met houten of marmeren mantels, luiken voor de ramen en stucplafonds met geornamenteerde middenornamenten. Eén van de kamers boven het koetshuis bevat een behang beplakt met een zeldzame collectie laat 19de en vroeg 20ste eeuwse plaatjes uit tijdschriften en dergelijke.

De tuin wordt gedeeltelijk omsloten door een oorspronkelijke tuinmuur afgedekt met een ezelsrug. Er is een toegang geflankeerd door kolommen met een natuurstenen afdekking. Van de bomen kan genoemd worden een bruine beuk, die is geënt op een groen beuk. De tuin bevat onder meer een siertuin en een moestuin.

Waardering

Villa met voormalig koetshuis en tuinmuur uit 1852 in neoclassicistische stijl.

- Van architectuurhistorische waarde als goed en gaaf bewaard voorbeeld van een grote villa met ornamentiek beïnvloedt door het neoclassicisme. Het pand valt op door hoogwaardige esthetische kwaliteiten, zoals de rijke ornamentiek. Karakteristiek zijn onder meer de onderdelen in het interieur. Er is sprake van een ensemblewerking als onderdeel van de bebouwing langs dit gedeelte van de Silvoldseweg, waarbinnen het pand behoort tot de omstreeks 1900 gangbare herenhuizen, welke samen met de oudere en latere typen en stijlen goed de ontwikkeling van de bouw van villa's weergeven.

- Van stedebouwkundige waarde door de situering aan de Silvoldseweg. De weg bezit in dit gedeelte nog enkele in vrij gave staat bewaard gebleven historische huizen, die een aantrekkelijk en waardevol straatbeeld vormen.

- Van cultuurhistorische waarde als herkenbaar element uit een maatschappelijke ontwikkeling. Het pand is gebouwd als huisvesting voor de nieuwe en kapitaalkrachtige elite, die zich bij voorkeur vestigde op ruime kavels langs de uitgangswegen aan de rand van de stad.