Inleiding

Tegen de oostelijke gevel van vleugel (1) is tussen 1901-'03 een onderkelderde KLOOSTERVLEUGEL gebouwd, naar een ontwerp van J. Kayser uit Maastricht. Het langgerekte gebouw is uitgevoerd in sobere neogotiek. Het bevatte op de begane grond de nieuwe wasserij, en de keuken en op de etage de bibliotheek en verschillende cellen. In het gebouw was het noviciaat gevestigd. Op 19 september 1901 startten de werkzaamheden. Op 25 juni 1903 werd het gebouw ingezegend.

Omschrijving

De vleugel heeft een rechthoekige plattegrond en telt drie bouwlagen. Het gebouw wordt gedekt door een schilddak met muldenpannen en zinken pirons. De bakstenen voor- en achtergevel tellen elk acht vensterassen en worden afgesloten door een dubbele tandlijst met muizetandlijst. Op de eerste etage zijn T-schuifvensters met gedeeld bovenlicht toegepast, op de tweede T-openslaande vensters. Alle vensters hebben segmentboogstrekken. Tegen de achtergevel is een drielaags, bakstenen toren geplaatst, met een vierkante plattegrond en een tentdak met lei in Maasdekking. In de toren zijn privaten ondergebracht. De oostelijke gevel heeft één vensteras, terwijl de westelijke aansluit op de trappehal van vleugel (1).

Van belang zijn de paneelluiken aan de binnenzijde van de vensters en de eenvoudige stucplafonds. Op de begane grond ligt de gang tegen de achtergevel, terwijl op de etage de gang in het midden, tussen de cellen is gelegen. Het grootste deel van het pand is onderkelderd. Onder het westelijke deel van de vleugel liggen een achttal kelderruimtes, overkluisd met troggewelven.

Waardering

De kloostervleugel is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een geestelijke ontwikkeling, namelijk de bloei van orden en congregaties in de negentiende eeuw en is tevens van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van het contemplatieve klooster.

Het is architectuurhistorisch van belang vanwege de stijl en het bijzondere materiaalgebruik, het is tevens van belang vanwege de plaats in het werk van de architect Kayser. Het heeft ensemblewaarden vanwege de samenhang van klooster, kapel, tuin en economiegebouwen. Het is tevens van belang in samenhang met de gaafheid van de omgeving, waar ook het reeds eerder beschermde kapucijnenklooster is gelegen.