Omschrijving

LOS HOES in de achttiende eeuw verbouwd tot HALLEHUISBOERDERIJ waarvan de deel gewijzigd is in 1853. De boerderij bestaat uit een bouwlaag en een hooizolder afgesloten door een zadeldak op de nok gedekt met riet met gemetselde nokvorstpannen. Op de nok bevindt zich een bakstenen schoorsteenschacht van de schouw in het voorhuis. De rest van het zadeldak is grotendeels gedekt met Hollandse pannen. De gevels zijn opgetrokken in rode baksteen in kruisverband. De boerderij is opgedeeld in een voor- en achterhuis, respectievelijk woon- en bedrijfsgedeelte. De plattegrond van het voorhuis bestaat uit een centrale kamer met schouw, met links daarvan een keuken in de nieuwe aanbouw, en rechts twee kamers. De plattegrond van het achterhuis is één ruimte met waarschijnlijk een ankerbalkgebint, waarin zich de stallen bevinden.

De a-symmetrische VOORGEVEL van de boerderij heeft een groen geschilderde beschoten topgevel met windveren bekroond door een geveltopteken. Het rechterdeel van het voorhuis is opgewipt en gedekt met muldenpannen. Onder het beschot is het jaartal 1798' in muurankers aangebracht op de gevel. Links op de begane grond bevindt zich een houten opgeklampte deur met tweeruits bovenlicht aan de bovenzijde afgesloten door een rollaag. Rechts van de deur bevinden zich drie zesruits schuiframen met gepleisterde lekdorpels, aan de boven- en onderzijde afgesloten door een rollaag. De vensters zijn aan weerszijden geflankeerd door houten opgeklampte luiken. Links van de deur bevindt zich de halfsteens aanbouw met plat dak.

De recente aanbouw bevindt zich rechts in de LINKERZIJGEVEL en beslaat de zijgevel van het voorhuis. Links van de aanbouw bevindt zich het stalgedeelte met twee houten opgeklampte deuren afgesloten door een segmentboogvormige rollaag en bakstenen onderdorpel afgewisseld met ijzeren rondboogvormige stalramen met vorktracering omsloten door een bakstenen rollaag. In het dakschild bevinden zich twee oorspronkelijke dakramen.

Centraal in de symmetrische ACHTERGEVEL bevindt zich een diepe onderschoor afgesloten door een liggende ellipsvormige boog met wit gepleisterde aanzetstenen en een decoratief gepleisterde, symbolische sluitsteen. De houten opgeklampte dubbele deeldeuren zijn gescheiden door een middeler met middelerteken. Aan weerszijden van de deel bevinden zich meerruits rondboogramen met ijzeren vorktracering met wit gepleisterde aanzet-en sluitstenen in de rollaag en een terracotta lekdorpel. Uiterst links en rechts bevindt zich een houten opgeklampte deur afgesloten door een rondboogvormige strek met wit gepleisterde aanzet- en sluitstenen en bakstenen onderdorpel. De topgevel met windveren en geveltopteken is beschoten met groen geschilderd hout waarin centraal een tweedelig luik is aangebracht. Onder het beschot bevinden zich vier muurankers horizontaal verdeeld over de gevel met vlechtingen aan de buitenzijden. Links in de RECHTERZIJGEVEL is duidelijk het opgewipte deel van het voorhuis te zien met twee vierruits schuiframen gevat in houten kozijnen met verticale vellingkanten aan weerszijden geflankeerd door houten opgeklampte luiken. In de achtergevel van het opgewipte deel bevindt zich een rondboogvormig stalraam met vorktracering. Links in het rechterdeel bevindt zich een vierruits stolpraam in een kozijn met velling geflankeerd door luiken. In het rechterdeel van de rechter zijgevel bevinden zich drie houten geklampte mestdeuren afgesloten door een segmentboogvormige rollaag afgewisseld door twee spinnekop- en twee stalramen met vorktracering.

Het INTERIEUR van de voorkamer is volledig intact. Via verervingen is het onroerende en roerend goed bewaard gebleven. Centraal in de voorkamer bevindt zich een bijzonder gaaf bewaarde schouwpartij met achttiende eeuwse haardplaat, hardstenen tableau met schelpmotieven waarin de initialen en het jaartal 1784 is vermeld. Tegen de deels lemen scheidingsmuur bevinden zich de oorspronkelijke deuren van de glazen kasten en voormalige bedstede met houtnerfbeschildering. In de kastenwand is een ruempelklok (1755) opgenomen. De lambrizering van de kamer is volledig betegeld (paarse tegels waarop een omcirkelde vaas met bloemen) waarin met behulp van twee keer vier tegels een tegeltableau is gemaakt van boer met koe; boerin met koe. De vloer is betegeld met zwarte en okerkleurige tegels in ruitpatroon. Het plafond bestaat uit een constructie van moerbalken en kinderbinten. De stallen zijn deels gemoderniseerd.

Waardering

HALLEHUISBOERDERIJ daterend uit het einde van de achttiende en de tweede helft van de negentiende eeuw.

- Van architectuurhistorische waarde als gaaf bewaard voorbeeld van een hallehuisboerderij met bijzonder gaaf bewaard ex-en interieur. Kenmerkend voor dit type boerderij is de onderschoor met middeler en middelerteken en de beschoten topgevels. Daarnaast is een bijzonder fraaie sluitsteen met symbolische betekenis boven de deeldeuren aangebracht.

- Van stedenbouwkundige waarde als onderdeel van het boerderijcomplex karakteristiek gelegen in het agrarisch landschap, buiten de bebouwde kom van Noordijk.

- Van cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een gaaf bewaarde hallehuisboerderij die deel uitmaakt van een complex, als zodanig illustratief voor het leven op het platteland omstreeks de eeuwwisseling. Van bijzondere waarde is het zeer rijke interieur met verervingen vanaf de achttiende eeuw.