Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
516002
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82651/34
Kadastrale aanduiding
Heiloo B 3142
Kennemerstraatweg 434, 1851 BL te Heiloo

Omschrijving

Inleiding

Op ruime afstand ten oosten van de Kennemerstraatweg op het landgoed Ter Coulster gelegen STOLPBOERDERIJ 'Betsy's Hof' uit 1913 met WATERPUT. Deze Noord-Hollandse stolp met staart (staluitbouw) is gebouwd ter vervanging van een oostelijker gelegen voorganger. Opdrachtgever was mr. Bartout van der Feen de Lille, eigenaar van het landgoed Ter Coulster. De witgesausde boerderij met zijn markante hoofdvorm is opvallend gesitueerd op de grens van het bos van Ter Coulster en de weilanden ten zuiden daarvan. In tegenstelling tot zijn traditionele architectuur en indeling heeft de stolpboerderij een voor die tijd moderne Zuid-Hollandse stal (de koeien staan met hun koppen naar het middenpad toe) met een betonnen vloer en een ventilatiesysteem in het gemetselde en op ijzeren I-balken rustende plafond. Zowel het exterieur als het interieur verkeren nog vrijwel in de oorspronkelijke staat. Op het erf achter de boerderij staat een waterput.

Beschrijving

Op vierkant grondplan gebouwde stolpboerderij onder een tentdak waartegen een lager zadeldak boven de staluitbouw links (Z) tegen de achtergevel. Beide daken worden gedekt met gesmoorde Hollandse pannen. De steens muren zijn gemetseld in rode machinale baksteen Waalformaat in kruisverband en sinds lang, vermoedelijk al vanaf de bouw, wit (onderaan zwart) gesausd. Boven de gevels loopt een houten bakgoot op geprofileerde klossen. De roedenvensters hebben houten lekdorpels, de stalvensters lekdorpels van afwaterend gemetselde bakstenen op zijn kant.

De voorgevel (W) heeft zowel in het midden als links twee twintigruits schuifvensters. Ter weerszijden van de twee middenramen zit bovenin de gevel ter hoogte van de vroegere bedsteden een klein valraampje. Onder het rechter is een jaartalsteen (1913) ingemetseld. Rechts in de voorgevel bevindt zich een zestienruits schuifvenster en links hiervan de vernieuwde voordeur (circa 1980) waarboven een gewelfd kalf en een vierruits bovenlicht. Het voorschild heeft twee kleine gietijzeren legramen en bovenin een schoorsteen van rode machinale baksteen Waalformaat in halfsteens verband. De lange rechterzijgevel (Z) telt zeven paar getoogde zesruits stalvensters van gietijzer, per paar om en om met of zonder drieruits valraam bovenin. Tussen het vierde en vijfde paar van links bevindt zich een getoogde opgeklampte staldeur. Op het zijschild staan drie ventilatiekanalen (de vierde ter hoogte van de staart is tussen 1989 en 1997 verdwenen) van platvol gevoegde rode machinale Waalsteen in halfsteens verband waarop een dekplaat van grindbeton.

De linkerzijgevel (N) wordt door twee lisenen in drieën gedeeld. In het midden bevindt zich een getoogde opgeklampte staldeur tussen twee stalvensters als bovengenoemd (de linker met drieruits valraam). Links zitten nog twee van dergelijke stalvensters, en in het rechter muurdeel een twintigruits schuifvenster als voor. Rechts in de achtergevel (O) is de terugliggende opgeklampte dubbele darsdeur aangebracht. Links hiervan zit een opgeklampte achterdeur waarvoor een gemetselde stoep van twee treden (rode waalsteen), en daarnaast een zestienruits schuifvenster waaruit de roeden verwijderd zijn. Bovenin het achterschild staat een schoorsteen als voor. De symmetrische staartgevel links telt drie getoogde opgeklampte staldeuren waartussen een stalvenster als in de zuidgevel. Op de eerste verdieping bevindt zich een getoogde en opgeklampte dubbele deur voorzien van twee vierruits raampjes. Boven de deur is een hijsbalk met ijzeren haak aangebracht en ter weerszijden een gietijzeren rondvenster waarin acht radiaalroeden rond een cirkelvormige roede. Het zadeldak heeft boven de staartgevel een overstek. In de noordgevel van de staart zitten twee paar stalvensters als genoemd, het rechter paar met drieruits valramen. De stolpboerderij heeft een traditionele indeling met als houten draagconstructie een vierkant waaromheen aan de noordzijde de dars, aan de zuidkant de lange regel, en daartussen op het oosten een onderkelderde kaaskamer. Naast de lange regel die zich uitstrekt vanaf de voorgevel tot en met de staart liggen aan de voorzijde van de boerderij twee kamers: een woonkamer middenvoor en een (slaap)kamer linksvoor. Beide vertrekken zijn ongeveer vierkant en voorzien van een houten vloer, omlijste paneeldeuren en een balkenplafond waarvan de balken (ca. 22 x 7 cm) voorzien zijn van een kwartrond hoekprofiel (de muren zijn behangen). De woonkamer is vanuit de lange regel bereikbaar via een halletje met links hiervan een in XXb tot keukentje verbouwde bedstede, en rechts een houten trap naar de twee kleine slaapkamers boven de woonkamer. In de woonkamer is de dubbele paneeldeur van de vroegere bedstede nog aanwezig. Tegen de achtermuur van de woonkamer bevindt zich een gepleisterde schouw met boven de (met tegeltjes dichtgezette) stookplaats een houten kroonlijst. De kamer linksvoor is vanuit de woonkamer bereikbaar via een tweede halletje met links hiervan een omstreeks 1950 tot wc verbouwde bedstede, en rechts een dubbele vitrinekast met zowel aan de kant van laatstgenoemde kamer als de woonkamer een dubbele zesruits glazen deur boven een lage dubbele paneeldeur. Ter weerszijden van het schuifvenster in de noordmuur van de kamer linksvoor zit een vaste kast met dubbele paneeldeur.

De darsvloer is volledig bestraat met rode machinale waalsteen in halfsteens verband met rechts achterin een ondiepe grup die bestemd was voor de twee werkpaarden. Ook de tegen de achtermuur bevestigde ijzeren hooiruif, de betonnen haverbak daaronder en het zijschot van horizontale delen zijn nog aanwezig. Tussen het vierkant en de dars is een schot aangebracht van vertikale delen; rond de rest van het vierkant loopt een gepleisterde muur waarin aan de kant van de lange regel twee schuifdeuren (paneeldeuren aan hangrollen). De onderkelderde kaaskamer middenachter heeft een betonnen vloer, balkenplafond en gepleisterde muren waarin een opgeklampte deur naar de dars en de stal. Tegen de achtermuur van de kaaskamer bevindt zich een gepleisterde schouw met geprofileerde houten bordenlijst. De kelder onder de kaaskamer is niet meer toegankelijk. De stal heeft gepleisterde muren en een betonnen vloer met een middenpad waarlangs voerbakken en een grup met zijpad langs de zijmuur. In tegenstelling tot de bij stolpboerderijen gebruikelijke Noord-Hollandse opstelling - de koeien met hun koppen naar de buitenmuur - is hier dus gekozen voor de Zuid-Hollandse opstelling. Voorbij het dwarspad ter hoogte van de staldeur in de rechterzijgevel kunnen ook links koeien staan. In dit brede achterste staldeel staan ter weerszijden van het middenpad twee rijen ijzeren palen waarvan de zuidelijke rij doorloopt tot aan de voorgevel. Op deze palen rusten ijzeren langsbalken met I-profiel waarop kleinere ijzeren dwarsbalken eveneens met I-profiel zijn opgelegd. Laatstgenoemde dragen het plafond dat is samengesteld uit hol en dol op elkaar aansluitende rechthoekige blokken van geel aardewerk die vocht doorlaten. De koeiendamp mondde via holten in de blokken uit in een van de vier overdwars in het plafond aangebrachte ventilatiekanalen. Ter plaatse van deze kanalen die aansluiten op de schoorstenen boven de zuidgevel is het plafond enigszins verlaagd. De plafondblokken zijn aan de bovenzijde dun afgestreken met cement. Onder de dakpannen is overal riet aangebracht behalve bovenin het zuidelijke dakschild. De vierkante rookkanalen in de kap zijn gepleisterd.

Achter de boerderij staat op enkele meters van de deur naast de darsdeur een kleine vierkante waterput van gele handvormsteen IJsselformaat waarop een betonnen dekplaat met ronde opening.

Waardering

De stolpboerderij met waterput is van algemeen belang wegens cultuur- en architectuurhistorische waarde als gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een Noord-Hollandse stolpboerderij uit het eerste kwart van de twintigste eeuw. De stolp heeft situationele waarde vanwege de markante ligging op de grens van strandwal en strandvlakte en ensemblewaarde als onderdeel van het landgoed Ter Coulster.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Nee Boerderijen, molens en bedrijven Boerderij (M) Waterput met haal zonder haal
Nee Voorwerpen op pleinen en dergelijke Erfscheiding(D) Toegangshek twee pijlers
Ja Boerderijen, molens en bedrijven Boerderij (M) Boerderij(M1) Noordhollandse type

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1913
1913
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Boerderijen, molens en bedrijven Boerderij (M) Stolpboerderij

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
ambachtelijk-traditionele bouwtrant
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
van der Feen de Lille, mr Bartout ; Noord-Holland
opdrachtgever