Inleiding

ATELIERWONING uit 1924, gebouwd naar ontwerp van de Schoorlse architect K.P. Zuurbier in een door de Amsterdamse School beïnvloede vormgeving. Opdrachtgever was de kunstschilder Frans Huismans, die behoorde tot de Bergense School.

Omschrijving

Symmetrisch pand van één bouwlaag, samengesteld uit een nagenoeg vierkant middenvolume onder een zadeldak met de noklijn haaks op de weg, en ter weerszijden smalle risalerende zijvolumes onder plat dak met overstek. Het zadeldak is met rode verbeterde Hollandse pannen gedekt en heeft boven de voorgevel een wolfseind. De gevels zijn opgetrokken in miskleurige en misvormde Waalstenen (deels met gesinterde koppen) in halfsteens verband met terugliggende voeg. Zowel onder als boven de vensters bevindt zich een steens rollaag die als omgaande rollaag (de onderste halfsteens) is voortgezet in alle gevels. Halverwege de nok van het afgewolfde zadeldak staat een lage rechthoekige schoorsteen en rechts onderaan het noordoostelijke dakschild een vierkante schoorsteen.

In het midden van de voorgevel (NW) bevindt zich een driedelig venster, bestaande uit een breed raam met horizontale roedenverdeling tussen twee smalle zijlichten (het linker openslaand, het rechter vast). De vensters in de risalerende zijvolumes bestaan uit een raam met horizontale roedenverdeling en aan de buitenzijde een smaller openslaand raam. De hoeken van de zijvolumes zijn geaccentueerd door overhoeks uitgemetselde strekken. De rechterzijgevel (ZW) bevat rechts een liggend driedelig venster (twee vaste ramen en links een openslaand raam) en in de risalerende linker gevelhelft een liggend vierdelig venster (om en om een vast en een openslaand raam). Boven en onder deze twee vensters is in het metselwerk een band van van anderhalve steen hoogte aangebracht.

In het risalerende rechter gedeelte van de linkerzijgevel (NO) bevindt zich links een horizontaal in tweeën gedeelde opgeklampte voordeur met in de bovendeur twee vierruits raampjes. Rechts een driedelig keukenvenster bestaande uit een middenraam met horizontale roedenverdeling geflankeerd door een vast (l) en een openslaand (r) zijraam. De smalle zuidoostzijde van het risalerende geveldeel is voorzien van een klein valraam. Rechts in het linker geveldeel bevindt zich een opgeklampte deur naar het vroegere kolenhok. In het midden van de achtergevel (ZO) een dubbele terrasdeur met in beide deurvleugels een zesruits raam, en ter weerszijden een venster als in de voorgevel. De topgevel heeft eenvoudige windveren die eindigen in een makelaar met decoratieve krul, rustend op uitkragend metselwerk. Het interieur verkeert nog grotendeels in de oorspronkelijke staat en bevat onder meer; houten paneeldeuren, vloeren en dito plafonds in het atelier en de omliggende woonvertrekken, ter weerszijden van het verhoogde middenplafond van het atelier opgekrulde balkeinden, in de achterwand van het atelier vier vaste kasten, in de hal en de keuken een vloer van rode plavuizen in ruitpatroon, in de achterwand van de woonkamer middenachter een gemetselde haardwand van miskleurige Waalsteen in halfsteens verband en daarboven een houten boezem met bordenplank. De zolder heeft een met liggende delen beschoten sporenkap.

Waardering

De atelierwoning is van algemeen belang wegens architectuur- en cultuurhistorische waarde als zowel uit- als inwendig grotendeels gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een atelierwoning in Amsterdamse Schooltrant uit de jaren twintig van de twintigste eeuw. Als woon- en werkplaats van de kunstschilder Frans Huismans is het pand tevens illustratief voor Schoorl als kunstenaarsdorp.