Inleiding

Het WOONHUIS in Chaletstijl is rond 1880 tot stand gekomen in opdracht de eigenaar van een scheepswerf. In 1924 werd een serre aangebouwd voorzien van glas-in-lood in de bovenlichten met daarboven een loggia. Ook werden de spitsboogvormige vensters vervangen door rechtgesloten vensters met luiken.

Het pand ligt in het industriële gebied buiten de bebouwde kom van Ridderkerk en is buitendijks aan de dijk gebouwd. Het huis heeft een ERFSCHEIDING in de vorm van een bakstenen muurtje met pilonen en natuurstenen afdekplaten.

N.B. In de jaren vijftig werd oostelijk van het pand, in stijl, een garage aangebouwd die voor bescherming van ondergeschikt belang is.

Omschrijving

Tweelaags pand met een rechthoekige plattegrond vanaf een natuurstenen gebosseerde plint opgetrokken in rode baksteen (kruisverband) met speklagen van gele verblendsteen. De wanden op de verdieping bestaan uit gerabatte crèmekleurige delen met donkerrode groeven. Het overstekende zadeldak is gedekt met rode geglazuurde Hollandse pannen en wordt gedragen door gesneden korbelen; boven een deel van de linker gevel (west) is het dakschild verlengd. Langs de geprofileerde dakrand zijn sierlijk gesneden windveren aangebracht; op beide nokken staan makelaars. Op de begane grond hebben de dubbele vensters tweeruits bovenlichten, luiken met een zandlopermotief en natuurstenen onderdorpels. Op de verdieping zijn de vensters voorzien van zij- en bovenlichten en houten kasten voor de zonwering.

Voorgevel (zuid) voorzien van twee vensters op de begane grond. Op de verdieping twee vensters met aan de boven- en onderzijde pseudo-vakwerk dat door een houten fries met siersnijwerk met elkaar wordt verbonden. De linker zijgevel (west) heeft aan de rechter zijde een vijfzijdige erkervormige uitbouw onder een vijfzijdig schilddak. In alle zijden van de erker zijn vensters geplaatst onder bovenlichten met glas-in-loodvulling. Boven de erker, onder het verlengde dakschild een gemetselde loggia. Links naast de erker op de begane grond de entree bestaande uit een paneeldeur met een staand venster verdeeld door ladderroeden onder een bovenlicht. Voor de entree enkele hardstenen stoeptreden, boven het bovenlicht een strek met siermetselwerk in gele verblendsteen. Op de verdieping een omgaand balkon met een gesneden houten balustrade met daarachter een venster en een deur. Tevens twee nissen met schouderboogjes achter houten roosters.

Achtergevel (noord) had oorspronkelijk tuindeuren. Op de verdieping een balkon dat tot aan de helft van de rechter zijgevel (oost) doorloopt. Drie vensters en een kleiner venster in de geveltop. Tussen de eerste en de zolderverdieping is een houten fries met siersnijwerk aangebracht.

In de rechter zijgevel (oost) een venster onder een tweeruits bovenlicht en een tussenlid dat leidt naar de naastgelegen garage.

INTERIEUR

De oorspronkelijke constructie van het pand is intact gebleven. Bij modernisering in de jaren '30 van de 20e eeuw, zijn enkele interieuronderdelen toegevoegd. Vermeldenswaardig zijn onder meer de gang met marmeren vloer, woonkamer met twee nissen met daartussen een marmeren schouw en ingebouwd dressoir, paneeldeuren, parketvloer in studeerkamer, en bordestrap met houten balusters.

Waardering

De voormalige woning bij een scheepswerf, gebouwd aan het eind van de vorige eeuw is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een woning bij een voor deze streek karakteristieke industrietak.

Woonhuis van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde vanwege de rijke vormgeving in Chaletstijl. Het pand is gaaf in hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering. Het interieur bezit tevens enkele waardevolle onderdelen.

Het woonhuis is van stedenbouwkundige belang vanwege de beeldbepalende situering aan de dijk in een gebied dat van oudsher door havenindustrie gekenmerkt wordt.