Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
516111
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82995/188
Kadastrale aanduiding
Lisse C 5038
Stationsweg 57, 2161 AM te Lisse
Stationsweg 59, 2161 AM te Lisse

Omschrijving

Inleiding

Voormalig, in opdracht van de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij gebouwd stationscomplex aan het traject Leiden-Haarlem. Het bij een spoorwegovergang staande STATIONSGEBOUW is gebouwd in 1904-1905, waarschijnlijk naar een ontwerp van de architect D.A.N. Margadant, die elders in het land vergelijkbare stationsgebouwen in een aan de Art Nouveau verwante stijl heeft gebouwd en van ca.1870 tot 1909 bij de H.IJ.S.M. als architect en opzichter werkzaam was. Kenmerkend voor het station in Lisse is de ver doorgevoerde asymmetrie en het afwisselende materiaalgebruik (baksteen, natuursteen en houtwerk).

Door tegenwerking van landgoedeigenaren was de H.IJ.S.M. genoodzaakt om het station te bouwen op enige afstand afstand van Lisse, in het gehucht Halfweg. Het gebouw was voorzien van wachtruimtes der eerste en tweede klasse, een plaatskaartenkantoor met loketten en een bovenwoning voor de stationschef. Door de grote afstand tussen Lisse en het station werd er te weinig gebruik van gemaakt door reizigers, waardoor het in 1945 als halteplaats uit de dienstregeling werd geschrapt. Daarna diende het station nog jarenlang onder de naam 'Lisse-Keukenhof' als stopplaats gedurende het bollenseizoen. In 1995 kreeg het voormalige stationsgebouw een horecafunctie met behoud van de karakteristieke elementen aan het exterieur en in het interieur.

Omschrijving

Vanuit een langwerpige plattegrond in baksteen opgetrokken, asymmetrisch en uit drie bouwdelen samengesteld stationsgebouw met een hoog opgaande middenpartij (twee bouwlagen) onder een met bouletpannen gedekt wolfdak en twee eenlaagse vleugels onder schilddak met "uilebord", eveneens gedekt met bouletpannen. Middels een poort is het gebouw verbonden aan een op rechthoekige grondslag opgetrokken bakstenen privaatgebouwtje van één bouwlaag onder een met bouletpannen gedekt schilddak met gemetselde schoorstenen op de nokeinden. De gevels worden geleed door (samengestelde) venster- en deurpartijen met roeden en beëindigd door iets uitkragende gootlijsten op klampen; gevelaccenten en details van natuursteen, onderdorpels van geglazuurde tegeltjes met hardstenen hoekstenen.

Gevel aan wegzijde heeft in de middenrisaliet een excentrisch geplaatste entree in een grotendeels open portiek met hardstenen trap, opening aan voorzijde met segmentboog in natuurstenen latei en een vierlicht met roedenverdeling, eveneens onder natuurstenen latei; aan de zijkant van portiek een borstwering van natuursteen met gemetselde balusters onder een opening met segmentboog in natuurstenen latei en tweelicht met roedenverdeling en latei als die in de voorgevel. De toegangsdeur met roeden in het deurraam staat tussen een afgeknotte rondboog vormende zij- en bovenlichten met roedenverdeling. Boven de entree een loggia met vierkante gevelopening met een rand van geglazuurde grès en een rechte strek met hardstenen aanzetstenen; in de loggia een gewijzigd venster en deur. Links van de entree een vensteras met een rechtgesloten keldervenster met diefijzers onder een hardstenen latei en een segmentboogvormige ontlastingsboog; daarboven een hoog in de gevel staand tweelicht met gemetselde middenstijl, onderdorpel van groen geglazuurde grès en hardsteen en bovenramen met roedenverdeling onder hardstenen latei en segmentboogvormige scheiboog; hier pal boven een identiek venster onder strekken met hardstenen sluit- en aanzetstenen; in het dakschild een dakkapel met tweeruits-venster en lessenaardak.

Afgesnoten linker hoek van de risaliet met een onder een tromp staand venster als die in de linker travee van de voorgevel. In de zuidelijke kopgevel, tussen de afgesnoten hoek en de oorspronkelijk voor goederenopslag dienende zuidvleugel, een toegangsdeur naar de bovenwoning, die staat boven een trapje van gele baksteen. Verder een klein verdiepingsvenster, een tweelicht op de zolderverdieping en een bord met de aanduiding 'LISSE-KEUKENHOF'.

De eenlaagse zuidvleugel onder een door korbelen gesteund dakoverstek heeft aan de straatzijde een voor een laad- en losdeur geplaatst bord tussen hardstenen hoekstenen en een segmentboog met zandstenen aanzetstenen; in de zuidelijke kopgevel een breed, drie-delig venster met roedenverdeling en in de dakpunt een "uilebord" met roedenverdeling; de spoorzijde heeft een dubbele deur met stolpnaald onder segmentboog met zandstenen aanzetstenen. De deuren staan tussen afgeronde hoeken met hardstenen hoekstenen aan de onderkant. De lekdorpel boven de deur is voorzien van een waterhol.

De aansluitende hoog opgaande middenpartij aan de spoorzijde met nieuw opgemetselde uitbouw, waarin drie deuren onder vierruits bovenlichten. De vensters in de ondiepe zijgevels van deze uitbouw zijn voorzien van roedenverdeling in de onderramen. Links hiervan een eveneens tussen zij- en bovenlichten met roedenverdeling geplaatste deur (tussen het perron en en het voormalige kantoorgedeelte), hierboven een tegeltableau met 'LISSE' en op de woonverdieping een grote, zesruits-vensterpartij en een kleiner venster; in het dakschild een gemetselde schoorsteen en een dakkapel met tweeruits-venster onder een lessenaardakje. De noordelijk kopgevel van de verdieping met gepleisterde velden in een top met vakwerk en een tweelicht met roedenverdeling in de bovenramen.

De eenlaagse noordvleugel heeft aan spoorzijde twee entreeparijen voor de wachtkamers van de tweede (links) en de eerste klasse (rechts), die identiek zijn aan de entreepartij in de hoog opgaande middenpartij; in het dakschild een waarschijnlijk toegevoegde dakkapel met plat dak. Blinde kopgevel met 'Lisse' in geschilderde letters; in het dakschild een "uilebord" met roedenverdeling en glas. De gevel aan wegzijde heeft twee grote vensters met roedenverdeling onder rechte strekken met aanzetstenen. Het onderste deel van het linker venster is dichtgemetseld. Tussen de vleugel en de risaliet een onder natuurstenen tromp staande afgesnoten hoek met een venster per bouwlaag.

Het privaatgebouwtje heeft aan de zuidzijde een open loggia die met houtwerk is afgewerkt.

INTERIEUR Het interieur is in vrijwel oorspronkelijke staat bewaard gebleven. Achter de entree en evenwijdige met de weg lopende gang met tegelvloer.

Gangwanden tot ca. anderhalve meter hoogte bekleed met tegels, waarvan de boven- en onderranden zijn voorzien van gesjabloneerde decors. De bovenste delen van de wanden zijn gestuct en geleed door houten regels. Afgeknotte rondboog-gangbogen van gele verblendsteen met kwarthol-profiel en zware hardstenen sluitstenen, versierd met uitgehakte, gestileerde bolbloemen. Entree met geprofileerde kozijnen binnen een vergelijkbare boog. Rechtgesloten deuren naar de diverse vertrekken binnen een omlijsting van gele verblendsteen met kwartholprofiel en segmentboog met hardstenen aanzetstenen. Links aan het eind van de gang de nu als keuken functionerende voormalige goederenopslag.

Links in de gang, onder de woonverdieping, het voormalige plaatskaartenkantoor met het loket binnen een afgeknotte rondboogomlijsting, kozijnen en roedenverdeling in de bovenramen, vergelijkbaar met die van de voordeur. In de kantoorruimte gelambrizeerde wanden en onder het loket de oorspronkelijke kastjes. In de aan de uitbouw met rondboog-doorgang grenzende wachtruimte een gemetselde schouw met betegelde achterwand, gelambrizeerde wanden en op schoren rustende bagagerekken. De wachtkamer der eerste klasse heeft een wat rijkere vakwerk-wandbetimmering als lambrizering en een gesneden deuromlijsting. De schouw is opgebouwd uit geglazuurde strengperssteen, eveneens geglazuurde tegels en hardsteen en heeft een boezem met geprofileerd lijstwerk. Wanden geleed door houten regels en de op schoren steunende bagagerekken. De wachtkamer der tweede klasse, aan het rechter eind van de gang, heeft een lattendeur binnen geprofileerd lijstwerk, gelambrizeerde wanden met door middel van sjablonen aangebrachte versieringen onder een profiellijst, een gemetselde schouw met in de spitsboogvormige achterwand een tegeltableau met een Art Nouveau verwant decor. De lambrizering aan de noordzijde van de wachtkamer is schuin geplaats onder de door regels en een bagagerek gelede wand.

Waardering

- Het stationsgebouw is cultuurhistorisch van algemeen belang als bijzondere uitdrukking van de geschiedenis van de spoorwegarchitectuur, als onderdeel van een infrastructureel complex en vanwege het belang voor de sociaal-economische geschiedenis van de Bollenstreek.

- Het station is architectuurhistorisch van algemeen belang vanwege de voor de bouwtijd karakteristieke vormgeving van in- en exterieur en de bijzondere samenhang hiertussen en vanwege het materiaalgebruik (baksteen, natuursteen en houtwerk). Het station is tevens van belang als representant van het oeuvre van een vooraanstaand architect.

- Het station heeft ensemblewaarde vanwege de situering, die samenhangt met de geschiedenis en de ontwikkeling van de streek en vanwege de sterke visuele en functionele samenhang met de bijbehorende loods en de spoorweg.

- Het station is bovendien van belang vanwege de herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid van in- en exterieur.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Handelsgebouwen, opslag- en transportgebouwen Transport Stationsgebouw
Nee Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1904
1905
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Art Nouveau
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Margadant, D.A.N. ; Zuid-Holland
architect / bouwkundige / constructeur