Inleiding

RENTENIERSWONING gebouwd in 1874 in opdracht van de heer M.A. Homan. In 1907 is het huis aan de voorzijde verbouwd en kreeg het zijn huidige aanzien. Het pand dat is opgetrokken in een Eclectische bouwtrant met Chaletstijl elementen, werd in 1970 voorzien van een dubbel venster in de oostgevel. In 1970 en 1976 werd de indeling van het interieur gewijzigd. Achter de woning staat een SCHUUR (vermoedelijk uit 1907) die er later aan vastgebouwd is via een korte gemetselde hals.

De woning is rustiek gelegen aan de oostzijde van de Hoofdstraat, in het als beschermd gezicht voorgedragen gebied De Gast. De diepe voortuin wordt van de straat gescheiden door een gracht.

Omschrijving

RENTENIERSWONING opgetrokken in een roodbruine bezande baksteen op een trasraam van bruine klinkers. Het samengestelde zadeldak, gedekt met een zwarte Hollandse pan, heeft een geprofileerde goot en een gemetselde schoorsteen op de nok. De hoofdentree bevindt zich in de noordgevel en bestaat uit een paneeldeur met smeedwerk, een bovenlicht met smeedwerk onder een wenkbrauwboog, en een natuurstenen stoep; aan weerszijden van de entree een uitspringend geveldeel met siermetselwerk, een blind venster met wenkbrauwboog en gepleisterde onderdorpel, die overgaat in een cordonlijst, en een decoratieve kroonlijst, die doorloopt boven de hoofdentree. De topgevel heeft decoratieve windveren, en een gietijzeren roosvenster met aan weerszijden een drielichtvenster, bestaande uit een openslaand raam onder een getoogd bovenlicht tussen twee zijramen (H-) met rollaag.

De voorgevel (west) heeft een risalerende middenpartij onder een steekkap met decoratieve windveren met makelaar en vier houten consoles. Aan de westzijde van de middenpartij een gemetselde rondboognis met spitsboog, tussen twee uitspringende geveldelen met siermetselwerk, H-venster met wenkbrauwboog en een gepleisterde onderdorpel, die overgaat in een cordonlijst, en een decoratieve kroonlijst, die overgaat in het balkon. In de topgevel openslaande deuren met decoratieve deurlichten onder een glas-in-lood bovenlicht met wenkbrauwboog, tussen twee zijlichten met glas-in-lood bovenlicht met een afgeronde hoek aan de muurzijde onder een halve wenkbrauwboog; een houten balkon met een ijzeren hekwerk tussen decoratieve houten pijlers, steundend op vier houten consoles. In de noord- en zuidzijde van de middenpartij een uitspringende geveldeel met siermetselwerk, H-venster met wenkbrauwboog en een gepleisterde onderdorpel, die overgaat in een cordonlijst, en een decoratieve kroonlijst. Aan weerszijden van de middenpartij een uitspringend geveldeel met siermetselwerk, H-venster met wenkbrauwboog en een gepleisterde onderdorpel, die overgaat in een cordonlijst, en een decoratieve kroonlijst. Twee bakstenen met ingekraste initialen en bouwjaar: M.A.H. 1874.

In de zuidgevel een gemetselde rondboognis met spitsboog, tussen twee uitspringende geveldelen met siermetselwerk, H venster met wenkbrauwboog en een gepleisterde onderdorpel, die overgaat in een cordonlijst, en een decoratieve kroonlijst die doorloopt boven de nis. In de topgevel decoratieve houten windveren met houten piron, en een verdiept rondboogvormig gemetseld vlak met ijzeren roosvenster, met aan weerszijden een drielichtvenster, bestaande uit een openslaand raam onder een getoogd bovenlicht tussen twee zijramen (H-) met rollaag.

In de achtergevel (oost) openslaande tuindeuren (niet origineel) met bovenlicht met wenkbrauwboog binnen een recht afgesloten verdiept vlak, en een w.c. venster met diefijzers en rollaag. Aan de achtergevel een aankapping met in de noordzijde een ijzeren roosvenster; aan de zuidzijde een zesruitsvenster en een keldervenster met diefijzers en rollaag; aan de oostzijde een staand venster (niet origineel), een dubbel zesruitsvenster (niet origineel) en een keldervenster met rollaag.

De later aan de achterzijde vastgebouwde SCHUUR is opgetrokken in een roodbruine baksteen onder een schilddak, gedekt met een zwarte Hollandse pan. In de zuid- en noordgevel een vierruits schuurvenster met diefijzer, en een opgeklampte deur.

In het INTERIEUR zijn onder meer van belang: in de voorkamer het plafond op riet met stucdecoraties; de houten schouw met gepleisterde schacht met pilasters en kroonlijst; de houten vensterbanken en de blinden. In de zijkamer het plafond met stucdecoratie en in de hoeken geschilderde familiewapens. In de slaapkamer beneden, het gepleisterde plafond met Art Nouveau sjablonen. In de gang de paneeldeuren met mahonie-imitatie; de tegelvloer met lichtgrijs gebakken tegels en zwarte bies. Op de verdieping in de balkonkamer het stervormige kraalschrotenplafond; vier kasten van kraalschroten; een houten kast met dubbele deuren, waarachter drie laden. In de kelder onder de opkamer de originele indeling met aardappelbakken, houten rekken, spekkast en afsluitbare provisie- en drankruimte.

Waardering

Rentenierswoning met aangebouwde schuur van algemeen belang vanwege cultuur- en architectuurhistorische waarde

- als voorbeeld van een rentenierswoning uit 1874 die in 1907 zijn huidige Eclectische uiterlijk kreeg

- vanwege de opvallende detaillering

- vanwege de redelijke mate van gaafheid van het exterieur en delen van het interieur

- vanwege de rustieke ligging aan het als beschermd gezicht voorgedragen deel van de Hoofdstraat.