Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
516357
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82758/146
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Oosterend E 254
Van Eysingaleane 11, 8734 GC te Easterein

Omschrijving

Inleiding

Het WOONHUIS met praktijkruimte en aangebouwd KOETSHUIS is gebouwd in 1871 als dokterswoning voor de opdrachtgever Lolle de Vries, in Ambachtelijk-traditionele bouwtrant onder invloed van de Chaletstijl.

Een architect is niet bekend, maar de toepassing van eenzelfde detaillering als aan de (eveneens van rijkswege beschermde) pastorie te Oosterend (1861) zou kunnen wijzen op dezelfde ontwerper (wellicht J. Swart uit Arum) en/of op dezelfde plaatselijke aannemer (H. Wouda).

Het woonhuis ligt aan de westelijke ontsluitingsweg van het dorp Oosterend, en ligt binnen het beschermd dorpsgezicht op een royaal perceel met tuin rondom en ruim teruggerooid van de openbare weg. De oorspronkelijke tuinaanleg is niet meer herkenbaar; wel resteren nog een rode beuk in de voortuin, verwijzend naar de vooraanstaande positie van de vroeger opdrachtgever/bewoner dokter De Vries, en enkele hoogstam vruchtbomen in de achtertuin. Omstreeks 1930 is de voortuin van de straat gescheiden door een gemetselde tuinmuur. Aan deze straat, in het bijzonder aan de zuidzijde ervan, zijn vele grote woningen gebouwd, meest kaaskoopmanswoningen. De dokterswoning vormde door z'n maat en detaillering een kloeke, maar elegante beëindiging van deze straatwand.

Het aangebouwde KOETSHUIS heeft een bijpassende vormgeving.

Omschrijving

Het woonhuis heeft een rechthoekige plattegrond waaraan, aan de zuidoostzijde, een koetshuis is gebouwd dat aan de achterzijde als het ware om de hoek van het woonhuis 'scharniert'.

Het woonhuis bestaat uit één bouwlaag en een kapverdieping met een hoge borstwering waardoor een volledige tweede bouwlaag is ontstaan. Het is opgetrokken in bruine baksteen op een gepleisterde plint; de gevels zijn verlevendigd door siermetselwerk van gele baksteen, onder meer voor de 'wenkbrauwen' boven de vensters, voor de hoeklisenen en voor banden en omlijstingen in de zijgevels. De beide bouwlagen worden rondom gescheiden door een gele bakstenen tandlijst.

Het woonhuis wordt afgedekt door een flauw hellend zadeldak met ruime overstekken, dat is belegd met zwarte geglazuurde Tuile de Nord-pannen. De windveren aan de voor- en achterzijde zijn ajour gezaagd; op de hoeken van de dakschilden een kleine makelaar en opzetstukken aan de voorzijde uitgebreid met een vulstuk in het sierspant met gevleugelde paardenlijven.

De voorgevel is symmetrisch ingedeeld; de middenas wordt gevormd door een middenrisaliet waarin entree en balkon met dubbele deuren en bovenlicht. Aan weerszijden van de as zijn op de eerste bouwlaag twee, door een band gepaarde, getoogde T-vensters; de vensters op de tweede bouwlaag zijn verschillend van afmeting.

De omlijste entree bestaat uit een porte brisée met diamantkoppen op de middenstijl, glaspanelen met gietijzeren sierroosters en een lantaarn in het bovenlicht; de geprofileerde deuromlijsting heeft een bekroning met in het midden een vossenkop; voor de deur een drietreeds hardstenen stoep.

Ook in de rijk geornamenteerde consoles onder het houten balkon zijn onder meer vossenkoppen verwerkt. Op het balkon een gietijzeren balustrade. De balkondeuren hebben een geprofileerde omlijsting; de porte brisée heeft vier glaspanelen. De flankerende ramen zijn getoogde T-vensters, de getoogde hoekramen hebben wegens de geringe hoogte geen bovenlichten.

De oostelijke zijgevel wordt gedeeltelijk oversneden door het koetshuis.

In de eerste bouwlaag onder meer twee, door een band gepaarde en getoogde blindvensters. In de tweede bouwlaag onder meer vier liggende, rechthoekige omlijstingen in gele baksteen.

De achtergevel is nagenoeg symmetrisch ingedeeld en in de detaillering veel eenvoudiger dan de voorgevel. De brede middenas wordt gevormd door de belijning van de kolommen onder het brede balkon, die correspondeert met de basis van een driehoekige blindnis in de geveltop. In de achtergevel zit een gedenksteen met het opschrift PETRUS DE VRIES / 9 Mei 1871. //.

In de eerste bouwlaag onder meer twee getoogde zesruits vensters en in het midden een deur met een brede drietreeds betonnen stoep. Op de stoep vier ijzeren kolommen, die het houten balkon dragen; houten balustrade. Op het balkon twee getoogde porte brisées met glaspanelen en in het midden een getoogd zesruits venster. Aan weerszijden van het balkon een klein T-venster met een trommelveld, afgesloten door een rollaag, waarvan de belijning is aangepast van de dakhelling.

In de westelijke zijgevel drie getoogde T-vensters en twee getoogde blindnissen, die alle zijn gekoppeld door een geel bakstenen band; boven de tandlijst vijf liggende, rechthoekige omlijstingen, waarvan de middelste met een raamkozijn.

Het INTERIEUR van het woonhuis heeft een klassieke indeling: een gang in het midden en kamers aan weerszijden. Tot de waardevolle interieuronderdelen behoren onder meer: de gang met omlijste paneeldeuren van de kamers, het stucplafond met ornament, kamers met blinden in dagkantkasten, stucplafond met ornamenten, gestucadoorde schoorsteenboezems. Op de verdieping zijn onder meer fraaie casettenstucplafonds met ornamenten.

Het KOETSHUIS bestaat uit één bouwlaag en een kapverdieping met hoogopgetrokken borstwering, en is opgetrokken in bruine baksteen op een gepleisterde plint; de voorgevel is verlevendigd door rollagen van gele bakstenen voor wenkbrauwbogen, banden en omlijstingen in de voor- en achtergevel en op de hoeklisenen. De bouwlagen worden rondom gescheiden door een gele bakstenen rollaag.

Het koetshuis wordt afgedekt door een flauwhellend zadeldak en is belegd met zwarte geglazuurde Tuile de Nord-pannen. De windveren aan de voor- en achterzijde zijn ajour gezaagd; op de nokhoeken staat een kleine makelaar met smeedijzeren opzetstukken.

In de voorgevel mendeuren met gietijzeren deurroosters, met op het middenpaneel paardenhoofden en diamantkoppanelen; op de verdieping een halfronde lichtopening (thans dicht). De oostelijke zijgevel is nagenoeg ongeleed; twee halfronde stalramen en een raam met diefijzers. In de achtergevel alleen een halfrond gebogen venster op de zolderverdieping. In de westelijke zijgevel, gedeeltelijk tegen het woonhuis, een deur met bovenlicht, een boogvenster en een raam met diefijzers.

Waardering

Het woonhuis met praktijkruimte en aangebouwd koetshuis in Ambachtelijk-traditionele bouwtrant onder invloed van de Chaletstijl uit 1871 is misschien ontworpen door J. Swart uit Arum en/of gebouwd door de plaatselijke aannemer H. Wouda. Het woonhuis c.a. is van algemeen cultuurhistorisch en architectuurhistorisch belang:

- als voorbeeld van een eclectisch gebouw met invloed van de Chaletstijl in Friesland;

- vanwege de hoogwaardige esthetische kwaliteit van het ontwerp en de detaillering;

- vanwege het bijzondere materiaalgebruik en de ornamentiek;

- als essentieel onderdeel van een groter geheel binnen de begrenzing van het beschermd dorpsgezicht: namelijk de bebouwing van de straatwand aan de zuidzijde met notabelen- en koopmanswoningen waarvan het de afsluiting vormt,

- vanwege de architectonische gaafheid van het exterieur en het interieur;

- vanwege de architectonische gaafheid van het in stijl aangepaste en aangebouwde koetshuis.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Dienstwoning(K) Dokterswoning

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1871
1871
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
ambachtelijk-traditionele bouwtrant
invloeden
Chalet-stijl
invloeden