Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
516542
Complexnummer
516541 - R.K. kerk H. Lambertus
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82738/89
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Lith A 4481
Antoon Coolenplein 3, 5397 EX te Lith

Omschrijving

Inleiding

De H. LAMBERTUSKERK werd tussen 1899 en 1900 gebouwd in Neogotische stijl naar ontwerp van architect C. Franssen. De kerk staat naast de plek van het voorgaande bedehuis.

Omschrijving

De driebeukige kruiskerk telt achter de westtoren vijf traveeën, een transept met een dakruiter van één travee en een vijfzijdige koorsluiting van één travee. De gevels zijn opgetrokken uit machinale baksteen. Afzaten, dorpels en decoratieve elementen zijn van hardsteen. De zadel- en lessenaardaken zijn gedekt met leien in rens- en maasdekking. Op de kruising van transept en schip een achthoekige dakruiter met opengewerkte driepasboogjes en een naaldspitsmet vergulde bol en bewerkt kruis. De westgevel bezit zowel bij de toren als bij de polygonale kapel rechts steunberen met versnijdingen en afzaat. Bij de toren eindigen deze aan de voorzijde in natuursteen pinakels. De toren bestaat uit vier geledingen. In de eerste geleding is er een spitsboogportaal met topgevel en kruisbloem. Hierin een vleugeldeur met bewerkt ijzeren hang-en sluitwerk met een bovenlicht waarin baksteen tracering en glas-in-lood. Voorts een omlijsting door archivolten met geprofileerd voetstuk en kapiteel. Achter het portaal blinde spitsboognissen. In de tweede geleding een breed spitsboograam met afzaat en baksteen tracering met aan weerszijden blindnissen. Dit deel wordt afgesloten door een brede baksteen sierlijst. De derde geleding bestaat uit een spitsboog-omgang en blinde nissen waarin smalle vensters. De laatste geleding bevat drie gekoppelde spitsbogen met galmgaten, een ronde wijzerplaat en puntgevels aan de vier zijden van de achthoekige naaldspits met vergulde bol en kruis. De zij- en achtergevels hebben baksteen steunberen met afzaat.

Hiertussen de spitsboogvensters met afzaat en baksteen tracering en glas-in-lood. Onder de gootlijsten reliëfsiermetselwerk.

In de zuidgevel een veelhoekige kapel, de Piëtakapel, en hooggeplaatste spitsboogramen zonder tracering. Het dak van de kapel wordt gescheiden van het lessenaardak van de zijbeuk door een muur met steunbeer waarop een pinakel. In het dakvlak van zowel de lessenaardaken als het zadeldak van het middenschip bevinden zich kleine dakkapellen onder zadeldak en spitsje, om de andere steunbeer één. Het transept heeft in de topgevel een klimmende driepasraam en kruisbloem. De oostgevel heeft naast het centrale hoge koor twee lage veelhoekige zijkapellen, de Jozef- en Mariakapel.

De noordgevel bezit bij de toren een kleine aangebouwde traptoren met veelhoekig spits dak, dat uitkomt op de torenomgang. De binnenruimte wordt verdeeld door zuilen van zwarte natuursteen.

De muren zijn wit gepleisterd, op de constructieve baksteen onderdelen na. Dit zijn de gemetselde kruisribgewelven, de scheibogen, de vensteromlijstingen, de hoekpilasters en de schalken. De muren van het middenschip en transept hebben boven de scheibogen een gekoppelde blinde nis en daarboven de vensters van de lichtbeuk.

De gebrandschilderde ramen zijn geleverd door F. Nicolas en Zn. De eerste werden in 1901 geplaatst in het koor, de laatste in 1919 in de Piëtakapel. Het kalkstenen hoogaltaar en de altaren in de zijkapellen zijn zeer rijk in Neogotische stijl uitgevoerd. Alle zijn uitgevoerd door H. van der Geld. Het hoogaltaar dateert uit 1904. De tabernakeldeur is van de hand van C. Esser. Het Mariaaltaar uit 1900 is het oudste, het Jozef-altaar volgde tenslotte in 1912. In het priesterkoor hangt een zeer groot wandkleed uit het begin van de twintigste eeuw, voorstellende het Offer van Abraham.

H. van der Geld leverde vele van de in de kerk aanwezige heiligenbeelden. Hij vervaardigde in 1911 ook de veertien kruiswegstaties van gepolychromeerd gips. Bij het koor hangt een rijk bewerkt Neogotisch triomfkruis van ca. 5 meter hoog. Het gepolychromeerde hout werd geleverd door De Beule te Gent, het corpus kwam in 1912 uit Den Bosch van de firma Kuypers. Het doopvont uit 1901 is van hardsteen en heeft een Neogotisch koperen deksel. Het bevindt zich bij de zij-ingang in de noordgevel en is van de firma Peeters uit Roermond. De twee eikehouten biechtstoelen zijn afkomstig uit de voorgaande kerk. Zij zijn in 1861-1862 gemaakt door Doensen uit Maaseijk. Orgel met twee klavieren en aangehangen pedaal, gebouwd door F.B. Loret in 1870.

De kerk wordt deels omgeven door een laag ijzeren sierhekwerk op een baksteen voet.

Waardering

De kerk is van belang als voorbeeld van een geestelijke ontwikkeling en als voorbeeld van de neogotiek. De kerk is van betekenis voor het aanzien van Lith, vanwege de gaafheid van in- en exterieur en gezien de hoogwaardige kwaliteit van de samenstellende onderdelen.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 516541. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Kerk Rooms-katholieke kerk

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1899
1900
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Kruisbasiliek

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Gotiek
stijlzuiver

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Franssen, C. ; Noord-Brabant
architect / bouwkundige / constructeur