Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
516859
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82867/155
Kadastrale aanduiding
Arnhem M 1275
Arnhem M 1276
Bouriciusstraat 9, 6814 CS te Arnhem
Bouriciusstraat 11, 6814 CT te Arnhem

Omschrijving

Inleiding

Twee HERENHUIZEN, waarvan nr.11 met HEKWERK, gebouwd ca. 1914 in overgangsstijl. De herenhuizen, die onderling slechts verbonden zijn d.m.v. een poortje, vormen elkaars spiegelbeeld. De herenhuizen onderscheiden zich van de andere huizen in de straat door hun gecompliceerde, schilderachtige bouwmassa's met torens en erkerpartijen met loggia's. Tevens vallen de huizen op door de bijzondere ornamentiek en materiaalgebruik zoals de houten pijlers in de portieken en de loggia's. De bouwstijl is overgangsstijl, een mengvorm van de in het begin van de 20ste eeuw gangbare stijlen, zoals het historisme (venstervormen en -afsluitingen), rationalisme (enkele constructieve elementen, portieken), geometrische Art Nouveau (plafonds in het interieur en vorm van hardstenen en gepleisterde ornamenten, decoratie van lateibalken, pijlers, etc.). De herenhuizen zijn gelegen in de Bouriciusstraat in de Burgemeesterswijk ten noorden van het stadscentrum van Arnhem tussen de Amsterdamseweg en de Zijpendaalseweg. Deze rond de eeuwwisseling tot ontwikkeling gebrachte woonwijk ligt op de noordoostelijke helling van het stuwwallencomplex tussen de Rijn en de Jansbeek en grenst aan het Sonsbeekpark. Kenmerkend voor de wijk zijn de verbredingen van de straten tot driehoekige pleinen, vanwaar zichtassen lopen naar het Sonsbeekpark. De twee herenhuizen liggen precies op zo'n zichtas. De bebouwing in het zuidelijk deel van de wijk bestaat voornamelijk uit rijen aaneengesloten herenhuizen, gebouwd in historiserende stijlen.

De panden hebben ondiepe voortuinen. De tuin van nr. 11 wordt begrensd door een smeedijzeren hekwerk.

Omschrijving

De twee HERENHUIZEN hebben een samengestelde plattegrond, een kelderverdieping, twee en drie bouwlagen aan weerszijden van de torens, die uit vier bouwlagen bestaan, en een zolderverdieping. De huizen hebben een platte daken met 5-ruits daklichten en dakschilden aan de voorzijde en deels ook aan de achterzijde. De torens hebben overstekende tentdaken. De dakschilden en tentdaken zijn gedekt met leien in maasdekking. De daken zijn aan de straatzijde voorzien van ver overstekende houten bakgoten op bewerkte klossen. Op het voorschild bevinden zich dakkapellen met zadeldakjes met geprofileerde houten windveren, beschoten topgeveltjes en stolpramen met zijlichten.

De VOORGEVELS van de herenhuizen hebben samen een symmetrische opzet, terwijl de afzonderlijke voorgevels asymmetrisch zijn ingedeeld. De voorgevels worden verbonden door het poortje naar de achtertuinen. Aan weerszijden van het poortje bevinden zich de tweelaags gedeelten, daarnaast de torens en aan de buitenzijde de drielaags gedeelten van de woningen.

In de torens zijn de ingangsportieken geplaatst. De drielaags delen bevatten een brede segmentboogvormige erker, bekroond met een loggia met balkon. Hierboven bevindt zich opnieuw een balkon. De voorgevels zijn opgetrokken met baksteen, gemetseld in kruisverband en voorzien van een plint met trasraam en rollaag. De vensters zijn afgesloten met strekken, meestal met licht getoogde onderzijde en bakstenen lekdorpels. In de torentravee bevindt zich een portiek met trap met hardstenen treden, oplopende bakstenen zijkanten en eenvoudige ijzeren leuningen. De portiekopening bezit aan weerszijden een vierkant houten pijlertje met gecanneleerd kapiteel. De pijlers rusten op hoge gepleisterde natuurstenen basementen. Aan de bovenzijde sluiten zij aan op een brede gepleisterde natuurstenen architraaf met eenvoudige Art Nouveau-motieven. Hierboven bevindt zich een bovenlicht, bestaande uit vijf natuurstenen balusters tussen bakstenen hoekpenanten. De balusters sluiten aan op een natuurstenen latei. In het portiek is een kozijn geplaatst op granieten neuten en een brede dubbele 6-ruits paneeldeur met veelruits bovenlicht. Hierboven bevinden zich op de eerste en de tweede verdieping zowel aan de voor- als aan de zijkant schuiframen met resp. 6- en 4-ruits bovenlichten. Op de derde verdieping bevinden zich eveneens zowel aan de voor- als aan de zijkant vier rechthoekige vensters met enkelruits raampjes. De traveeën aan de binnenkant van de torens hebben in de plint een kelderlicht en in de eerste bouwlaag een venster met kozijn met brede middenstijl en twee schuiframen met 4-ruits bovenlichten. In de tweede bouwlaag hierboven een venster met schuifraam met 6-ruits bovenlicht. De bij de schuiframen oorspronkelijk aanwezige spiegelluiken zijn alleen bij nr. 11 nog voorhanden.

De traveeën aan de buitenkant van de torens worden geheel ingenomen door een brede segmentboogvormige erker met drie vensters met bovenlichten. Bij nr. 9 zijn de erkerramen licht gewijzigd. In de plint bevinden zich kelderlichten. De vensters worden aan de bovenzijde afgesloten met een geornamenteerde lateibalk. Boven de vensters bevinden zich twee zinken gebogen dakjes, die aansluiten bij de balkonbalustrade op de erker. Deze bezit bakstenen hoekstijlen met eenvoudige natuurstenen bekroningen en een rijk smeedijzeren hekwerk met natuurstenen dekplaat. Achter het balkon ligt de loggia, die links en rechts wordt begrensd door twee houten pijlers van hetzelfde type als in het portiek. De pijlers bezitten met Art Nouveau-motieven versierde natuurstenen kapitelen, die aansluiten op de rijk geornamenteerde zware lateibalk. De loggia, waarin zich een uit bakstenen troggewelfjes bestaand plafond bevindt, is toegankelijk via een dubbele balkondeur met zijlichten en resp. 8- en 2-ruits bovenlichten. Boven de loggia bevindt zich een balkon met bakstenen balustrade met smeedijzeren hekwerken. De hoog opgaande hoekdammen en de bakstenen stijlen van het balkon worden bekroond door respectievelijk natuurstenen blokken met afdekplaten en geprofileerde bekroningen. Dit balkon is toegankelijk via een dubbele deur met twee zijlichten aan iedere kant.

Het houten poortje heeft aan weerszijden houten pijlers op bakstenen penanten, een eenvoudig houten hoofdgestel en hierboven een bakstenen balustrade.

De ZIJGEVELS aan de binnenzijde zijn geheel gepleisterd. In het midden van de eerste bouwlaag bevindt zich een ingang met paneeldeur met een 6-ruits raam, Links en rechts hiervan zijn vensters aangebracht. Voor de deur bevindt zich een kelderlicht met rooster. In de tweede en derde bouwlaag bevinden zich twee trappenhuisvensters met 2-ruits ramen.

De gang tussen de nrs. 9 en 11 leidt naar een overdekte gang tussen de beide aangebouwde schuurtjes. Deze overdekte gang bezit een stucplafond.

De ACHTERGEVELS zijn gepleisterd. De geveldelen aan weerszijden van de doorgang springen ten opzichte van de buitenste delen naar voren. Voor het teruggelegen delen zijn serres geplaatst. Nr. 9 heeft een geheel gemoderniseerde serre met balkon en ook het keukengedeelte links is gewijzigd.

De serre van nr. 11 heeft een dubbele enkelruits schuifdeur met zijlichten en resp. 12- en 4-ruits bovenlichten en wordt aan de bovenzijde afgesloten door een geprofileerde houten bakgoot op klossen. Beide serres hebben moderne ijzeren balkonhekken.

Op de begane grond van nr. 11 bevindt zich links een venster met veelruits raam en rechts een venster met kozijn met middenstijl en twee schuiframen met 4-ruits bovenlichten. Geheel rechts bevindt zich een eenvoudige ingang. In de westelijke gevel van het uitspringend gedeelte bevinden zich een kozijn met twee ramen met bovenlichten en een niet oorspronkelijke deur. In de eerste bouwlaag zijn de balkons toegankelijk via dubbele enkelruits balkondeuren met bovenlicht en zijlichten met 4-ruits bovenlichten. Het bovenlicht van nr. 9 is 8-ruits. In de tweede bouwlaag bevinden zich in de vooruitspringende geveldelen twee vensters met kozijnen met middenstijl en schuiframen met 4-ruits bovenlichten (bij nr. 9 rechts gewijzigd). De achtergevels sluiten aan de bovenzijde af met een eenvoudige bakgoot op klossen. Op de achterschilden bevinden zich eenvoudige dakkapellen. Aan weerszijden van de middengang bevindt zich een schoorsteen.

Tegen de achtergevels sluiten ter plekke van de middengang tussen beide huizen éénlaags, gepleisterde schuurtjes met plat dak aan. De schuurtjes hebben aan het einde van de smalle gang tussen de nrs. 9 en 11 een schuin geplaatste ingang. In de zijgevels van de schuurtjes bevinden zich opgeklampte deuren. Het INTERIEUR van nr. 9 bevat nog diverse oorspronkelijke elementen. In de hal zijn ondermeer marmeren vloeren, neuten en plinten, een trappenhuis met geornamenteerde trappaal voorzien van fantasiekapiteel en siervaas, houten spijlen en geprofileerde leuningen en een tochtdeur met geëtst glas bewaard gebleven. Verder bleven paneeldeuren met geprofileerde kozijnen, enkele geornamenteerde stucplafonds en zwart marmeren schouwen behouden. Op de overloop van de zolderverdieping bevindt zich een gietijzeren fonteintje met koperen kraantje.

Het INTERIEUR van nr. 11 is nog vrijwel geheel in oorspronkelijke staat. De vestibule en gang zijn voorzien van marmeren vloeren, plinten en neuten en van eenvoudige stucplafonds. De wanden van de vestibule zijn voorzien van stucwerkpanelen. Verder is er een tochtdeur met meerruits zijlichten met geslepen glas, een houten trappenhuis met geornamenteerde trappaal met bladwerkmotieven, houten spijlen en geprofileerde leuningen en panelen langs de opgang. Het trappenhuis zet zich voort tot in de zolderverdieping, waar het wordt verlicht door een lichtkoepel met zadeldak. In het gehele huis bleven geprofileerde deurkozijnen en paneeldeuren bewaard. De paneeldeuren zijn echter veelal afgetimmerd. Verder zijn er stucplafonds ondermeer in Art Nouveau-stijl met kastanjebladmotieven, bewaard, een dubbele 16-ruits schuifdeur met geslepen glas, een dubbele schuifdeur met 7-ruits bovenlicht en een aantal marmeren schouwen. Ook de keuken bezit nog oorspronkelijke elementen zoals een terrazzovloer met smetrand, een schouw met geprofileerde lijst, een wand met blauw op wit gedecoreerde tegeltjes, een hoge plint van witte tegels en een vaste servieskast met dubbele 8-ruits deurtjes. Het plafond van de kelder bestaat deels uit troggewelfjes. De kelder is toegankelijk via een houten trap met geprofileerde spijlen en een trappaal.

De voortuin van nr. 11 wordt aan de straatzijde afgesloten door een smeedijzeren tuinhek met dubbel draaihek. De hekpalen hebben een eenvoudige Art Nouveau-ornamentiek. De stoep is van geperste tegels.

De achtertuin van nr. 9 met een grote oude paardekastanje wordt nog geheel omgeven door een oude bakstenen tuinmuur.

Waardering

Twee HERENHUIZEN, waarvan nr.11 met HEKWERK, ca. 1914 gebouwd in overgangsarchitectuur.

- Van architectuurhistorisch belang als een goed en redelijk gaaf voorbeeld van overgangsarchitectuur, een mengvorm van de in het begin van de 20ste eeuw gangbare stijlen, zoals het historisme (venstervormen), rationalisme (enkele constructieve elementen, portieken), geometrische Art Nouveau (plafonds in het interieur en vorm van hardstenen en gepleisterde ornamenten, decoratie van lateibalken, pijlers, etc.).

- Van stedebouwkundig belang als onderdeel van de zuidelijke gevelwand van de Bouriciusstraat in de rond de eeuwwisseling tot ontwikkeling gebrachte Burgemeesterswijk, waarin de panden vanwege hun opvallende vorm en hoge ligging nabij een driehoekig pleintje op een zichtas naar het Sonsbeekpark, een beeldbepalende rol spelen.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1914
1914
globaal

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Herenhuis Twee gespiegelde herenhuizen d.m.v. poortje verbonden

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Art Nouveau
invloeden
Overgangsarchitectuur
invloeden