Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
516875
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82863/120
Kadastrale aanduiding
Arnhem R 6495
Spoorwegstraat 8, 6828 AS te Arnhem
Spoorwegstraat 10, 6828 AS te Arnhem

Omschrijving

Inleiding

De EVANGELISCH LUTHERSE KERK is een bakstenen neogotische zaalkerk met halfrond gesloten absis en slanke toren met ingesnoerde naaldspits. Rechts staat tegen de kerk een smalle KOSTERSWONING. Beide gebouwen zijn met elkaar verbonden door een gang die langs de westgevel van de kerk is doorgetrokken naar de CONSISTORIEKAMER achter op het perceel.

De kerk en de kosterswoning zijn gelegen in de zuidelijke gevelwand van de smalle Spoorwegstraat, in het perceel tussen het Velperplein en de Hommelstraat. De koorpartij van de kerk wordt in de Van Muijlwijkstraat - een naoorlogse verkeersdoorbraak - gedeeltelijk aan het zicht onttrokken door tweelaags panden met platte daken. Even ten zuiden van de Lutherse kerk staat aan de Steenstraat de R.K. Sint-Martinuskerk uit 1875 van architect A. Tepe (rijksmonument). Beide kerken zijn met de koorpartij naar elkaar gericht.

De Evangelisch Lutherse Kerk aan de Spoorwegstraat is in 1897-1898 gebouwd, nadat het kerkje aan de Korenmarkt (voormalig pakhuis "de Bontenborch", rijksmonument) te klein was geworden. Het ontwerp uit september 1896 in neogotische-stijl is van ingenieur A.R. FREEM (1853-1921). De kosterswoning vertoont bovendien invloeden van de neorenaissance. De bouw werd voor f 56.250,- aanbesteed aan de firma Mulder en Van Wessem. De benodigde financiën voor de bouw van de kerktoren werden in februari 1897 geschonken door mevrouw G.A. Swaving-Arriens. De eerste kerkdienst vond plaats op 27 maart 1898. Freem ontwierp in Arnhem ook de inmiddels gesloopte Remonstrantse Kerk aan de Rietgrachtstraat.

In de Tweede Wereldoorlog is het zuidelijke gedeelte van de kap, ramen en kerkinventaris vernield en daarna in stijl hersteld. In de jaren tachtig van de twintigste eeuw is een aantal glas-in-loodramen toegevoegd.

Omschrijving

Neogotische ZAALKERK met ingangspartij en toren aan de noordzijde, en halfrond gesloten absis aan de zuidzijde. De bakstenen gevels zijn in kruisverband gemetseld met geknipte voegen. De uitgemetselde plint is voorzien van hoekblokken en een geprofileerde waterlijst van hardsteen. De gevels worden beëindigd door een uitgemetselde band van profielstenen waarop de bakgoot. Het dak van de kerk en de ingesnoerde naaldspits van de toren zijn gedekt met leien in Maasdekking en voorzien van kleine dakkapellen (houten luiken met zandloper-beschildering in blauw en wit, aangekapte schilddakjes met driezijdig overstek aan de voorzijde, pirons). Op de nok van het kerkdak is een houten rechthoekige dakruiter geplaatst die rondom voorzien is van een reeks driepas-openingen. De dakruiter wordt afgesloten door een zadeldak met piron. De naaldspits wordt bekroond door een smeedijzeren kruis waarop een windvaan in de vorm van een zwaan. De toren heeft een vierkant grondplan en bestaat uit drie geledingen die op de hoeken worden begeleid door steunberen met versnijdingen en spitsboognissen. De hoge eerste geleding heeft aan de voorzijde een spitsboogportaal met daarboven een hoog spitsboogvenster. Het portaal bestaat uit: geprofileerde dagkanten en archivolt van rode verblendsteen; treden en neuten van hardsteen; geboorte- en sluitstenen van zandsteen; een opgeklampte dubbele draaideur met smeedijzeren sierbeslag; een natuurstenen spitsboogtrommel met afbeelding van de Lutherse zwaan met uitgeslagen vleugels. Rechts van het portaal is een hardstenen eerste steen ingemetseld met het opschrift: "De eerste steen gelegd door J.E. Schröder Predikant der Gemeente 12 mei 1897". Het grote spitsboogvenster heeft bakstenen tracering en een afzaat. De tweede geleding heeft aan voor-, linker- en rechter zijde elk twee gekoppelde spitsboognissen met daarin boven en onder een kleinere spitsboognis waarin een rechthoekige opening. De derde geleding (klokkenverdieping) heeft in alle vier zijden twee gekoppelde spitsboognissen met elk onderin een rechthoekig houten luik, in het midden een groot galmgat met borden en in de top blind bakstenen traceerwerk. De toren wordt ter hoogte van de eerste geleding geflankeerd door smalle nevenruimten met lessenaardaken. De linker nevenruimte heeft aan de voorzijde een spitsboogingang (opgeklampte draaideur met smeedijzeren sierbeslag en boogtrommel met driepasboog) en daarboven twee gekoppelde glas-in-lood spitsboogvensters. De zijgevel van deze nevenruimte bezit twee dito vensters en wordt afgesloten door een klimmend spitsboogfries en een ezelsrug. De rechter nevenruimte bezit in de eerste en tweede bouwlaag twee gekoppelde glas-in-lood spitsboogvensters. De beëindiging is identiek aan die van de linker nevenruimte. De gevels van het schip en de absis worden geleed door steunberen met versnijdingen. Tussen de steunberen bevindt zich telkens één groot spitsboogvenster met bakstenen tracering.

De INDELING van de kerk bestaat uit een portaal onder de toren, een breed schip van zes traveeën met in de eerste travee een zangerstribune en een afsluitende halfronde absis met triomfboog van rode en zwarte verblendsteen. De ruimte onder de tribune is in de jaren tachtig uitgebouwd en naar het schip toe afgesloten. Deze ruimte waarin twee zuilen van zwart graniet met zandstenen bladkapitelen doet dienst als koffie- en vergaderzaaltje. In het zijportaal aan de oostzijde van de hoofdingang is een moderne keuken geplaatst.

Het rijk uitgevoerde KERKINTERIEUR bevat onder andere een terrazzovloer in het portaal met de tekst: "Bewaar uwen moet, als gij ten huize Gods ingaat"; meerdere houten deuren met briefpanelen; het originele meubilair met kerkbanken, een door koven overhuifd koorgestoelte (volgt de ronding van de absis) en een kansel (verplaatst); een twee-manualig, rein-pneumatisch ORGEL met vrij pedaal, gemaakt door de fa. Standaart uit Rotterdam in 1913. De orgelkas is naar ontwerp van A.R. Freem, architect van het kerkgebouw; een houten tongewelf op trekbalken met middenstijlen, en stroken cassettenzoldering langs de muren op muurstijlen met gesneden korbelen en geprofileerde kraagstenen; polychrome sjabloonbeschilderingen op de oorspronkelijke delen van het gewelf en de cassettes; gesneden houten gewelfschotels tegen de gordelbogen van het tongewelf; één grote ronde lichtkroon van smeedijzer (oorspronkelijk drie exemplaren).

Langs de westgevel van de kerk bevindt zich een gang met plat dak. De gang is aan de straatzijde geopend door een portiek onder lessenaardak. Het lessenaardak tussen tuitgevels met ezelsruggen is aangekapt tegen de linker zijgevel van de kosterswoning. Het portiek heeft in de topgevel aan de voorzijde een halve spitsboogopening met smeedijzeren draaihek, en in de linker zijde twee gekoppelde korfboogvormig afgesloten openingen met lage opengewerkte balustrade van profielstenen. Het portiek bezit een ingangspartij in de achterwand, die bestaat uit een houten paneeldeur (zes ruitjes, drie smeedijzeren roosters, bewerkte stijlen) en een spitsboogvormig bovenlicht. De polychrome tegelvloer (ruitpatroon met gestileerde bloem- en bladmotieven) zet zich voort in de gang. De gang wordt onderverdeeld door spitse gordelbogen en is overdekt met een vlak plafond. De gang leidt naar de CONSISTORIEKAMER die tegen de westgevel van de kerk is gebouwd. Dit éénlaags bouwdeel met plat dak op rechthoekig grondplan heeft in de achtergevel drie spitsboogvormig afgesloten muuropeningen: twee spitsboogramen met bakstenen tracering en glas-in-lood (geometrische en gestileerde florale motieven) en een dubbele draaideur met spitsboog-bovenlicht. De consistoriekamer bezit een groot aantal waardevolle INTERIEURELEMENTEN, zoals een lambrisering met panelen en bewerkte regels en stijlen; houten deuren met briefpanelen en bewerkte omlijstingen; een schouw die bestaat uit een trapeziumvormige rookvanger met bewerkte houten schouwbalk op gemetselde ondersteuningen met bewerkte zandstenen kraagstenen (bladmotief) en betegelde achterwand; polychroom beschilderde balklaag waarvan de sleutelstukken zijn voorzien van een peerkraal.

De grotendeels ingebouwde éénbeukige KOSTERSWONING heeft drie bouwlagen en zolderverdieping op rechthoekig grondplan. De bakstenen gevels zijn gemetseld in kruisverband met geknipte voegen. De uitgemetselde plint heeft een koekoek en is voorzien van hoekblokken en een geprofileerde waterlijst van hardsteen. De gevels zijn rijkelijk voorzien van sierankers en worden beëindigd door een uitgemetselde band van profielstenen waarop de bakgoot. Het schilddak is gedekt met leien in Maasdekking en heeft pironnen op de nokuiteinden. De VOORGEVEL wordt horizontaal geleed door geprofileerde waterlijsten en speklagen van zandsteen. De drie bouwlagen bezitten elk drie gekoppelde vensters onder blinde bogen. De eerste en tweede bouwlaag bezitten een stolpraam met bovenlicht tussen smalle enkelruits ramen met bovenlichten. De afsluitende rond- en segmentbogen hebben geboorte- en sluitstenen van zandsteen en zijn gevuld met metselmozaïek. De derde bouwlaag bezit drie gekoppelde even brede draairamen met tweeruits bovendelen onder blinde segmentbogen met geboorte- en sluitstenen van zandsteen. De bovendorpels van de vensters zijn bekleed met omgekrulde loodslabben.

De LINKER ZIJGEVEL heeft halverwege drie getoogde muuropeningen boven elkaar: in de eerste bouwlaag een ingang (in de gang) en in de verdiepingen elk een stolpraam onder blinde segmentboog. De RECHTER ZIJGEVEL steekt met de derde bouwlaag uit boven de belendende bebouwing en is blind uitgevoerd.

Het gemoderniseerde INTERIEUR bezit in de eerste bouwlaag een woon-/spreekkamer met een zwart marmeren schouw en een eenvoudig stucplafond.

Waardering

EVANGELISCH LUTHERSE KERK incl. ORGEL met KOSTERSWONING en CONSISTORIEKAMER uit 1897-1898.

- Van architectuurhistorische waarde als enig overgebleven religieuze bouwwerk van ingenieur FREEM (1853-1921) in Arnhem, en derhalve van belang voor diens oeuvre waarover verder weinig bekend is. Kerk en kosterswoning zijn voorts van belang als grotendeels gaaf voorbeeld in exterieur van een laat-negentiende eeuws complex, met hoogwaardige esthetische kwaliteiten van de samenstellende onderdelen, die, hoewel in verschillende architectuurstijlen uitgevoerd (neogotische kerk en kosterswoning met neorenaissance-invloeden), uitgevoerd door één architect een visuele eenheid vormen. Met name de kerk en de consistoriekamer hebben een zeldzaam interieur en bezitten bijzondere elementen, zoals een beschilderd houten tongewelf, polychroom beschilderde lambrizeringen en deuren met briefpanelen.

- Van stedenbouwkundige waarde als belangrijk onderdeel van het historisch gegroeid stedelijk gebied ten noorden van het Velperplein en in relatie met de nabij gelegen R.K. Sint-Martinuskerk in de Steenstraat (rijksmonument). De hoge torens van beide kerken zijn te samen van bijzondere betekenis voor het Arnhemse stadsbeeld. De aaneen gebouwde kerk, kosterswoning en consistoriekamer vormen een karakteristiek ensemble.

- Van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een religieuze ontwikkeling: de Evangelisch Lutherse Gemeente voor Arnhem en omgeving met een historie die terug reikt tot 1644. Vanaf dat jaar vonden kerkdiensten plaats in het voormalige pakhuis "de Bontenborch" aan de Korenmarkt (rijksmonument), en sedert 1898 in onderhavige kerk aan de Spoorwegstraat. Beide gebouwen zijn als zodanig herkenbaar aan het symbool van de zwaan op de voorgevel.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Nee Religieuze gebouwen Kerkelijke dienstwoning Kosterswoning
Nee Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Consistorie Evangelisch-Lutherse Kerk
Ja Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Kerk Evangelisch-Lutherse Kerk

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1897
1898
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Zaalkerk Eenbeukig met halfronde absis.

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Gotiek
invloeden
Neo-Renaissance
invloeden