Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
516879
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82869/82
Kadastrale aanduiding
Arnhem Q 9083
Arnhem Q 9084
Eusebiusbuitensingel 33, 6828 HW te Arnhem

Omschrijving

Inleiding

SCHOOLGEBOUW met OVERDEKTE SPEELPLAATS, in 1921-1922 gebouwd als Katholieke M.U.L.O. voor meisjes en thans in gebruik bij de Internationale Schakelklas (I.S.K.). De architectuur vertoont kenmerken van de neo-Hollandse renaissance (zandstenen blokken en speklagen, siermetselwerk, korfbogen) en de neogotiek (driepasboog, pinakel, dakkapelspitjes met piron). De school is in opdracht van het R.K. gesticht "Insula Dei" ontworpen door architect A. Bernsen. A. BERNSEN (ca.1860-1927) was aannemer en architect in Arnhem.

De school is gelegen aan de oostzijde van een plantsoengordel rondom het Arnhemse centrum, in de aaneengesloten gevelwand van de Eusebiusbuitensingel tussen de Parkstraat en Boulevard Heuvelink. Het pand steekt met de zolderverdieping uit boven de belendende panden. Achter het hoofdgebouw bevindt zich een schoolplein en een bijgebouw. Het éénlaags bijgebouw deed oorspronkelijk dienst als overdekte speelplaats, tuinkamer voor overblijvende kinderen en fietsenberging (thans in gebruik als kantine en leslokaal).

Omschrijving

Onderkelderd SCHOOLGEBOUW van drie bouwlagen en zolderverdieping op nagenoeg rechthoekig grondplan. De ondiepe voorbouw is aan de rechter zijde (ter plaatse van een doorgang naar het achterterrein) een halve travee breder dan de achterbouw.

Het dak bestaat uit een dwars geplaatst zadeldak en aangekapt zadeldak op de voorbouw (leien in Maasdekking), en een afgeplat schilddak op de achterbouw (shingles). In de dakschilden aan de voor- en achterzijde zijn elk twee, en aan de linker en rechter zijde elk één oorspronkelijke houten dakkapel aangebracht. Deze dakkapellen zijn voorzien van een tweeruits draairaam en een zadeldakje met twee of driezijdig schildeind met piron. Het uitkragende schildeind heeft aan de onderzijde een uitgezaagd paneel.

De bakstenen gevels zijn in kruisverband gemetseld met geknipte voegen, hebben een tweedelige plint met uitgemetseld trasraam en sluiten aan de bovenzijde af met een uitgemetselde bloktandlijst, rollagen en een eenvoudig geprofileerde houten gootlijst. De voor- en achtergevel zijn bovendien voorzien van zandstenen speklagen, bakstenen waterlijsten in het verlengde van dito afzaten en Y-vormige smeedijzeren ankers.

De asymmetrisch ingedeelde VOORGEVEL is drie traveeën breed. De licht risalerende rechter travee wordt bekroond door een schoudergevel met hardstenen afdeklijst en overhoeks geplaatste pinakel in de top. De risaliet bezit in de eerste bouwlaag twee segmentboogvormig afgesloten poorten. De rechter poort met gewijzigde afsluiting geeft via een open gang toegang tot het achterterrein. De linker ingang betreft een diep portiek met inspringende dagkanten en archivolt (zandstenen geboorte- en sluitsteen); afsluitende segmentboog met uitgemetselde bloktandlijst; hardstenen trap, plint en vloer; troggewelven van lichtgele baksteen op ijzeren liggers; dubbele paneeldeur met naald in de vorm van een zuiltje en elk twee raampjes met smeedijzeren roosters; segmentboogvormig afgesloten meerruits bovenlicht met bewerkte stijlen. Een zandstenen blok met opschrift ("RK MULO SCHOOL") boven beide ingangen gaat schuil achter een modern bord. De verdiepingen van de risaliet worden geleed door een hoog opgaande driepasboog, waarvan de hoeklisenen worden ondersteund door hardstenen kraagstenen met het opschrift: "ANNO" en "1922". De driepasboog omvat een negenruits rond licht op de zolderverdieping. De acht overige (grote) vensters in de voorgevel zijn rechthoekig, bestaan uit zes of negen vierruits ramen, hebben twee vaste tussendorpels en twee stijlen en worden afgesloten door een blinde korfboog. Alle vensters hebben een onderverdeling met twee schuif- en één draairaam aan de onderzijde, drie vaste ramen in het midden en drie valramen aan de bovenzijde.

De LINKER ZIJGEVEL is gecementeerd en heeft in de schoudergevel van de voorbouw (zolderverdieping) twee draairamen met tweeruits bovenlichten. De RECHTER ZIJGEVEL van de achterbouw heeft drie getoogde, vierruits kelderlichten in de trasraam, een ondiepe uitbouw over twee bouwlagen (ter plaatse van de toiletgroepen in de gangen) met zes tweeruits vensters, drie boven elkaar geplaatste samengestelde vensters onder ijzeren lateien (onderverdeling: drie zesruits ramen, vaste tussendorpel en drie vierruits bovenlichten).

De drie traveeën brede ACHTERGEVEL heeft in de eerste, tweede en derde bouwlaag dezelfde vensters als in de voorgevel. Een bakstenen trap van vier treden leidt naar een segmentboogvormig afgesloten portiek in de linker travee van de eerste bouwlaag. Het portiek bezit bakstenen troggewelven op ijzeren liggers en een dubbele deur met meerruits zij- en bovenlichten. De kelderingang bevindt zich onder de trap naar het portiek en is te bereiken via een trapje aan de rechter zijde van de achtergevel. De plint bezit twee getoogde twaalfruits kelderlichten.

De indeling van de bouwlagen bestaat uit een brede gang (rechter travee) en een halverwege hierop aansluitend trappenhuis tussen een leslokaal aan de voor- en achterzijde (linker twee traveeën). Het rijk uitgevoerde INTERIEUR bezit veel oorspronkelijke elementen. De gangen hebben terrazzo-vloeren en paneeldeuren met afsluitende kroonlijsten en doorgestoken stijlen. De gangen in de eerste en tweede bouwlaag hebben tevens betegelde lambrizeringen (wit met twee blauwe banden en een geprofileerde afsluitende lijst van groene tegels), troggewelven van lichtgele baksteen op ijzeren liggers en een toiletgroep bestaande uit drie wc's (wit betegelde wanden met ornamentlijstje) met paneeldeuren en gekoppelde houten omlijsting met kroonlijst. De gang in de eerste bouwlaag heeft bovendien een wandgeleding met lisenen van geglazuurde geelbruine baksteen. De rechthoekige leslokalen zijn voorzien van vaste houten kasten met schuif- of draaideuren en hebben op de begane grond een plafond met troggewelven. Het trappenhuis heeft een natuurstenen bordestrap met twee armen in een ijzeren binnenboom waarop een smeedijzeren leuning met gedraaide spijlen en geprofileerde houten handlijst. De bordesvloertjes zijn van terrazzo. Links van het trappenhuis bevindt zich een ondiep, van boven afgesloten licht- en luchtschacht. De aangrenzende vertrekken (trappenhuis en leslokalen aan de voor- en achterzijde) bezitten aan deze schacht enkele segmentboogvormig afgesloten vensters.

De OVERDEKTE SPEELPLAATS achter op het terrein heeft een L-vormig grondplan. In de oksel bevindt zich een lage en later toegevoegde opvulling. Het dak bestaat uit twee in elkaar grijpende zadeldaken en is belegd met mastiek. De bakstenen gevels met trasraam zijn in kruisverband gemetseld. De voorgevel bezit twee, en de gecementeerde rechter zijgevel bezit drie hoge segmentboogvormig afgesloten muuropeningen met een gewijzigde invulling (oorspronkelijk waarschijnlijk dubbele deuren met hoge bovenlichten, thans vensters). De voorgevel heeft een beschoten topgevel met windveren. Het interieur bestaat uit een grote ruimte met houten vloer en ziende kap, en een zijlokaal met houten lambrizering, muurkast en paneeldeuren zoals in het hoofdgebouw.

Waardering

SCHOOLGEBOUW met OVERDEKTE SPEELPLAATS uit 1921-1922.

- Van architectuurhistorische waarde als goed en gaaf voorbeeld van een schoolgebouw in eclectische bouwtrant met elementen van neo-Hollandse renaissance en neogotiek (met name in exterieur), in combinatie met karakteristieke interieurelementen uit het eerste kwart van de twintigste eeuw. Het ontwerp is van de hand van architect H. BERNSEN (ca.1860-1927). Stilistisch is het bouwjaar 1921-1922 opmerkelijk laat, maar voor katholieke scholenbouw niet ongewoon. De school valt op door hoogwaardige esthetische kwaliteiten, in in- en exterieur, zoals het rijke materiaalgebruik en de bijzondere ornamentiek. Het object geeft een gaaf beeld van een vroeg 20ste eeuwse school en bezit bijzondere interieuronderdelen. Als zodanig is het object van belang wegens de architectonische gaafheid en de herkenbaarheid als school.

- Van stedebouwkundige waarde als onderdeel van de historisch gegroeide 19e/20ste eeuwse singelstructuur/-bebouwing van Arnhem, waarin het pand een beeldbepalende rol speelt vanwege de hoge bouwmassa, de rijke architectonische vormgeving en als een van de weinige resterende historische gebouwen in de omgeving.

- Van cultuurhistorische waarde vanwege de herkenbaarheid in in- en exterieur van de bestemming als christelijke school, welke verbonden is met de culturele ontwikkeling van Arnhem.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Cultuur, gezondheid en wetenschap Onderwijs en wetenschap Schoolgebouw Katholieke school

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1921
1922
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Cultuur, gezondheid en wetenschap Onderwijs en wetenschap MULO-school Voor meisjes.

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Renaissance
invloeden
Neo-Gotiek
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Insula Dei ; Gelderland
opdrachtgever
Bernsen, A. ; Gelderland
architect / bouwkundige / constructeur
Verbouw uit 1922.