Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
516922
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82971/100
Kadastrale aanduiding
Arnhem N 3790
Bothaplein 1, 6814 AJ te Arnhem

Omschrijving

Inleiding:

HERENHUIS met HEKWERK. In het halfvrijstaande hoekpand, dat vanaf 1915 als kantoor van de PGEM (Provinciale Gelderse electriciteitsmaatschappij) dienst heeft gedaan, daarna een tijd lang als pension in gebruik is geweest (Pension Quantum) is thans een kantoor gevestigd. Het huis is gebouwd ca. 1910 in een sobere stijl die invloeden vertoont van geometrische Art Nouveau, Engelse landhuisstijl en rationalisme. Het pand is waarschijnlijk ontworpen door Willem Diehl.

Het herenhuis is gelegen op hoek van het Bothaplein en de De La Reijstraat, het centrale plein en één van de voornaamste straten in de Transvaalbuurt, een door ir. Tellegen ontworpen wijk met overwegend herenhuizen uit de periode 1905-1915, waarvan een groot deel is ontworpen door W. Diehl. De zuidgevel (voorgevel) aan het Bothaplein kijkt uit over de St. Jansbeek en een van haar bruggen in Art Nouveau-stijl, de westgevel ligt aan de De la Reijstraat en kijkt via het noordelijke deel van de De la Reijstraat uit over park Sonsbeek. De oostgevel kijkt uit op de zijgevel van het aangrenzende pand Bothaplein 1a. Hiertussen bevindt zich de bij het pand behorende garage, die door een moderne aanbouw is ingekapseld. Door deze aanbouw, die niet onder de bescherming valt, staan beide panden met elkaar in verbinding. De achtergevel en de rechter zijgevel van het pand De La Reijstraat 7 grenzen aan elkaar.

Het pand bezit aan beide straten een smalle strook tuin van het trottoir gescheiden door een smeedijzeren hekwerk.

Omschrijving:

Het HERENHUIS bezit een nagenoeg rechthoekig grondplan met aan de zuidzijde twee door topgevels afgesloten hoekrisalieten, waarvan de linker iets meer naar voren springt en een gebogen erker over twee bouwlagen bezit. Aan de westzijde bevindt zich een halfronde erker. Het pand telt een souterrain, twee-en-een-halve bouwlaag en een zolderverdieping onder een overstekend schilddak met de nokrichting evenwijdig aan het Bothaplein. Op de hoeken, boven de topgevels sluiten haaks op het schilddak staande, overstekende zadeldaken aan. De daken zijn gedekt met rode geglazuurde kruispannen. Op de nokeinden staan terracotta pironnen. De daken worden beëindigd door geprofileerde windveren en bakgoten op resp. doorlopende gordingen en klossen.

Tussen de aankappingen bevindt zich een dakopbouw, voorzien van een vierdelig kozijn met vier 9-ruits ramen, over de gehele breedte van het teruggelegen gedeelte. De dakopbouw wordt afgesloten door een geprofileerde bakgoot op klossen, die links en rechts aansluit op de goten van de topgeveldaken. Onder de dakopbouw bevinden zich nog enkele rijen dakpannen.

In het voorschild bevindt zich een gemetselde schoorsteen. In het achterschild bevindt zich een vrij groot dakvenster dat voor de daglichttoevoer in het trappenhuis zorgt. De linker en de rechter zijgevel bezitten ieder een travee, die eindigt in een gebogen afgesloten Vlaamse gevel, gedekt door een gebogen zinken dakje, waarbij de goot de curve van de gevelbeëindiging volgt.

De gevels zijn opgetrokken uit in kruisverband gemetselde roodbruine baksteen en asymmetrisch ingedeeld.

De VOORGEVEL (zuidgevel) telt drie traveeën en bezit in het teruggelegen middengedeelte een ingangspartij, bestaande uit een ondiep portiek, waarin zich een paneeldeur bevindt met 5-ruits zijlichten en rondboogvormig afgesloten veelruits bovenlicht. Boven- en zijlichten zijn voorzien van glas-in-lood. Voor de deur bevindt zich een bordes, dat toegankelijk is via enkele met hardsteen bedekte traptreden tussen gemetselde muurtjes met zandstenen hoekblokken. Links naast het portiek bevindt zich een rondboogvenster, voorzien van een kozijn met schuifraam en 5-ruits zijlichten en rondboogvormig afgesloten veelruits bovenlicht. Onder het kozijn bevinden zich twee lagen baksteen en een gepleisterde onderdorpel. Hieronder bevindt zich een souterrainvenster, afgesloten door een strek met gepleisterde geboortestenen. Boven deur en venster bevindt zich een tweemaal concaaf gebogen luifel, rustend op gebogen schoren en voorzien van een gebogen, geprofileerde lijst. De schoren rusten op drie paar uit de muur stekende, bewerkte balken, waaraan getordeerde smeedijzeren trekstangen zijn bevestigd. Boven de luifel bevindt zich een ovaal, door een rollaag omlijst, gepleisterd veld. Hiertegen is in smeedijzer het monogram van de huidige gebruiker van het pand bevestigd.

Boven het ovaal bevindt zich een venster met tweedelig kozijn en twee 9-ruits schuiframen.

De linker risaliet bezit over twee bouwlagen een gebogen erker, afgesloten door een geprofileerde lijst op klossen. De erker bezit op beide bouwlagen drie ramen met veelruits bovenlichten. Boven de bovenlichten bevinden zich stroken houten delen. De erkervensters worden gescheiden door een met shingles bedekte band.

Boven de erker bevindt zich een door een latei afgesloten venster met driedelig kozijn en drie 6-ruits ramen. De topgevel wordt afgesloten door een licht uitspringende, gepleisterde driehoek op klossen, voorzien van een driehoekig, driedelig venster met drie meerruits ramen. De uitspringende partij wordt ondersteund door twee lisenen rustend op gepleisterde consoles. Tussen de consoles bevindt zich de latei, die het driedelig venster boven de erker afsluit. Tussen de lisenen, die aan de bovenzijde zijn voorzien van een gepleisterde band, bevinden zich drie door verticale rollagen gescheiden spaarvelden met metselmozaïek.

De rechter risaliet bezit in de eerste en tweede bouwlaag een rechthoekig venster, voorzien van kozijnen met schuiframen en twee 9-ruits bovenlichten, waarvan de roeden direct in het kozijn zijn geplaatst. Boven het kozijn bevinden zich een rollaag en vijf lagen baksteen, afgesloten door een strek met gepleisterde geboortestenen. Hierboven is de gevel op dezelfde wijze uitgevoerd als de linker risaliet.

Onder in de voorgevel bevinden zich een aantal koekoeken met door strekken met gepleisterde sluitstenen afgesloten souterrainvensters, die zijn voorzien van meerruits ramen en smeedijzeren tralies.

De LINKER ZIJGEVEL telt twee traveeën en bezit in de eerste bouwlaag rechts een grote halfronde erker, afgesloten met een houten lijst en een geprofileerde goot op klossen. De erker bezit rondom zes 12-ruits ramen. Links hiervan bevindt zich een door een latei afgesloten rechthoekig venster met schuifraam en tweedelig bovenlicht met twee 9-ruits ramen. Het venster wordt geflankeerd door twee kleinere vensters, afgesloten door segmentbogen met zandstenen sluitstenen en voorzien van gemetselde boogtrommels en draairamen. Onder het venster bevindt zich een toegang naar het souterrain, bestaande uit een dubbele meerruits deur, afgesloten door een strek met gepleisterde sluitstenen. Op de eerste verdieping bevindt zich links een gebogen balkon met een geprofileerde lijst en gesneden klossen, rustend op bewerkte zandstenen consoles, waarvan de balustrade aan de zijkanten bestaat uit gemetselde muurtjes met zandstenen hoekblokken en aan de voorkant een niet oorspronkelijk, gebogen hek bezit. Het balkon is toegankelijk via een schuifdeur met tweedelig bovenlicht met twee 9-ruits ramen. Boven het kozijn bevinden zich een rollaag en vijf lagen baksteen, afgesloten door gepleisterde geboortestenen. Boven de erker bevindt zich een venster met houten kruiskozijn, voorzien van twee ramen en twee 9-ruits bovenlichten. Het venster is aan de bovenzijde op dezelfde wijze afgesloten als de balkondeur.

Op de tweede verdieping bevindt zich zowel links als rechts een breed venster met vijfdelig kozijn en vijf 6-ruits ramen. Het bovenste deel van het rechter venster bevindt zich in de gebogen Vlaamse gevel en bestaat uit drie 4-ruits bovenlichten boven de middelste drie ramen. De Vlaamse gevel is beschoten met houten delen.

De RECHTER ZIJGEVEL telt twee traveeën en bezit links onder een door een latei afgesloten rechthoekig venster met schuifraam en tweedelig bovenlicht met twee 9-ruits ramen. Het venster wordt geflankeerd door twee kleinere vensters, afgesloten door segmentbogen met gepleisterde sluitstenen en voorzien van gemetselde boogtrommels en draairamen. Op de eerste verdieping bevindt zich links een gewijzigd, gebogen balkon op consoles, waarvan de balustrade aan de zijkanten bestaat uit gemetselde muurtjes en aan de voorkant een niet oorspronkelijk, gebogen hek bezit. Het balkon is toegankelijk via een schuifdeur met tweedelig bovenlicht met twee 9-ruits ramen. Boven het kozijn bevinden zich een rollaag en vijf lagen baksteen, afgesloten door gepleisterde geboortestenen.

De begane grond van de rechter travee wordt ingenomen door de moderne aanbouw, die het pand verbindt met de voormalige garage en het buurpand. Op de eerste verdieping bevindt zich een venster met een breed T-schuifraam en tweedelig bovenlicht met twee 9-ruits bovenlichten. Het venster wordt aan de bovenzijde op dezelfde wijze afgesloten als de balkondeur.

Op de tweede verdieping bevindt zich links een breed venster met vijfdelig kozijn en vijf 6-ruits ramen en rechts een vierdelig venster met vier 6-ruits ramen. Het bovenste deel van het linker venster bevindt zich in de gebogen Vlaamse gevel en bestaat uit drie 4-ruits bovenlichten boven de middelste drie ramen. De Vlaamse gevel is beschoten met houten delen.

Rechts van het pand bevindt zich de voormalige garage, waarvan de voorgevel nog buiten de moderne aanbouw uitsteekt. Deze is voorzien van dubbele houten deuren met ruiten en wordt afgesloten door een houten lijst en een geprofileerde bakgoot op klossen.

De tuin wordt begrensd door een smeedijzeren HEKWERK op een bakstenen voetmuur. Aan de voorzijde maken de hekwerken bij de ingangspartij een hoek van 90° en sluiten aan op de gemetselde muurtjes, die de traptreden naar de voordeur flankeren. Hier zijn de hekwerken links en rechts van een draaihek voorzien. De stoep voor de traptreden is bedekt met gele tegels. Aan de westzijde is het hekwerk voorzien van een dubbel draaihek, dat toegang geeft tot de ingang van het souterrain.

Het INTERIEUR bevat nog enkele oorspronkelijke elementen zoals: de indeling die in grote lijnen bewaard is gebleven; een vestibule met marmeren vloer en plinten; hal, gang en trappenhuis met houten paneellambrizeringen, waarin paneeldeuren met geprofileerde omlijsting zijn opgenomen; het trappenhuis met een omlopende bordestrap, voorzien van een houten leuning, bestaande uit afwisselend spijlen en planken en een geprofileerde handlijst; enkele Art nouveau-stucplafonds met rechthoekige vlakken en roosmotieven in "Mackintosh-stijl"

Waardering:

HERENHUIS met HEKWERK gebouwd rond 1910 waarschijnlijk door W. Diehl.

- Van architectuurhistorisch belang als een goed en gaaf voorbeeld van een herenhuis in een stijl die invloeden vertoont van geometrische Art Nouveau, Engelse landhuisstijl en rationalisme. Het herenhuis is van architectuurhistorisch belang vanwege de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp zoals een markante hoofdvorm en een bijzondere detaillering.

- Van stedenbouwkundig belang vanwege de prominente plaats op de hoek van het Bothaplein en de De la Reystraat midden in de voornamelijk tussen 1905 en 1915 gebouwde Transvaalbuurt, waar een aanzienlijk deel van de herenhuizen door Diehl is ontworpen.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1910
1910
globaal

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Herenhuis

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Heroriëntatie op tradit. bouwwijzen
invloeden
Art Nouveau
invloeden
Geometrische A.N. met Engelse en Weense invloeden
Rationalisme
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Diehl, W. ; Gelderland
architect / bouwkundige / constructeur
waarschijnlijk
Silberling & Zoon ; Gelderland
stucwerker