Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
516924
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82971/78
Kadastrale aanduiding
Arnhem N 3832
Cronjéstraat 10, 6814 AH te Arnhem

Omschrijving

Inleiding:

HERENHUIS "BEEK EN DAL" met HEKWERK. Het halfvrijstaande hoekpand, waarin thans een kantoor is gevestigd, is een tijd lang in gebruik geweest als pension. Het is niet duidelijk of het pand als pension is gebouwd of dat het nog enkele jaren een woonhuisfunctie heeft gehad. Het huis is gebouwd ca. 1910 in een sobere stijl die invloeden vertoont van geometrische Art Nouveau en rationalisme, gecombineerd met enkele Chaletstijl elementen zoals overstekende wolfdaken en balkons op korbelen. Het pand is waarschijnlijk ontworpen door Willem Diehl.

Het herenhuis is gelegen op de scherpe hoek van de Cronjéstraat met de De La Reijstraat, de twee voornaamste straten in de Transvaalbuurt, een door ir. Tellegen ontworpen wijk met overwegend herenhuizen uit de periode 1905-1915, waarvan een groot deel is ontworpen door W. Diehl. De oostgevel aan De la Reijstraat kijkt uit over de St. Jansbeek en een van haar bruggen in Art Nouveau-stijl, de noordgevel ligt aan de Cronjéstraat en kijkt via het noordelijke deel van de De la Reijstraat uit over park Sonsbeek. De westgevel kijkt uit over de Cronjéstraat. Het pand bezit aan beide straten een smalle strook tuin van het trottoir gescheiden door een smeedijzeren hekwerk.

Omschrijving:

Het pand bezit een onregelmatige gevormde plattegrond, een kelder, drie bouwlagen en een zolderverdieping onder een samengesteld dak. De basis van de plattegrond is een rechthoek met uitspringende delen aan de noord- en de westzijde. Het vooruitspringend gedeelte aan de noordzijde bezit ter hoogte van de eerste twee bouwlagen een driezijdige erker met balkon en wordt afgesloten met een topgevel. De oostgevel bezit een hoekrisaliet die wordt afgesloten met een topgevel van hetzelfde type. Boven de topgevels bevinden zich haaks op elkaar staande, afgewolfde zadeldaken. Boven het hoofdvolume bevinden zich verder nog een plat dak en een schilddak. De uitbouw aan de westzijde die weliswaar lager is dan het hoofdblok, maar toch drie bouwlagen bezit, heeft een plat dak. Het schilddak en de wolfdaken zijn gedekt met shingles, bezitten op de nokken met zink beklede pironnen en zijn voorzien van ruim overstekende bakgoten op bewerkte klossen en geprofileerde windveren op doorlopende gordingen boven de topgevels. De platte daken hebben een minder groot overstek en zijn eveneens voorzien van geprofileerde bakgoten op bewerkte klossen. Op het dakschild aan de De La Reijstraat bevindt zich een dakkapel met lessenaarsdak en twee ramen met 2-ruits bovenlichten. Rechts hiervan bevindt zich een bakstenen schoorsteen.

De gevels zijn gemetseld in baksteen in kruisverband en voorzien van een plint met trasraam en rollaag. De meeste vensters bezitten hardstenen lateien met vellingkanten en rozetten in sobere Art Nouveau-stijl. Hierboven bevinden zich dubbele segmentbogen van rode verblendsteen. De kozijnen zijn ongeprofileerd.

De NOORDGEVEL bezit een vooruitspringende partij met een driezijdige erker over twee bouwlagen, bekroond met een balkon, dat enkel op het rechthoekige middendeel een houten hekwerk heeft. Voor de eerste bouwlaag bevindt zich een bakstenen bordes met bakstenen zijkanten met hardstenen dekplaten, enkele stoeptreden en een terrazzovloer. In de brede zijde van de erker bevindt zich een dubbele enkelruits terrasdeur met veelruits bovenlicht. In de smallere schuine zijden bevinden zich vensters met enkelruits onderramen en veelruits bovenlichten. Boven de terrasdeuren bevindt zich een breed houten balkon op een onderslagbalk en twee geornamenteerde korbeelstellen. De korbeelstellen rusten op natuurstenen consoles. Het balkonhek is van hout. Een dubbele enkelruits balkondeur met veelruits bovenlicht geeft toegang tot het balkon. Aan weerszijden bevinden zich vensters van hetzelfde type als in de eerste bouwlaag. Boven de lateibalken ontbreken de verblendstenen segmentboogjes. Op het balkon boven de erker van de tweede bouwlaag bevindt zich een dubbele balkondeur met breed getoogd enkelruits bovenlicht onder een bakstenen segmentboog. Aan weerszijden hiervan bevindt zich een smal venster met lateibalk en enkelruits raam. In de top van de gevel bevindt zich een rondboogvenster met bakstenen rondboog, twee enkelruits onderramen en een halfrond enkelruits bovenlicht.

Rechts van het vooruitspringend gedeelte bevindt zich voor de eerste bouwlaag een uitgebouwde ingangspartij met een grote houten luifel op bewerkte balken. De ingang is bereikbaar via een bordes met bakstenen balustrade met rondboogvormige openingen en hardstenen dekplaten en een trap met hardstenen treden. Links van het bordes bevindt zich een kelderlicht met rollagen, enkelruits raam en diefijzers. De ingang bezit een ongeprofileerd kozijn, rollaag, hardstenen neuten en onderdorpel en een houten paneeldeur met in de vorm van een Latijns kruis aangebrachte ruitjes. Aan weerszijden van deur bevinden zich smalle nevenlichten met glas-in-loodpanelen en hardstenen lekdorpels. Aan de linkerzijde bevindt zich bovendien nog een rondboogvenster met draairaam en rondboogbovenlicht, beide voorzien van glas-in-lood. Boven de luifel bevindt zich een breed driedelig bovenlicht met glas-in-loodpanelen.

In de tweede bouwlaag bevindt zich een groot trappenhuisvenster met kozijn met twee tussenstijlen en kalf en drie glas-in-loodramen met drie bovenlichten. In de derde bouwlaag bevindt zich een tweede trappenhuisvenster met glas-in-loodramen, bestaande uit een hoog tweedelig middenraam en lagere nevenlichten. Het geheel sluit af met een bakstenen rondboog. Boven dit venster eindigt de gevel met een bakstenen dakhuis met plat dak en een rond venster.

De noordgevel van de lagere uitbouw aan de Cronjéstraat bezit links een smal, iets inspringend, maar evenwijdig aan het hoofdvolume liggend geveldeel en rechts een wederom iets inspringend, schuin geplaatst geveldeel. In de eerste bouwlaag hiervan bevindt zich een venster met strek met licht getoogde onderzijde en een kruiskozijn met enkelruits ramen en bovenlichten. In de tweede en derde bouwlaag hierboven bevinden zich door segmentbogen afgesloten vensters met kozijn met middenstijl en twee enkelruits ramen. In het smalle geveldeel links bevindt zich in de tweede bouwlaag een klein venstertje met bakstenen korfboog en enkelruits raam. De OOSTGEVEL aan de De La Reijstraat bezit links een licht risalerende geveldeel met een topgevel. In de eerste bouwlaag bevinden zich vier vensters met kozijnen met vast kalf en enkelruits schuiframen met 12-ruits bovenlichten. Boven de twee linker vensters bevindt zich over de gehele breedte van de risaliet een houten balkon in Art Nouveau-stijl, rustend op geornamenteerde balken, onderslagbalk en drie korbeelstellen op natuurstenen consoles. Het balkon bezit een halfrond gebogen voorzijde en kwart rond gebogen zijden. Het balkonhek is vernieuwd. Op het balkon bevinden zich twee kozijnen met enkelruits balkondeuren en links of rechts een nevenlicht. Boven het kalf bevinden zich veelruits bovenlichten. In het rechter deel van de tweede bouwlaag bevinden zich twee vensters van hetzelfde type als in de eerste bouwlaag. Hierboven bevindt zich een breed in roughcast uitgevoerd paneel, omgeven door een bakstenen rollaag. Op het paneel bevindt zich in Art-Nouveau-belettering de naam van het huis: "BEEK EN DAL". In de derde bouwlaag van de topgevelrisaliet bevinden zich twee vensters van hetzelfde type als de andere vensters in de oostgevel. In de top van de gevel bevindt zich een rondboogvenster van hetzelfde type als in de topgevel aan de Cronjéstraat.

De ACHTER- OF WESTGEVEL bezit voor het uitspringende linker gedeelte een éénlaags uitbouw met plat dak, waarin zich twee gewijzigde deuren bevinden die toegang geven tot de kelder. Boven het platte dak bevinden zich twee enkelruits bovenlichten, die aan de bovenzijde afsluiten met een dubbele halfsteens segmentboog met boogtrommel. In de tweede en derde bouwlaag van het vooruitspringende deel bevindt zich een venster, afgesloten door een dubbele halfsteens segmentboog met boogtrommel en voorzien van een enkelruits raam met 12-ruits bovenlicht. Voor het teruggelegen rechter gevelgedeelte bevindt zich een deels gewijzigde serre met lessenaarsdak, dat aansluit op een smal balkon op de tweede bouwlaag. Dit balkon bezit een houten balustrade met verticale en gebogen horizontale spijlen. Op het balkon een dubbele enkelruits balkondeur met enkelruits nevenlichten en veelruits bovenlichten. In de derde bouwlaag bevindt zich een modern balkon en een vensterpartij met segmentboog, kruiskozijn en enkelruits ramen en veelruits bovenlichten.

In het INTERIEUR, waarvan de indeling nog grotendeels intact is, zijn nog enkele oorspronkelijke elementen bewaard gebleven zoals: de vestibule met haar tochtdeuren en lambrizering van witte en groene tegels, waarop door linten onderling verbonden fruitmanden en bloemboeketten in reliëf zijn afgebeeld; De centrale hal met haar lambrizering en trappenhuis met een vierzijdig omlopende bordestrap voorzien van geornamenteerde trappalen, geprofileerde handlijst, verticale en horizontale spijlen, lambrizering; De kelder met plavuizenvloer en troggewelfjes; Deuren in geornamenteerde houten omlijstingen en enkele stucplafonds op de begane grond. In de trappenhuisvensters bevinden zich grote gebrandschilderde glas-in-loodpanelen met florale motieven in geometrische Art Nouveau-stijl.

De TUIN wordt aan de straatzijde afgesloten door een op een bakstenen voetmuur staand smeedijzeren hekwerk, waarvan de ontbrekende delen in de kelder liggen.

Waardering:

HERENHUIS met HEKWERK gebouwd rond 1910 waarschijnlijk door W. Diehl.

- Van architectuurhistorisch belang als een goed en gaaf voorbeeld van een herenhuis, gebouwd in een stijl die invloeden vertoont van geometrische Art Nouveau en rationalisme en tevens enkele Chaletstijl-elementen bevat. Het herenhuis is van architectuurhistorisch belang vanwege de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp zoals een bijzondere hoofdvorm en opmerkelijke hoekoplossing en een bijzondere detaillering.

- Van stedebouwkundig belang vanwege de prominente plaats op de hoek van de De la Reystraat en de Cronjéstraat midden in de voornamelijk tussen 1905 en 1915 gebouwde Transvaalbuurt, waar een aanzienlijk deel van de herenhuizen door Diehl is ontworpen.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Nee Sport, recreatie, vereniging en horeca Horeca Pension Nieuw-Gelderland/ Beek en dal i.b.v. Wed. Kip
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1910
1910
globaal

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Herenhuis

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Art Nouveau
invloeden
Geometrische A.N.
Rationalisme
invloeden
Chalet-stijl
invloeden