Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
516942
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82967/168
Kadastrale aanduiding
Arnhem N 3609
Sonsbeekweg 12, 6814 BA te Arnhem

Omschrijving

Inleiding

HERENHUIS met HEKWERK, De Phoenix genaamd, halfvrijstaand hoekpand, dat thans als kantoor in gebruik is. Het huis is gebouwd ca. 1910-1915 in een sobere stijl die invloeden vertoont van geometrische Art Nouveau, Chaletstijl en Um 1800-stijl. Het pand is waarschijnlijk ontworpen door Willem Diehl.

Het herenhuis is gelegen tegenover Park Sonsbeek op de hoek van de Sonsbeekweg en de De La Reijstraat, aan de rand van de Transvaalbuurt, een door ir. Tellegen ontworpen wijk met overwegend herenhuizen uit de periode 1905-1915, waarvan een groot deel is ontworpen door W. Diehl. Het pand bezit aan beide straten een smalle strook tuin van het trottoir gescheiden door een smeedijzeren hekwerk. In de achtertuin bevindt zich tegen de rechter zijgevel van het pand De La Reijstraat 14 een vermoedelijk iets later gebouwde garage, die niet onder de bescherming valt.

Omschrijving

Het HERENHUIS bezit twee bouwlagen, een zolderverdieping en een vliering op een nagenoeg rechthoekig grondplan met een afgeschuinde hoek aan de noordoostzijde en twee rechthoekige uitbouwen aan de zuidzijde van resp. twee en één bouwlagen. Op de linker uitbouw sluit door middel van een verbindingsgang een éénlaags bouwvolume (de keuken) op rechthoekig grondplan met een afgeschuinde hoek aan. Het pand is gedeeltelijk onderkelderd.

Het pand bezit een overstekend mansardedak, waarvan de nokrichting evenwijdig loopt aan de Sonsbeekweg. Het dak is gedekt met rode verbeterde Hollandse pannen. Het ruim overstekende dak bezit bakgoten die rusten op bewerkte klossen. Ter plaatse van de afgeschuinde hoek bevindt zich een extra grote bewerkte console, omdat hier de te overbruggen ruimte veel groter is. het driehoekig veld boven deze console is opgevuld met houten delen. Het overstek aan de zijgevels rust op doorlopende gordingen en is voorzien van windveren.

In het voor- en achterschild bevinden zich resp. drie en één grote dakkapellen met platte daken. De zijkanten van de dakkapellen zijn bedekt met afgeronde daktegels. Verder zijn de dakkapellen voorzien van houten bakgoten op klosjes en kruiskozijnen met twee draairamen en veelruits bovenlichten met glas-in-lood. In de dakkapel op het achterschild is een raam vervangen door een nooddeur. In het dak bevinden zich twee gemetselde schoorstenen. De uitgebouwde bouwvolumes bezitten platte daken.

Het herenhuis is opgetrokken in roodbruine baksteen, gemetseld in kruisverband. De baksteen van het trasraam, dat wordt afgesloten met een rollaag is iets donkerder.

De vensteropeningen bezitten hardstenen lekdorpels en worden afgesloten met strekken. Alle ramen bezitten veelruits bovenlichten met groen en geel glas-in-lood. Bij de meeste bovenlichten ontbreekt het raamhout en zijn de roeden direct in het kozijn geplaatst (een stijlkenmerk van Diehl). De vensters waren voorzien van luiken, waarmee de onderramen konden worden bedekt.

De VOORGEVEL (noordgevel) is afgezien van de afgeschuinde hoek symmetrisch ingedeeld en telt drie traveeën. De middelste travee is breder dan de andere en bevat de ingangspartij. Deze bestaat uit een segmentboogvormig afgesloten, naar binnen schuin toelopend portiek. In het midden bevindt zich een paneeldeur met verticaal en horizontaal geplaatste ruitjes, deels voorzien van smeedijzeren roostertjes, in een kozijn op hardstenen neuten. De deur bezit zijlichten en een driedelig bovenlicht, allen veelruits en voorzien van glas-in-lood. In de naar binnen schuin toelopende zijwanden van het portiek bevinden zich vensters met schuiframen, veelruits bovenlichten en rolluiken in houten rolluikbakken. Het portiek wordt afgesloten met drie halfsteens rollagen. Boven het ingangsportiek bevindt zich een loggia met balkon. De loggia wordt afgesloten door een houten latei die rust op bewerkte houten consoles en bezit eveneens schuin naar binnen toelopende wanden. In het midden bevindt zich een dubbele balkondeur en in de zijwanden bevinden zich enkele deuren. De deuren bezitten veelruits bovenlichten. Het driezijdig uitspringende balkon rust op houten consoles, die op hun beurt ondersteund worden door natuurstenen consoles. De houten balkonbalustrade bestaat uit hogere hoekposten, die worden verbonden door lagere bewerkte hekjes en handlijsten.

De traveeën links en rechts van de middentravee bezitten in de eerste en tweede bouwlaag rechthoekige vensters met resp. schuif- en stolpramen, voorzien van veelruits bovenlichten.

Het muurvlak van de afgeschuinde hoek springt licht terug t.o.v. de noord- en de oostgevel en bezit in de eerste bouwlaag een tuindeur met veelruits bovenlicht en een rolluik in een houten rolluikbak. Boven de deur bevindt zich een balkon op driemaal uitspringende houten consoles, die rusten op natuurstenen consoles. Het bovenlicht van de tuindeur bevindt zich deels tussen deze draagconstructie. De balkonbalustrade is op dezelfde wijze gedetailleerd als die bij het balkon boven de ingangspartij. De enkele balkondeur bezit een veelruits bovenlicht.

De asymmetrisch ingedeelde LINKER ZIJGEVEL (oostgevel) telt in de eerste en tweede bouwlaag drie gevelopeningen en in de derde bouwlaag twee. Deze twee bevinden zich boven de meest rechtse twee openingen van de er onder gelegen bouwlagen. In de eerste bouwlaag bevinden zich drie vensters met schuiframen. In de tweede bouwlaag bevinden zich links een venster met stolpraam en rechts een breed balkon, waarop twee balkondeuren uitkomen. Het balkon bezit afgeschuinde hoeken, rust op vier consoles en is op dezelfde wijze vormgegeven als het balkon van de afgeschuinde hoekpartij. Boven de balkondeuren bevinden zich twee kruiskozijnen met twee draairamen en veelruits bovenlichten. Zij zijn op dezelfde wijze vormgegeven als de ramen in de dakkapellen, met welke ze op gelijke hoogte liggen. De gevel wordt afgesloten door een uitkragende, met houten delen beklede topgevel. Iets onder de breuklijn van de mansardekap bevindt zich een houten lijst, waartegen de consoles zijn bevestigd die de uitkragende geveltop dragen. In de topgevel, waarvan de onderste plank is bewerkt, bevinden zich twee smalle vlieringvensters.

Ter hoogte van de eerste bouwlaag bevindt zich links onder een éénlaags uitbouw met plat dak en rechthoekig venster.

De asymmetrisch ingedeelde ACHTERGEVEL telt drie traveeën. De linker travee wordt afgesloten door een rechtgesloten geveldeel, dat het dakvlak doorsnijdt en dat is ingeklemd tussen twee vooruitspringende gemetselde schoorstenen van verschillende lengte. Vóór de eerste en de tweede bouwlaag van de linker travee bevindt zich een uitspringend bouwvolume met plat dak en twee vensters boven elkaar resp. een T-schuifraam en een stolpraam, beiden met veelruits bovenlicht. Boven het uitspringende deel bevindt zich in de derde bouwlaag een venster met veelruits raam en daarboven een venster met driedelig kozijn en drie 9-ruits ramen.

De licht terugspringende middentravee bezit op kelderniveau een dubbele deur met zijlichten, toegankelijk via een gemetselde trap. In de eerste bouwlaag bevindt zich een gevelopening die gedeeltelijk is dichtgezet en voorzien is van een modern raam. De gevelopening, die oorspronkelijk een tuindeur, bevatte waar de hardstenen dorpel en neuten nog van aanwezig zijn, wordt geflankeerd door kleine vensters met hardstenen dorpels en diefijzers. Hierboven bevindt zich het grote trappenhuisvenster met driedelig kozijn, waarvan het rechter deel een lagere onderdorpel bezit dan het midden- en het linker deel. Het venster is voorzien van hardstenen onderdorpels en veelruits ramen en bovenlichten met glas-in-lood. Doordat de middentravee terugspringt is het overstek van het dak hier groter. De langere gootklossen rusten op een onderslagbalk, die in de muur van de rechter travee is verankerd en ook nog rust op drie korbelen, waarvan de twee meest rechtse tegen de middenstijlen van het trappenhuiskozijn zijn bevestigd.

De rechter travee bezit in de éénlaags uitbouw ter hoogte van de eerste bouwlaag een later aangebracht venster. De uitbouw wordt afgesloten met een overstekende bakgoot. Boven de uitbouw bevindt zich een gevelopening met tweedelig kozijn en veelruits bovenlichten met glas-in-lood.

Voor de linker travee bevindt zich een éénlaags uitbouw, die met de achtergevel is verbonden d.m.v. een korte gang, waarin zich een deur bevindt. De hoek naast de deur is afgeschuind en bezit een venster met rollagen aan de onder- en bovenzijde en een 6-ruits raam. In de oostgevel van de uitbouw bevindt zich een later aangebracht venster. De gevels van uitbouw en verbindingsgang worden afgesloten met een houten lijst.

Het INTERIEUR, waarvan de indeling grotendeels intact is gebleven, bevat nog een aantal oorspronkelijke elementen zoals een vestibule met stucpanelen, kast, marmeren vloer en plinten hal en een schouderboogvormig afgesloten tochtdeur met zijlichten en veelruits bovenlichten. De centraal gelegen hal bezit eveneens marmeren plinten en dorpels. Hier bevindt zich het trappenhuis met een bordestrap met drie armen, bewerkte trappalen en spijlen en een geprofileerde handlijst. De trapbalustrade gaat over in die van de vide. De zolderverdieping is bereikbaar via een trap met kwart, waarvan de balustrade op dezelfde wijze is vormgegeven als die van de hoofdtrap. Het trappenhuisvenster is gevuld met gekleurd glas-in-lood. De paneeldeuren met ruitjes op de begane grond bezitten een vlakke houten omlijsting die aan de bovenzijde is voorzien van een horizontaal plankje op consoles. De deuromlijstingen op de verdieping zijn eenvoudiger uitgevoerd. Het plafond van de hal is voorzien van gepleisterde balken met bewerkte sleutelstukken. Balken en sleutelstukken zijn voorzien van fijne vergulde lijntjes. De vier voorkamers op begane grond en eerste verdieping zijn voorzien van geornamenteerde stucplafonds. Hier is ook het ingenieuze ventilatie-systeem te zien: twee ruitjes van de bovenlichten kunnen m.b.v. een katrol worden verschoven. De vensters zijn voorzien van een vlakke omlijsting, afgesloten met een geprofileerde kroonlijst. In de keuken bevinden zich kastdeuren met luchtgaten. De kelder die grotendeels onder de hal is gelegen is gedeeltelijk voorzien van troggewelven en bezit luikjes, waardoor de kruipruimte onder de kamers kan worden bereikt. De tuin wordt begrensd door een smeedijzeren HEKWERK op een bakstenen voetmuur. Aan de noordzijde is het hekwerk voorzien van een dubbel draaihek tussen gemetselde hekposten. Aan de oostzijde bevindt zich een draaihekje, dat toegang gaf tot de achteringang.

Waardering

HERENHUIS met HEKWERK gebouwd tussen 1910-1915 waarschijnlijk door W. Diehl.

- Van architectuurhistorisch belang als een goed en gaaf voorbeeld van een herenhuis in een stijl die invloeden vertoont van geometrische Art Nouveau, Um 1800-stijl en Chaletstijl. Het herenhuis is van architectuurhistorisch belang vanwege de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp zoals een markante hoofdvorm en een bijzondere detaillering.

- Van stedebouwkundig belang vanwege de prominente plaats tegenover het Park Sonsbeek op de hoek van de Sonsbeekweg en de De la Reystraat aan de rand van de voornamelijk tussen 1905 en 1915 gebouwde Transvaalbuurt, waar een aanzienlijk deel van de herenhuizen door Diehl is ontworpen.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1910
1915
globaal

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Herenhuis

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Heroriëntatie op tradit. bouwwijzen
invloeden
Art Nouveau
invloeden
Geometrische Art Nouveau
Chalet-stijl
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Diehl, W. ; Gelderland
architect / bouwkundige / constructeur
waarschijnlijk