Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
517451
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82851/38
Kadastrale aanduiding
Hoorn A 4058
Hoorn A 4060
Hoorn A 4059
Hoorn A 4802
Hoorn A 4801
Hoorn A 4061
Oude Doelenkade 27, 1621 BH te Hoorn
Oude Doelenkade 29, 1621 BH te Hoorn
Oude Doelenkade 31, 1621 BH te Hoorn
Oude Doelenkade 33, 1621 BH te Hoorn
Oude Doelenkade 35, 1621 BH te Hoorn
Oude Doelenkade 37, 1621 BH te Hoorn

Omschrijving

Inleiding

In 1903-1904 gebouwd blok van zes HERENHUIZEN, ontworpen door gemeentearchitect Joh. van Reijendam Cz. in een door Art Nouveau en Chaletstijl beïnvloede bouwtrant. De woonhuizen liggen aan de noordwestzijde van de Oude Doelenkade. Het blok eindigt links met een hoekpand op de hoek met de Mallegomsteeg.

Omschrijving

Het blok van zes uit rode baksteen opgetrokken herenhuizen is gebouwd op een nagenoeg rechthoekige plattegrond en voorzien van een samengestelde kap gedekt met rode geglazuurde kruispannen. Het blok heeft een vrijwel symmetrische driedelige opzet bestaande uit twee hoekpanden van drie bouwlagen onder een schilddak met een wolfseind aan de voorzijde en de nok haaks op de weg, waartussen een lager middendeel van vier woningen die twee bouwlagen tellen onder een mansardedak met de nok evenwijdig aan de straat. Het mansardedak van de twee middelste panden heeft aan de voorzijde een opgelicht dakvlak met ruim overstek op korbelen. De hoekpanden en de twee middelste woningen risaleren enigszins en hebben een grijze baksteen plint, terwijl de twee tussenliggende woningen zijn voorzien van een plint van oranjerode verblendsteen. De hoekpanden worden verlevendigd door banden van gele verblendsteen, de overige woningen hebben banden van oranjerode verblendsteen. De zes voordeuren zijn uitgevoerd als dubbele paneeldeur voorzien van deurroosters met florale motieven. De ontlastingsbogen boven de vensters in de voorgevel zijn gemetseld in oranjerode verblendsteen afgewisseld met gele verblendsteen bij de aanzetten en in het midden.

De vier woningen in het middendeel tellen elk drie vensterassen met op de begane grond en de eerste verdieping T-vensters met drieruits bovenlichten (bij een aantal ramen is de oorspronkelijke roedenverdeling verwijderd). De twee centrale assen zijn witgepleisterd en hebben op de begane grond twee voordeuren als genoemd met drieruits bovenlicht en daarboven een op korbelen rustend houten balkon dat toegankelijk is via twee dubbele balkondeuren met halfrond drieruits bovenlicht (rechts dichtgezet). Boven de in grijze baksteen gemetselde rondbogen van de bovenlichten is een borstwering met grijs blokmotief gemetseld. De middenrisaliet wordt beëindigd door twee vierkante torentjes waarvan het afgeplatte tentdak aan de voorzijde bekroond wordt door twee pinakels. De torens fungeren tevens als dakkapel en zijn voorzien van een zesruits schuifvenster waarboven een strek van grijze baksteen. Ter weerszijden van de middenrisaliet hebben de twee middelste panden op de begane grond en de eerste verdieping twee schuifvensters, en op de zolderverdieping drie gekoppelde openslaande ramen omgeven door vakwerk. De twee enigszins terugliggende tussenwoningen hebben in de buitenste vensteras op de begane grond geen venster maar een voordeur als genoemd voorzien van een bovenlicht. Beide panden worden afgesloten door een "architraaf" van oranjerode verblendsteen en een gootlijst op geprofileerde klossen waartussen gele verblendsteen. Hierop rust middenboven een dakkapel voorzien van een stolpraam (links vervangen) en een met rode geglazuurde kruispannen gedekt zadeldak bekroond door een bewerkte makelaar en een terracotta vorstkam. Beide hoekpanden zijn opgebouwd uit een lage begane grond, waarboven een hoge bel-etage en een enigszins lagere tweede verdieping. Het rechter hoekpand heeft op de begane grond twee tweedelige vensters en links hiervan de in een portiek teruggeplaatste voordeur. Boven het rechter venster en de portiek bevindt zich een segmentboog. Het middenraam heeft in plaats daarvan een strekse boog en wordt geflankeerd door korbelen waarop een houten balkon rust, toegankelijk via een dubbele balkondeur met drieruits bovenlicht. Hierboven een luifel in de vorm van een lessenaardak waarop een driehoekig balkon ter hoogte van de tweede verdieping. Het laatste is toegankelijk via een vergelijkbare balkondeur geflankeerd door schuiframen met tweeruits bovenlichten, waarboven één grote segmentboog. Ter weerszijden van de balkondeur op de eerste verdieping een T-venster met drieruits bovenlicht en een segmentboog waarnaast een muuranker met Jugendstil zweepslagmotief. Bovenin de voorgevel van het rechter hoekpand bevindt zich een laag stolpraam dat voorzien is van een tweeruits bovenlicht en geflankeerd wordt door kleine zijramen met luiken. Het dak van het rechter hoekpand heeft aan de voorzijde een ruim overstek rustend op twee korbelen. Het wolfseind wordt bekroond door een terracotta kruisbloem, het achterschild door een zinken piron.

De rechterzijgevel (NO) van het rechter hoekpand wordt door aangrenzende bebouwing grotendeels aan het oog onttrokken. Het linker hoekpand heeft een afgeschuinde hoek met op de begane grond een schuifvenster met bovenin vier ruitjes naast elkaar, op de eerste verdieping een houten erker waarop, ter hoogte van de tweede verdieping, een balkon onder een op stijlen geplaatst afdak. In het risalerende rechter gedeelte van de voorgevel bevindt zich op de begane grond een portiek als bij het rechter hoekpand, op de eerste verdieping een schuifvenster met tweeruits bovenlicht, op de tweede verdieping een T-venster met tweeruits bovenlicht omgeven door een hoefijzerboog van oranjerode verblendsteen. Hierboven een klein vierruits schuifvenster met driehoekig bovenlicht onder een keperboog van oranjerode verblendsteen waarboven een ondiep zadeldakje. Links van het portaal is de begane grond voorzien van vier smalle gekoppelde schuifvensters met bovenin twee ruitjes. De eerste verdieping heeft in het midden een door twee smalle schuifvensters geflankeerd T-venster met drieruits bovenlicht. Dit venster is evenals het raam rechts hiervan en het vierdelige venster op de begane grond geplaatst onder een segmentboog van oranjerode verblendsteen afgewisseld met gele verblendsteen in het midden en bij de aanzetten. In het midden van de tweede verdieping bevindt zich onder een strek van oranjerode en gele verblendsteen een schuifvenster geflankeerd door twee smalle schuifvensters. De in vakwerk uitgevoerde zolderverdieping heeft twee gekoppelde vierruits ramen. De nok van het dak is voorzien van een terracotta vorstkam en het wolfseind wordt bekroond door twee gestileerde terracotta pirons.

De aan de Mallegomsteeg gelegen zijgevel (ZW) van het linker hoekpand is voorzien van banden van gele verblendsteen, schootankers ter hoogte van de verdiepingsvloeren, een klein tweedelig venster in het midden van de begane grond en een uitgemetseld rookkanaal rechtsboven. De gevel heeft een vergelijkbare beëindiging als de buitenste panden van het middendeel van de voorgevel.

De achtergevel (NW) wordt op de begane grond door (gewijzigde) serre's grotendeels aan het oog onttrokken. De achtergevel heeft ter hoogte van de verdiepingsvloeren schootankers en wordt bovenaan afgesloten door boeiboorden. De strekken boven de vensters zijn uitgevoerd in oranjerode verblendsteen. Op de eerste verdieping hebben de middelste twee panden twee T-vensters en de naastgelegen woningen een T-venster en een dubbele balkondeur met bovenlicht. Het linker hoekpand heeft op de eerste verdieping een dubbele balkondeur met bovenlicht geflankeerd door smalle schuiframen (balkon vernieuwd). Links hiervan bevindt zich evenals op de tweede verdieping een schuifvenster. Rechts is de tweede verdieping voorzien van een gekoppeld schuifvenster, de vensters en deuren in het rechter hoekpand zijn niet oorspronkelijk.

De woningen zijn inwendig nog gedeeltelijk oorspronkelijk en bevatten onder meer neorenaissance stucplafonds in de voor- en achterkamer, paneeldeuren, en in de gang een meerkleurige tegelvloer en een ruime trap met houten balustrade.

Waardering

Het blok van zes herenhuizen is van algemeen belang wegens cultuur- en architectuurhistorische waarde als gaaf bewaard gebleven voorbeeld van rijkere woningbouw uit het begin van de 20ste eeuw, opgetrokken in een door Art Nouveau en Chaletstijl beïnvloede bouwtrant. De woningen hebben tevens situationele waarde vanwege de beeldbepalende ligging aan de Oude Doelenkade. Daarnaast zijn de panden van belang als karakteristiek onderdeel uit het oeuvre van gemeentearchitect Van Reijendam.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1903
1904
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Herenhuis

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Art Nouveau
invloeden
Chalet-stijl
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Reijendam, J. van ; Noord-Holland
architect / bouwkundige / constructeur