Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
517744
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82736/153
Kadastrale aanduiding
Amersfoort E 6913
Bij Herenstraat 1, 3811 HG te Amersfoort

Omschrijving

Inleiding

De ZAALKERK van het complex van de congregatie van Onze Lieve Vrouw is in hoofdzaak in twee fasen totstand gekomen. In 1889-1890 werd naar ontwerp van C.L.M. Robbers een neogotische kapel gebouwd, een eenbeukig schip, bestaande uit zes traveeën met op de noordwesthoek een traptoren, met spitsvormige bekroning. Aan de zuidzijde bevond zich een relatief klein priesterkoor, geflankeerd door een opbergkamer en een sacristie. Het te kleine priesterkoor gaf in 1934-1935 aanleiding om B.J. Koldewey te vragen een breder priesterkoor te ontwerpen. Aangezien het beschikbare terrein slechts een kleine uitbreiding in de lengterichting toeliet, koos de architect voor een ontwerp waarin meer de breedte van de locatie werd benut. Bovendien maakte hij de uitbreiding hoger dan de bestaande kapel. Hij ontwierp in de bouwstijl van het traditionalisme een hoge rechthoekige ruimte, overspannen met een houten kap, met daaromheen symmetrisch gerangschikt een aantal kleinere ruimten, zoals een berging en een sacristie.

Omschrijving

De kloosterkapel is op het binnenterrein van het kloostercomplex aan de Zuidsingel gelegen. De oriëntatie is noord/west-zuid/oost. De noordoostzijde grenst aan de refter van het kloostergebouw. De symmetrische plattegrond heeft een T-vorm, waarbij de brede stam wordt gevormd door het schip uit 1890 en de kop de uitbreiding met het priesterkoor van 1935.

Het schip bezit een zadeldak, bedekt met leien. De plattegrond van het schip heeft een verhouding van zes staat tot drie. De lange zijden - oost- en westgevel- zijn onderverdeeld in zes traveeën, die aan de buitenzijde gemarkeerd worden door steunberen en aan de binnenzijde door pilasters en spitsbogen. De overgang van pilaster naar spitsboog bevindt zich precies op de helft van de hoogte van het gewelf. De ribben lopen niet door in de pilasters.

De buitenmuren zijn opgetrokken uit donkerrode baksteen. In de vijf zuidelijke traveeën bevinden zich spitsboogvensters met lancettracering, waarvan de waterlijsten zich op een kwart der totale hoogte van het gewelf bevinden. De traceringen zijn uit fel-rode baksteen vervaardigd. De overgang van muur naar dak wordt gemarkeerd door een muizentandlijst, waarboven in baksteen een spitsboogfries is aangebracht. Onder de vensters van de meest zuidelijke travee bevinden zich in beide gevels de toegangen tot de biechtstoelen, die naar ontwerp van Koldewey in 1935 als een lage uitbouw met lessenaarsdak zijn toegevoegd. De muren van de meest noordelijk travee zijn gesloten, wat samenhangt met de indeling van het interieur; op één-derde hoogte is een balkon aangebracht, ondersteund door drie spitsbogen, die daarmee een voorportaal afscheiden van de eigenlijke zaal. Op de noordwesthoek bevindt zich een achthoekige traptoren met spits en smeedijzeren kruis. Het uiterlijk van de symmetrische noordgevel is na de bouw van het kloostercomplex in 1900 grotendeels aan het oog onttrokken door een venster, dat in het midden van een met spitsboogspaarvelden voorziene topgevel is geplaatst. Vanuit de refter van het hoofdgebouw bereikt men de kapel via geprofileerde deuren uit 1935.

Het priesterkoor uit 1935 heeft een rechthoekige plattegrond, die iets breder is dan het schip. Aan de noord- en zuidzijden van het hoge priesterkoor bevinden zich lagere rechthoekige ruimten voor de sacristie en de berging. Deze ruimten hebben evenals het priesterkoor een zadeldak evenwijdig aan het schip, bedekt met leien. De licht uitkragende absis is lager en wordt aan de buitenzijde door forse steunberen geaccentueerd met in de zijvlakken spitsboogvormige openingen. Op de overgang van schip naar koor is een vierzijdig torentje met zadeldak geplaatst. Dragende elementen als aanzetstenen zijn van natuursteen. De bovenste delen van de gekoppelde spitsboogvensters, die zich bevinden in de zijgevels van het priesterkoor, zijn eveneens van natuursteen. Een segmentboogfries vormt de beëindiging van alle gevels van het koor. Kleinere rondboogvensters zijn rondom in de muurvlakken van de lagere ruimten geplaatst.

In 1935 werd tevens een nieuwe gang aan de voorzijde van de kapel aangebracht, eveneens naar ontwerp van Koldewey. Zowel interieur als exterieur zijn bewaard, zoals de stalen spitsboogkozijnen met roedenverdeling en vensters met glas-in-lood.

Het interieur van de kapel wordt bepaald door het schoon metselwerk van de gewelven in het schip, het hoge stenen kruisgewelf van het priesterkoor en de rijk gedetailleerde deuren met hang- en sluitwerk.

Waardering

De kapel, die onderdeel uitmaakt van het kloostercomplex van de congregatie van Onze Lieve Vrouw aan de Zuidsingel, is van algemeen belang vanwege haar architectuurhistorische en cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een kapel, waarin een grote samenhang is ontstaan tussen het oorspronkelijke neogotische schip uit 1889-90 en het in 1935 vernieuwde, traditionalistische priesterkoor. De kapel is van ensemblewaarde in relatie met de overige delen van het kloostercomplex.

Binnen de ontwikkeling van de congregatie van de Zusters van Onze Lieve Vrouw vormt deze kapel een belangrijke schakel.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Religieuze gebouwen Kapel (F) Kapel(F1) Behorend bij congregatie d.w.z. geen kloosterorde!!!

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1889
1889
exact
schip
verbouwing
1935
1935
exact
koor

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Traditionalisme
stijlzuiver
Neo-Gotiek
stijlzuiver

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Koldewey, B.J. ; Stad Amersfoort
architect / bouwkundige / constructeur
koor
Robbers, C.L.M. ; Stad Amersfoort
architect / bouwkundige / constructeur
schip