Inleiding

DIRECTEURSWONING (8) van het Koninklijk Zoölogisch Genootschap Natura Artis Magistra, ontworpen door J.F. Klinkhamer in overgangsarchitectuur in 1897. De woning ligt op de oostelijke helft van het park aan de zuidgrens.

Omschrijving

De op samengestelde plattegrond opgetrokken villa bevat souterrain, twee bouwlagen en een kap. Een hoger opgetrokken deel is op een L-vormig grondplan ontworpen; een lagere deel bevindt zich in de binnenhoek van die L-vorm. Op de begane grond bevonden zich in oorsprong de ontvangkamer, de ontbijtkamer, de woonkamer, de keuken en de tuinkamer met een serre. De serre en de keuken hebben ten opzichte van het grondplan een zekere zelfstandigheid. De gevels zijn opgebouwd uit bruinrode baksteen met enkele banden in gele baksteen. Het gebruik van hout geeft de woning een landelijk accent. Het geheel wordt afgesloten door overstekende zadeldaken gedekt met rode pannen. Op de insteek van de kap aan de zuidzijde een gemetselde schoorsteen op eveneens gemetseld uitkragend rookkanaal. Gemetselde kraagsteen en accenten in gele baksteen. Bovenzijde schoorsteen bestaat uit vier schoorsteenpijpen op de schacht. Dakkapel op noordelijk dakschild. Tweede schoorsteen op oostelijk dakschild. Zuidgevel toont lichte risalering. Vensters in souterrain; natuurstenen waterdorpel als cordonlijst. Aan de rechterzijde op de verdere verdiepingen gekoppelde vensters met draairamen en geleed bovenlicht. Gemetselde segmentbogen aan de bovenzijde. Aan de linkerzijde dergelijke enkelvoudige vensteropeningen. Hierboven puntgevel met overstek met houten beschot en gordingkoppen, eenvoudig venster en hijsbalk. Oplopend fries met treden en gele accenten. Ook in de rest van de gevel geel band-, lijst- en blokwerk.

Aan de oostzijde een linkerdeel met puntgevel. Opbouw en detaillering als beschreven bij puntgevel aan de zuidzijde. Dakbeschot in de top van de puntgevel. Op de hoofdverdieping een breed en geleed venster. Rechts hiervan de voorsprong van de serre. Houten opbouw met brede posten en smallere stijlen en drievoudig gelede bovenlichten. Klein beschot als in puntgevel. Dakschild met gootlijst. Hierboven houten balconhek met stijlen. In de binnenhoek van de L-vorm het lagere bouwdeel met grote balcondeuren. Bovenlicht breekt door de gootlijst. Overstek met gootklossen. Aan de noordgevel bevindt zich aan de rechterzijde een puntgevel als omschreven bij de oostgevel. Hier een breed venster op zowel de hoofdverdieping als de verdere verdieping. Venster opgebouwd uit drie gekoppelde smalle ramen. Aan de westgevel de lagere uitbouw onder plat dak. Gootlijst en gemetselde accenten onder dekplaat op de hoeken. Verder enkele kleine vensters. Aan de rechterzijde van deze gevel een uitbouw onder dakschild met pannen. Vensteropening met drietal gekoppelde smalle ramen. Uitkragend deel van rookkanaal. Toegangspartij bij de uitbouw. Accenten in gele baksteen.

Waardering

Uit 1897 daterende Directeurswoning van algemeen belang wegens architectuurhistorische waarde en als historisch-functioneel onderdeel van het Artis-complex.