Inleiding

Aan de westelijke zijde van het Wilhelminapark staat een WOONHUIS met TUINHEK, gebouwd in 1937-'38 naar een ontwerp van F.A. Eschauzier. Het ontwerp is een goed voorbeeld van het werk van de Delftse School. De sculptuur boven de voordeur, met als thema de zon als levensbron, vogels, druivenranken en herten voedend, is een werk van de beeldhouwer Van de Velden.

Omstreeks 1940, kort na de bouw, is het woonhuis uitgebreid met een eenlaagse aanbouw aan de oostelijke zijde. Later, waarschijnlijk omstreeks 1950, is aan de westelijke zijde een garage aangebouwd. Alle aanpassingen zijn in aangepaste stijl uitgevoerd. De garage valt buiten de bescherming.

Omschrijving

Het tweelaagse pand heeft een globaal L-vormige plattegrond en wordt gedekt door een samengesteld schilddak met verbeterde Hollandse pannen. Opvallend is dat de afwatering inpandig gebeurt; de goten liggen op het muurwerk.

De gevels zijn opgetrokken in handgevormde baksteen.

De voorgevel, gesitueerd aan de zuidelijke zijde van het huis, heeft een symmetrische opzet met vijf vensterassen, waarvan de middelste de voordeur omvat. Deze is geplaatst in een ondiep natuurstenen portiek, dat wordt voortgezet in het beeldhouwwerk in hoog-reliëf op de verdieping. De risaliet-achtige structuur wordt boven de deklijst van de muur benadrukt door een houten dakkapel met pediment en smeedijzeren goothekje, met dezelfde detaillering als het tuinhek. De paneelvoordeur met bovenlicht, voorzien van smeedijzeren diefrooster, wordt geflankeerd door getoogde zesruits schuifvensters, net als de vierruits openslaande vensters op de etage voorzien van een gemetselde strek met hardstenen sluitsteen. Tegen de achtergevel staat een eenlaags gewitte uitbouw met vensters met een kleine roedenverdeling.

De vleugel aan de westelijke zijde heeft in de zuidelijke gevel op de begane grond een vierruits venster; aan de westelijke zijde een later aangebouwde, weinig uitspringende houten serre; aan de noordelijke zijde een paar openslaande tuindeuren met kleine roedenverdeling. Aan de westelijke zijde grenst deze vleugel aan de garage; op de verdieping geeft een deur toegang tot het balkon op het dak van deze garage.

In de voorgevel van de aan de oostelijke zijde staande eenlaagse aanbouw, onder een zadeldak met verbeterde Hollandse pannen, van links naar rechts een paneeldeur, een achtruits venster van liggend formaat, en, onder een lessenaarsdak met pannen, een gang naar de achtergelegen binnenplaats.

Het interieur heeft grotendeels de oorspronkelijke indeling behouden. In de westelijke vleugel in de tuinkamer een natuurstenen schouw met rondboogvormige, smeedijzeren open haard.

De tuin wordt van de openbare weg gescheiden door een smeedijzeren tuinhekje met bolknoppen en poortje, staande op een bakstenen sokkel.

Waardering

Het object is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorische waarden: het is van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van de stadsvilla. Het heeft architectuurhistorische waarden: het is een uitnemend voorbeeld van de traditionalistische architectuur in baksteen; het is van bijzonder belang in het oeuvre van de architect; het is van belang wegens de ornamentiek van de op achttiende eeuwse voorbeelden gebaseerde omlijsting van de voordeur. Het object heeft ensemblewaarden: het heeft belang wegens de hoogwaardige kwaliteit van de bebouwing en de historisch-ruimtelijke relatie met het Wilhelminapark uit de late negentiende eeuw.

Gaafheid/herkenbaarheid: het object heeft belang wegens de architectonische gaafheid van in- en exterieur; het is van belang in relatie tot de structurele en visuele gaafheid van de stedelijke omgeving.