Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
519144
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82828/178
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Schaijk L 878
Schaijk L 695
Schaijk L 620
Heijtmorgen 7, 5375 AL te Reek
Heijtmorgen 9, 5375 AL te Reek
Heijtmorgen 9 A, 5375 AL te Reek

Omschrijving

Inleiding.

KLOOSTER "St. Elisabeth" gesticht in 1857 door de Zusters Penitenten uit Haaren in het buitenhuis "Oudhof" (1828), daarvoor eigendom van de Utrechtse apotheker Jan Hendrik Boeracker lid van Generale en Gedeputeerde Staten. Bij het klooster behoren een rectoraat (1881) kapel (1901), school met boerderij (1900) en een bewaarschool (1928). Het klooster vertoont een Neo-Klassicistische stijl, evenals de latere uitbreiding aan de oostkant met het rectoraat. Geheel oostelijk hiervan ligt de kapel in een mengeling van Waterstaatsstijl en Neo-Romaans. Aan de westkant van het complex liggen achter elkaar de beide scholen door een binnenplaats gescheiden van het kloostergebouw. Deze vier functies en de poort van de binnenplaats liggen met de voor- of zuidgevels naar de Heytmorgen gekeerd, en vormen gezamelijk één front.

Tussen klooster en de straat ligt een boomgaard annex weiland. Dit wordt doorsneden door een oprijlaan omzoomd door snoeilindes en coniferen. Aan de noordkant van de binnenplaats grenst de boerderij. Sinds 1967 is het klooster een woonhuis. De garage uit ca. 1980 naast de bewaarschool behoort niet tot het monument.

Omschrijving.

Het klooster en het rectoraat hebben twee bouwlagen onder schilddak parallel aan de straat, gedekt met grijze oud-hollandse pannen. De voorgevel van het klooster is gepleisterd en de andere gevels ervan zijn wit geschilderd.

Ze is symmetrisch van opzet en vijf traveeën breed. De voorgevel van het rectoraat, die uit schoon metselwerk bestaat, is drie traveeën breed. Beide gevels hebben een houten kroonlijst en fries. Zowel de voor- als de achtergevel van het klooster hebben op de begane grond achtruits en op de verdieping vierruits schuifvensters. Bovendien heeft de achtergevel op de verdieping vier kloostervensters. In de andere gevels van de binnenplaats bevinden zich hoge getoogde kruisvensters met roederamen gedeeltelijk voorzien van luiken. De dubbele voordeur is uitgevoerd met kussenpanelen.

Het interieur van het klooster heeft diverse authentieke onderdelen. Boven de kapel een begaanbare open zolder met aan de noordkant een hijsinrichting met verticaal windwerk. Ook in het westelijke dakschild van het klooster een dakkapel met hijsinrichting. In de keuken onder de trap een witzandhok voor het bestrooien van de stenen en houten vloeren in het klooster. Verder is in de keuken een schouw met bakoven aanwezig.

De kapel is uitgevoerd in baksteen, onder zadeldak loodrecht op de straat.

Het dak is gedekt met natuurstenen schubleien. Het metselwerk van de voorgevel bevat een klimmend boogfries onder de dakrand. Op het dak een lantaarn met helmdak met als smeedijzeren bekroning een kruis. Hierin oorspronkelijk een luidklokje. Vijf rondboogvensters voorzien van gekleurd glas-in-lood, met voorstellingen van de heilige familie en de heiligen: Petrus, Canisius (met op achtergrond de Waag van Nijmegen), Katharina, Anna, Maria, Joachim, Franciscus van Assisie. De ramen zijn gesigneerd en gedateerd: Louis van Essen, Roermond, 1893 en 1933. Boven de voordeur van de kapel een halfrond glas-in-lood bovenlicht met voorstelling van de heilige Paulus en Anna uit 1933. Verder heeft de kapel een houten tongewelf. Het interieur is voorzien van een gepolychromeerde lambrisering, wand- en plafondschildering. Op de wanden van het priesterkoor zijn negen engelen afgebeeld voorstellende: Cherubijnen, Engelen, Krachten, Heerschappijen, Aartsengelen, Vorstendommen, Machten, Tronen en de Serafijnen. Angelos Pinxit: Piet Koppens 3-6-1933. In de bovenhoeken van de muurtraveeën zijn op de wanden medallions geschilderd met afbeeldingen van de volgende heiligen: Colette, Geertruda, Rosa de Vitella, Cune Gundis, Theresia, Agatha, Bonaventura, Gerardus Majella, Franciscus, Laurentius, Dominicus en Donatus. Het gewelf is beschilderd met de tekens van de dierenriem.

De school en de bewaarschool hebben beide één bouwlaag, respectievelijk met een zadel- en een platdak. Ze zijn voorzien van hoge getoogde kruisvensters met roederamen. De boerderij bevat aan de noordkant een knechtenhuis. In de kloostertuin diverse oude bomen o.a. beuken, noot en tamme kastanje. Voor het klooster zes snoeilindes.

Waardering.

Het klooster met tuin is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een geestelijke ontwikkeling, namelijk de bloei van orden en congregaties in de negentiende eeuw, het vertegenwoordigt de bloei van de kloosterorden in het Land van Ravestein. Het is tevens van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van het congregatieklooster, met name als voorbeeld van de geleidelijke uitgroei van een landhuis tot kloostergebouw. Het is architectuurhistorisch van belang vanwege de stijl en de ornamentiek en van kunsthistorisch belang door de inrichting der kapel. Het is in- en uitwendig gaaf gebleven en een zeldzaam voorbeeld van een geleidelijk gegroeid kloostergebouw.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Nee Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen Boomgroep
Ja Religieuze gebouwen Klooster, kloosteronderdl Klooster

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1901
1901
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Romaanse stijl
invloeden