Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
519434
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82951/77
Kadastrale aanduiding
Rheden E 637
Heuvenseweg 9, 6991 JE te Rheden

Omschrijving

Inleiding

Dit monumentale, op het landgoed Heuven gelegen, KOETSHUIS werd in 1861 waarschijnljk naar ontwerp van de architect M.G. Tétar van Elven (1803-1883) gebouwd. Het achterliggende stalgebouw werd in 1890 toegevoegd. Het gebouw is uitgevoerd in een stijl die in het midden van de 19de eeuw vaak toegepast werd bij dienstwoningen en bijgebouwen op landgoederen en geïnspireerd is op de Engelse Tudorgotiek. Het stalgebouw vertoont in het interieur enige invloeden van de Neo-Renaissance. Het nu verdwenen landhuis Heuven (1854) werd eveneens door Tétar van Elven ontworpen. Dit huis bevond zich tot 1940 ten oosten van het koetshuis. Het koetshuis vormt een onderdeel van het landgoed Heuven waarvan het laatste hoofdgebouw zoals boven reeds werd vermeld in 1940 werd afgebroken, maar waarvan enkele overige onderdelen en bijgebouwen nog bestaan en een zekere eenheid vormen. Het in de 14de eeuw al genoemde landgoed Heuven kwam in 1856 in handen van J.W. Wurfbain die het merendeel van de nu nog op het landgoed aanwezige bebouwing liet bouwen. Het koetshuis bevat ondermeer een woning en een jachtkamer en wordt omgeven door een ruime tuin. Ten zuid-oosten van het koetshuis bevindt zich een niet onder de bescherming van rijkswege vallend eenvoudig houten pauwenhuis dat nu als kippenhuis in gebruik is.

Omschrijving

Het gepleisterde KOETSHUIS heeft één bouwlaag en is gebouwd op een H-vormige plattegrond. Het koetshuis bestaat uit twee dwarsgeplaatste bouwmassa's die door middel van een in het midden geplaatst kort tussenlid zijn verbonden en waarbij de achterste bouwmassa iets korter en lager is dan die aan de voorzijde. De achterste bouwmassa bevat de paardestallen. Het voorhuis wordt afgesloten door een zadeldak met de nok evenwijdig aan de weg, aan beide zijden geflankeerd door zadeldaken met de nok haaks op de weg, gedekt met gesmoorde kruispannen. Het smalle tussenlid heeft een eenvoudig plat dak. Het achterhuis is voorzien van een schilddak dat gedekt is gesmoorde kruispannen. Het gebouw heeft geblokte hoekpilasters. De vensters zijn aan de bovenzijde vrijwel alle voorzien van een wenkbrauwboogje.

De symmetrisch ingedeelde VOORGEVEL heeft zes traveeën waarvan de twee middelste traveeën licht risaleren. De terugspringende traveeën worden afgesloten door afgeknotte schoudergevels. De middenrisaliet heeft twee dubbele door segmentboogjes afgesloten koetspoorten met in elke deur een raam met een gietijzeren roedenverdeling. In de smalle muurdam tussen beide koetspoorten bevindt zich een stichtingsteentje met de tekst J.G. WURFBAIN / 1861. De risaliet wordt afgesloten door een brede horizontaal lopende gepleisterde band waarboven zich een door een geprofileerde, in het midden geknikte, lijst afgesloten attiek bevindt. De gepleisterde band wordt in het midden doorbroken door een door keperboogje afgesloten dubbel hooiluik. De terugliggende geveldelen aan weerszijden van de middenrisaliet worden afgesloten door afgeplatte puntgevels en hebben op de hoeken pilasters met een blokbepleistering die zich hierboven langs de puntgevels als een vlakke band voortzetten. De gevels worden afgesloten door geprofileerde lijsten. In beide gevels bevinden zich op de begane grond twee vensters. Op de verdieping zijn beide topgevels voorzien van een kleiner door een keperboogje afgesloten venster. De ramen van de begane grond in het linker geveldeel en het raam op de verdieping van het rechter geveldeel zijn nog van de oorspronkelijke gietijzeren roedenverdeling voorzien. De overige ramen zijn vernieuwd.

LINKER ZIJGEVEL: Het rechts gelegen woonhuis heeft een indeling in drie traveeën waarbij alle traveeën voorzien zijn van stucomlijstingen die aan de bovenzijde afgesloten worden door een flauw hellende keperboog. Zowel in de linker- als in de rechtertravee bevindt zich een venster dat voorzien is van een enkelruits schuifraam met een bovenlicht dat een gietijzeren roedenverdeling heeft (het onderraam was oorspronkelijk waarschijnlijk ook voorzien van gietijzeren roeden). In de middelste travee bevindt zich een ingangsportiek met een hardstenen stoep. De fraaie houten deuromlijsting rust op hardstenen neuten. Boven de paneeldeur bevinden zich een vast geprofileerd kalf en een meerruits bovenlicht met een gietijzeren roedenverdeling. In het dakschild bevindt zich een gepleisterde dakkapel met een door een keperboogje afgesloten venster die voorzien van een meerruits gietijzeren raam.

In het terugliggende tussenlid bevindt zich een getoogde deur waarboven een wenkbrauwboogje. De gevel van het stalgebouw, links, heeft in het midden een getoogd venster met een 2-ruits raam.

De ACHTERGEVEL van het voorhuis heeft aan de zijde van de rechter zijgevel een door afgeplatte puntgevel afgesloten gevel met op de begane grond een breed venster met een wenkbrauwboog, voorzien van twee gekoppelde ramen. De verdieping heeft een door een kepervormig wenkbrauwboogje afgesloten venster met een 4-ruits raam. Het geveldeel boven het tussenlid heeft dezelfde indeling als de voorgevel waarbij hier echter geen hooiluik maar een stolpraam is aangebracht. In het geveldeel aan de zijde van de linker zijgevel bevindt zich een venster met een 6-ruits schuifraam. Het hiernaast gelegen door een afgeplatte puntgevel afgesloten geveldeel heeft op de begane grond links een deur met een 4-ruits raam en een 2-ruits bovenlicht en rechts een blind venster. De verdieping heeft een door een keperboogje afgesloten venster met een raam dat van een gietijzeren roedenverdeling voorzien is. De achtergevel van het achterhuis heeft drie getoogde vensters met 2-ruits ramen waarboven zich wenkbrauwboogjes bevinden.

RECHTER ZIJGEVEL: De gevel van het koetshuis, links, heeft in het midden een venster. In de gevel van het terugliggende tussenlid bevindt zich een door een segmentboogje afgesloten poortopening met dubbele deuren waarbij in iedere deur in de bovenzijde een raam met een gietijzeren roedenverdeling is opgenomen. In de gevel van het stalgebouw, rechts, bevindt zich in het midden een getoogd venster met een 2-ruits raam.

Het INTERIEUR van het koetshuis bezit enkele bijzondere interieurelementen. De tot het koetshuis behorende woning heeft een kelder met troggegewelfjes samengesteld uit tussen houten balken gemetselde gewelfjes. Het uit 1890 daterende bouwdeel waarin zich de paardestallen bevinden heeft een bijzonder rijk uitgevoerd interieur dat grotendeels nog in de oorspronkelijke staat verkeert. De wanden zijn gedeeltelijk van een lambrizering voorzien die bekleed is met groen geglazuurde 6-hoekige tegels. Boven de nog slechts ten dele aanwezige paardenboxen bevinden zich nog de gietijzeren naambordjes van de paarden met o.a. namen als Pretty en Joyeuse. Aan weerszijden van de ingang bevinden zich zitbanken. Opmerkelijk is houten zoldering waarvan de balken gedragen worden door rijk gesneden houten consoles met renaissancistische motieven.

Waardering

KOETSHUIS uit 1861 naar ontwerp van M.G. Tétar van Elven. Architectuurhistorische waarden:

- Het koetshuis is van belang als goed en zeldzaam voorbeeld van een koetshuis uit het midden van de 19de eeuw met elementen in Neo-Tudor stijl.

- Het koetshuis is van belang voor oeuvre van de architect M.G. Tétar van Elven wiens werk in de provincie Gelderland weinig voorkomt.

- Het koetshuis van belang vanwege gaaf de bewaarde hoofdvorm, de detaillering en het materiaalgebruik.

- Het koetshuis is van belang vanwege het vrij gaaf bewaarde en bijzondere interieur van het stalgebouw.

Stedebouwkundige waarden:

- Het koetshuis is van belang vanwege de beeldbepalende situering aan de Heuvenseweg op een van de hoogste punten van landgoed. Het koetshuis is door de dominante positie reeds vanaf de Arnhemsestraatweg zichtbaar en vormt een van de belangrijkste bewaard gebleven tot het landgoed Heuven behorende gebouwen.

- Het koetshuis heeft een ensemblewaarde als onderdeel van het landgoed Heuven.

Cultuurhistorische waarden:

- Het koetshuis is typologisch van belang als gaaf bewaard en relatief zeldzaam voorbeeld van een fors koetshuis uit het midden van de negentiende eeuw met een uitbreiding uit het late negentiende eeuw.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Kastelen, landhuizen en parken Bijgebouwen kastelen enz. Koetshuis(L)
Nee Kastelen, landhuizen en parken Bijgebouwen kastelen enz. Koetsierswoning

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1861
1861
exact
verbouwing
1890
1890
exact
Toevoeging stalgebouw. Architect tot op heden onbekend.

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Gotiek
invloeden
Invloeden Engelse Tudorgotiek
Neo-Renaissance
invloeden
Betreft de stallen

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Tétar van Elven, M.G. ; Gelderland
architect / bouwkundige / constructeur
Wurfbain, J.W. ; Gelderland
opdrachtgever