Inleiding

PARKAANLEG, als onderdeel van de historische buitenplaats 'Het Plantagehuis'. De buitenplaats heeft zijn oorsprong als heerlijkheid 'Vreeland', die terug gaat tot in de 18de eeuw. In 1908 werd door de Amsterdamse koopman G.H. Hooft van Vreeland opdracht gegeven tot de bouw van het hoofdhuis in moorse stijl temidden van een landschappelijk aangelegd park.

Omschrijving

De parkaanleg op de buitenplaats wordt bepaald door de oude in noordwestelijke richting afbuigende Vechtarm. Het park met een licht gebogen, taps toelopende driehoekige vorm, vertoont een grotendeels landschappelijke aanleg, daterend uit de negentiende en twintigste eeuw. Aan de oostzijde van de rivierarm bevindt zich een lang en smal landschappelijk aangelegd parkdeel, dat vanaf het woonhuis in noordelijke richting doorloopt tot aan de Bergweg. Hier staan waardevolle boomsoorten als moerascypres, rode beuk, acacia en treures en een bodembedekking van stinzenplanten. Het tuingedeelte direct voor het woonhuis aan de noordzijde van de weg kent een formele aanleg met buxushaagjes. Het gedeelte van het park ten westen van de Vechtarm omvat een driehoekig terrein met een hoogstamboomgaard en een groot rechthoekig grasterrein (kasteelterrein), beide omgeven door water en toegankelijk via een brug. De beide terreinen worden door een weg (Kleizuwe) van elkaar gescheiden. Aan de westzijde wordt het park begrensd door een smalle groenstrook, bestaande uit een dubbele rij bomen in het zuidelijk deel (langs de Raadhuislaan en een deel van de Breedelaan) en bomen en bossages in het noordelijk deel (Breedelaan tot aan de Bergweg).

Waardering

De parkaanleg is van algemeen belang vanwege de cultuur- en tuinhistorische waarde als voorbeeld van een parkaanleg met restanten van een negentiende- en twintigste-eeuwse landschappelijke aanleg met waardevolle bomen en bomenlanen en de oude Vechtarm als bepalend element.