Inleiding

GEMAAL aan de oostzijde van de Mijndensedijk, in 1926 gebouwd in opdracht van het bestuur van het Waterschap Mijnden naar ontwerp van de architect H.A.J.F. Hissink. Het gemaal wordt elektrisch aangedreven. De oorspronkelijke centrifugaalpomp (vervaardigd door Werkspoor) is nog operationeel. Sinds de electrificatie van het gemaal vervangt deze de Mijndense watermolen, die meer landinwaarts in de Polder Mijnden was gesitueerd. De vensters en deuren zijn na 1986 vernieuwd.

Omschrijving

Het gemaal is een rechthoekig pand van één bouwlaag onder een overkragend schilddak gedekt met rode verbeterde Hollandse pannen en de nok evenwijdig aan de weg. De gevels zijn opgetrokken in grauwe baksteen in staand verband boven een trasraam in klinkers, afgesloten door een rollaag. Hoeklisenen en een brede band met verticaal siermetselwerk onder de dakrand, omlijsten de gevels. Boven de venster- en deuropeningen zijn strekken aangebracht. De achtergevel is aan de onderzijde ter hoogte van de waterlijn gecementeerd en sluit aan op gecementeerde landhoofden met een gemetselde afdeklijst. De voorgevel (westzijde) bevat drie vensters, evenals de achtergevel aan de zijde van de Molenvliet. In de rechterzijgevel bevindt zich een dubbele deur met ruiten. De linkerzijgevel bevat een tweelichtsvenster. Aan de achterzijde is een smalle houten loopbrug met een ijzeren leuning boven de ijzeren buis van de waterinlaat.

Waardering

Het waterstaatkundig object is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde als karakteristiek voorbeeld van een gemaal gebouwd in 1926, alsmede vanwege de gaafheid van hoofdvorm en sobere detaillering. Voorts als voorbeeld uit het oeuvre van de architect Hissink. Tevens vanwege de aanwezigheid van het oorspronkelijke dieselgemaal in 1926 gebouwd door Werkspoor.

Tenslotte is het gemaal als vervanging van de Mijndense watermolen, van algemeen belang vanwege de plaats binnen de historie van de waterhuishouding in Nederland in het algemeen en die in de Polder Mijnden in het bijzonder.