Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
520550
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82724/183
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Roermond B 7552
Roermond B 8188
Roermond B 8191
Roermond B 7553
Roermond B 7559 A3
Roermond B 7559 A2
Roermond B 7559 A7
Roermond B 7559 A6
Roermond B 7559 A1
Roermond B 7559 A13
Roermond B 7559 A11
Roermond B 7559 A10
Roermond B 7559 A16
Roermond B 7559 A5
Roermond B 7559 A4
Roermond B 7559 A12
Roermond B 7559 A15
Roermond B 7559 A14
Roermond B 7559 A8
Roermond B 7559 A9
Venloseweg 78, 6041 BZ te Roermond
Carmelitessenstraat 28, 6041 CA te Roermond
Carmelitessenstraat 30, 6041 CA te Roermond
Carmelitessenstraat 32, 6041 CA te Roermond
Carmelitessenstraat 34, 6041 CA te Roermond
Carmelitessenstraat 36, 6041 CA te Roermond
Carmelitessenstraat 38, 6041 CA te Roermond
Carmelitessenstraat 40, 6041 CA te Roermond
Carmelitessenstraat 42, 6041 CA te Roermond
Carmelitessenstraat 44, 6041 CA te Roermond
Carmelitessenstraat 46, 6041 CA te Roermond
Carmelitessenstraat 48, 6041 CA te Roermond
Carmelitessenstraat 50, 6041 CA te Roermond
Carmelitessenstraat 52, 6041 CA te Roermond
Carmelitessenstraat 54, 6041 CA te Roermond
Venloseweg 76 A, 6041 BZ te Roermond

Omschrijving

Inleiding

Het klooster van de Karmelitessen aan de Venloseweg werd gebouwd in 1882 naar een ontwerp van architect Johannes Kayser. De grondbeginselen van de Karmel (t.w. strikte afzondering, beschouwing, armoede en zwijgzaamheid) reguleren het leven van de Karmelitessen en hebben de vormgeving van het klooster aan de Venloseweg mede bepaald.

Het klooster werd in 1882 aan de rand van de stad gebouwd maar is inmiddels opgenomen in de stedelijke bebouwing.

De toegepaste bouwstijl is traditionalistisch met elementen van de neogotiek.

In 1950 vond een uitbreiding van de kloosterkapel plaats in westelijke richting. Aan de zuidelijke zijgevel van deze uitbreiding werd de kleine Theresiakapel gebouwd.

Het interieur van het klooster werd in 1969 en 1986 gemoderniseerd met verlaagde plafonds; tegellambriseringen; centrale verwarming; nieuwe vloer in de kapel e.d.

Omschrijving

Hoofdkenmerk van het klooster is het gesloten karakter.

Het klooster heeft een carreevormige plattegrond waarbij de kloostergebouwen de kloosterhof omsluiten. De vier kloostervleugels tellen twee bouwlagen en worden afgedekt door zadeldaken met Muldenpannen. Het toegepaste bouwmateriaal is baksteen en natuursteen. Rechthoekige houten vensters met natuurstenen dorpelstenen en lateien. Vensters met glas-in-lood.

Kapel met spitsboogvormige glas-in-lood vensters. Onder de dakranden decoratief metselwerk.

Aan de westzijde (Venloseweg) bevinden zich van rechts naar links de volgende bouwdelen.

Het GASTENHUIS heeft een rechthoekige plattegrond en telt twee bouwlagen afgedekt met een zadeldak met Muldenpannen. In de voorgevel eerste bouwlaag een hoog rechthoekig houten venster met roedeverdeling en glas-in-lood. Hardstenen dorpelsteen. Aan de bovenzijde van het venster een rondboogvormig vulstuk met hierin siermetselwerk. In de topgevel vier rechthoekige venstertjes met natuurstenen lateien en bakstenen stijlen. Aan weerszijden en bovenzijde van de venstertjes kleine vierkante blinde gevelvlakken met natuurstenen lateien. Blinde rechterzijgevel. Linker zijgevel met in de eerste bouwlaag drie rechthoekige houten vensters met bovenlichten. Aan de bovenzijde van de vensters rondboogvormige vulstukken met siermetselwerk.

In de tweede bouwlaag linkerzijgevel eveneens drie rechthoekige houten vensters. Deze vensters hebben segmentboogvormige vulstukken met siermetselwerk.

Het gastenhuis sluit met de achtergevel aan op WESTELIJKE HOOFDVLEUGEL van het klooster.

In de eerste bouwlaag rechts in de hoek rechthoekige houten deur met rondboogvormig vulstuk. Links van de deur een tweetal kruiskozijnen met vier venstertjes.

In het linkerdeel van de eerste bouwlaag een houten segmentboogvormige poort met een driedelig bovenlicht. In de nissen van de bovenlichten staan heiligenbeeldjes.

Links in de hoek een rechthoekig venster in een rondboogvormige omlijsting. In de tweede bouwlaag vijf kruiskozijnen.

Aan de linkerzijde sluit deze kloostervleugel aan op de KLOOSTERKAPEL. De kloosterkapel staat haaks op de westelijke kloostervleugel. In de eerste bouwlaag van de kopgevel twee spitsboogvormige glas-in-lood vensters. Deze kopgevel betreft de uitbreiding van de kapel uit 1950. Deze sluit aan op de iets hogere oorspronkelijke kapelgevel. Hierboven in de tweede bouwlaag een groot spitsboogvormig glas-in-lood venster met natuursteen tracering. In het linkerdeel van de kopgevel een uitgebouwd muurvlak met hierin vier kleine spitsboogvormige glas-in-lood venstertjes. In de rechterzijgevel van de oorspronkelijke kapel een steunbeer en een spitsboogvormig glas-in-lood venster.

In de linkerzijgevel van de kapel in de eerste bouwlaag het entreegedeelte in een uitbouw met lessenaarsdak. Rechthoekige houten deur met smeedijzeren beslag. Aan weerszijden van de deur een klein spitsboogvormig glas-in-lood venstertje. Twee steunberen met hiertussen in de tweede bouwlaag een spitsboogvormig glas-lood-venster.

LINKER VOORGEVELDEEL van de westelijke kloostervleugel. In de eerste bouwlaag vijf kruiskozijnen met glas-in-lood venstertjes.

Aan de bovenzijde van de vensters rondboogvormige vulstukken met siermetselwerk. In de tweede bouwlaag vier dubbele venstertjes met natuurstenen dorpelstenen en lateien. Linkerdeel voorgevel sluit aan op de NOORDELIJKE KLOOSTERVLEUGEL. De kopgevel uitlopend in een topgevel met hierin een kruiskozijn met vier glas-in-lood venstertjes. Op het dak een klokkentorentje met naaldspits met leien.

In de tweede bouwlaag van de voorgevel noordelijke vleugel enkele kleine dubbele vensters met natuurstenen dorpelstenen.

De OOSTELIJKE KLOOSTERVLEUGEL sluit aan de rechterzijde aan op de kopgevel van de noordelijke vleugel. In de eerste bouwlaag twee kruiskozijnen met vier glas-in-lood vensters. In de tweede bouwlaag van de kopgevel twee rechthoekige dubbele vensters met natuursteen dorpelstenen en lateien. In de topgevel twee blinde ronde vensters.

De overige gevel van de oostelijke kloostervleugel bezit in de eerste bouwlaag een reeks kruiskozijnen met vier glas-in-lood vensters.

Alle vensters zijn voorzien van tralies en hebben aan de bovenzijde een rondboogvormig vulstuk met siermetselwerk. In de tweede bouwlaag een horizontale reeks kleine dubbele vensters.

Het linkerdeel van de oostelijke kloostervleugel wordt gevormd door de kopgevel van de zuidelijke kloostervleugel. In de eerste bouwlaag van de kopgevel aan de rechterzijde een segmentboogvormige houten poort van omstreeks 1997 met aan de bovenzijde drie segmentboogvormige bovenlichtjes met glas-in-lood. Bovenlichtjes met doorlopende natuurstenen dorpelsteen. In het linkerdeel van de eerste bouwlaag van de kopgevel een kruiskozijn. In de tweede bouwlaag een tweetal dubbele vensters met natuurstenen dorpelstenen en latei. In de topgevel een kruiskozijn met zes kleine venstertjes waarbij de beide venstertjes aan de benedenzijde worden geflankeerd door een extra venstertje. De ZUIDELIJKE GEVEL van deze kloostervleugel is vrijwel blind. Enkel in de tweede bouwlaag een aantal kleine dubbele venstertjes.

Op het BINNENTERREIN bevindt zich de kloosterhof. De achtergevel van de westelijke kloostervleugel is voorzien van een uitbouw in een bouwlaag met lessenaarsdak. In de gevel van deze uitbouw driedelige glas-in-lood vensters. In de tweede bouwlaag tweedelige en driedelige vensters. De absiszijde van de kloosterkapel is driezijdig met in de eerste bouwlaag eveneens een uitbouw met lessenaarsdak. In deze uitbouw een rondboogvormige houten poort en twee tweedelige vensters. In de tweede bouwlaag van de absisgevel drie spitsboogvormige glas-in-lood vensters en twee steunberen. De achtergevel van de noordelijke kloostervleugel heeft in de eerste bouwlaag kruiskozijnen met glas-in-lood vensters en in de tweede bouwlaag tweedelige vensters met natuurstenen dorpels en lateien. De achtergevel van de oostelijke kloostervleugel is in de eerste bouwlaag voorzien van een uitbouw met lessenaarsdak. In de gevel van deze uitbouw tweedelige vensters en een rondboogvormige houten poort. In de tweede bouwlaag tweedelige vensters met natuurstenen dorpelstenen en lateien. De achtergevel van de zuidelijke kloostervleugel is in de eerste bouwlaag voorzien van kruiskozijnen en in de tweede bouwlaag van dubbele vensters met natuurstenen dorpelstenen en lateien.

Van het INTERIEUR is onder meer het volgende van belang. KLOOSTERKAPEL met hoge spitsbogen en een plafond met kruisribgewelven; pilasters in baksteen. De kruisribben rusten op de met kapitelen bekroonde pilasters. Driezijdige absis met drie spitsboogvormige glas-in-lood vensters. In de westelijke gevel van de kapel een groot spitsboogvormig glas-in-lood venster uit 1957 van glazenier Frans Cox. In de kleine Theresiakapel uit 1950 glas-in-lood vensters van atelier Den Rooyen uit Roermond. Kloostergang met authentieke tegelvloer in Namense steen.

Aan de noord- en oostzijde wordt het klooster omsloten door hoge kloostermuren.

Aan de zijde van de Venloseweg bevindt zich een erfscheiding bestaande uit een lage bakstenen muur met ezelsrug met hierop een aantal bakstenen kolommen met hiertussen een smeedijzeren hekwerk. De bakstenen kolommen zijn voorzien van een natuurstenen afdeksteen. Ter hoogte van de hoofdingang van het klooster een poortje in baksteen. Ter hoogte van de kapelingang eveneens een poortje met smeedijzeren hek.

Waardering

Het kloostergebouw van de Karmelitessen bezit als gaaf voorbeeld van een Kulturkampfklooster cultuurhistorische waarden als bijzondere uitdrukking van een culturele, geestelijke en typologische ontwikkeling. Architectuurhistorische waarden ontlenen de gebouwen aan hun belang voor de geschiedenis van de architectuur, de esthetische kwaliteiten van het ontwerp en de ornamentiek en als voorbeeld van het oeuvre van architect Johannes Kayser. Ensemblewaarde ontlenen de gebouwen aan hun situering en daarmee van belang voor het aanzien van Roermond.

De gebouwen zijn van algemeen belang wegens de hoge mate van architectonische gaafheid van ex- en, in mindere mate, interieur, de hoogwaardige architectonische kwaliteit van de samenstellende onderdelen en in relatie tot de visuele gaafheid van de stedelijke omgeving. Tevens is sprake van architectuurhistorische, typologische en functionele zeldzaamheid.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Nee Voorwerpen op pleinen en dergelijke Erfscheiding(D) Hek
Ja Religieuze gebouwen Klooster, kloosteronderdl Klooster Karmelitessenklooster

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1882
1882
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Traditionalisme
stijlzuiver
19e eeuws traditioneel

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Kayser, Johannes ; Limburg
architect / bouwkundige / constructeur