Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
520611
Complexnummer
520607 - Nijenrode
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82723/177
Internationaal kenteken
Ja
Kadastrale aanduiding
Breukelen-Nijenrode C 3198
Straatweg 25, 3621 BG te Breukelen

Omschrijving

Inleiding

Voormalig KOETSHUIS, als onderdeel van de buitenplaats Nijenrode. De buitenplaats heeft zijn oorsprong in een 13de eeuws kasteel. Belangrijke uitbreidingen en restauraties hebben zich onder meer in de 17de eeuw voorgedaan onder Johan I Ortt, die ook de opdracht gaf voor de aanleg van een formele tuin. Vanaf 1907 was de buitenplaats in het bezit van de Amsterdamse koffiehandelaar Michiel Onnes. Hij liet het kasteel onder leiding van architect E.G. Wentinck herstellen naar een 17de eeuwse situatie en voegde enkele bijgebouwen toe. De tuinarchitecten L.A. Springer en H. Copijn waren verantwoordelijk voor de tussen 1912-1915 tot Landschappelijke tuin omgevormde aanleg met een gemengd karakter. Thans zetelt Nijenrode Universiteit voor Bedrijfskunde in het kasteel en is met de aankoop van grond in de richting van het Amsterdam Rijnkanaal het grondgebied van de buitenplaats opnieuw vergroot.

Omschrijving

Het voormalige koetshuis bevindt zich ten zuidwesten van het kasteel. Het vrijstaande pand is in baksteen (kruisverband, terugliggende voeg) opgetrokken vanuit een samengestelde plattegrond. Rond een rechthoekige binnenplaats liggen vleugels van één bouwlaag hoog met zadeldaken. De twee vleugels aan de noordwest- en zuidoostzijde liggen met de nokrichting zuidwest-noordoost georiënteerd. De kopse gevels aan de noordoostzijde zijn uitgevoerd met trapgevels. Aan de noordoostzijde liggen twee lagere vleugels dwars op de twee hoofdvleugels met in het midden een centraal gelegen poortgebouw van twee bouwlagen met tentdak. Op de dakschilden van het tentdak bevinden zich houten dakkapellen met driehoekige frontons en houten luiken.

De vleugel aan de achterzijde (zuidwestzijde) bestaat uit een centraal bouwvolume onder afgeplat schilddak. Dit centrale deel doet zich aan de binnenplaats voor als een anderhalf bouwlagen hoog volume en aan de achterzijde als een twee bouwlagen hoog volume. De overgang van het dak van dit hoofdvolume naar de zijvleugels wordt gevormd door een twee dwarsgeplaatste zadeldaken met trapgeveltjes. Aan de achterzijde van het centrale bouwvolume grijpt een schilddak in van een uitbouw van twee bouwlagen op rechthoekig grondvlak. Deze aanbouw met Toscaanse zuilen maakte oorspronkelijk deel uit van het kasteel, waar het - net als hier in het koetshuis - dienst deed als overdekte wasplaats. Aan de zuidzijde bevinden zich voorts twee nevenvolumes onder respectievelijk een schilddak en een zadeldak. De twee lage driezijdige moderne volumes in de oksels van de bouwvolumes aan de zuidwestzijde zijn niet betrokken bij de bescherming. Aan de zuidzijde bevindt zich een nevenvolume onder tentdak. De daken zijn gedekt met rode Oud-Hollandse pannen. De dakschilden zijn verlevendigd met Vlaamse gevels, waarvan de trapgevels met natuurstenen aanzetstenen en dekplaten uitgevoerd zijn. De steekkappen zijn gedekt met rode Oud-Hollandse pannen. Een aantal is uitgerust met houten hijsbalken, afgedekt met zinken afdekking en dito sierelement. De dakvoeten zijn uitgerust met houten bakgoten op klossen met eenvoudige lijsten. Op de nokken van de tentdaken en de schilddaken is een zinken piron geplaatst. Op de nok van het noordwestelijke zadeldak bevindt zich een met zink bekleedde achthoekige dakruiter met ui-vormige bekroning. De gevels zijn verrijkt met smeedijzeren muurankers. Vensters komen in vele typen voor: klooster- en kruiskozijnen in verschillende breedtes onder ontlastingsboog met onderluiken en rechtgesloten enkele en meervoudige vensters onder strek met vaste -, naar binnen draaiende - en klepramen. Karakteristiek voor deze vensters zijn de houten kozijnen, waarvan de boven- en onderdorpel in de gevels doorlopen en de diepe negge, waarin de ramen geplaatst zijn. Bij de klooster- en kruiskozijnen zijn de onderramen diep in de negge geplaatst, terwijl de bovenlichten vóór in de kozijnen geplaatst zijn. De luiken zijn in geel en rood geschilderd, een verwijzing naar het wapen van Ruwiel. De getoogde gevelopeningen voor de poorten en deuren zijn uitgevoerd met trapsgewijs verspringende dagkanten en met rollagen.

De voorgevel (noordoostzijde) bestaat uit drie hoofdonderdelen. Links en rechts zijn er trapgevels met in de top een kloosterkozijn. In de rechter trapgevel bevinden zich bovendien twee rechtgesloten vensters. In het midden bevindt zich de poort met natuurstenen neggeblokken. Daarboven bevindt zich een gevelsteen ter herdenking van Gijsbrecht van Nijenrode (1351-1396), ridder van Holland onder Hertog Willem van Beieren, met een Latijnse tekst die zijn functies en verrichtingen vermeldt.

De linkerzijgevel (zuidoostzijde) heeft ter plaatse van de vleugel onder zadeldak twee Vlaamse gevels met kruiskozijnen. In de gevel zijn (van rechts naar links) drie kloostervensters, een kruiskozijn en drie kloostervensters geplaatst. In het geveldeel met de trapgevel (ter plaatse van het trappenhuis) verspringen de vensters trapsgewijs.

De rechterzijgevel (noordwestzijde) heeft ter plaatse van de vleugel onder zadeldak twee Vlaamse gevels met kruiskozijnen. Een rondboogvormig poortje leidt naar een onderdoorgang, die naar het binnenplein leidt, met bakstenen kruisribgewelven en natuurstenen sluitstenen en consoles. Rechts bevindt zich een glasdeur met bovenlicht, beide met roedenverdeling. Daarnaast bevat de gevel hooggeplaatste, enkele vensters. In het risalerende bouwdeel met trapgevel bevinden zich een viervoudig venster en in de top een kloostervenster. In het rechter bouwdeel onder schildkap bevinden zich twee drievoudige vensters.

De achtergevel (zuidwestzijde) bevat twee meervoudige vensters. De binnengevel aan de noordoostzijde van de binnenplaats bestaat uit drie gevelvlakken. In het linkervlak bevindt zich een centraal geplaatste entree met aan weerszijden een enkel venster. De risalerende poort is uitgevoerd met trapeziumvormige neggeblokken. Daarboven bevindt zich een kruisvenster. Het rechter gevelvlak bevat een kruisvenster en een deur.

De binnengevel aan de zuidoostzijde is uitgerust met twee Vlaamse gevels, waarvan de rechter een hijsbalk heeft. De gevel bevat (van links naar rechts) een getoogde deur, waarboven een gevelsteen `In 't witte peert' geplaatst is, twee kloostervensters, een getoogde deur, een kloostervenster, een grote toog met dubbele, opgeklampte inrijdeuren en een kloosterkozijn. In de getoogde ingang met inrijdeuren werd in 1985 een binnenpui met glasdeuren geplaatst.

De binnengevel (noordwestzijde) bevat links een getoogde deur en rechts daarvan vier hooggeplaatste gekoppelde vensters. Tussen de vensters is een gebeeldhouwd witmarmeren fonteintje aangebracht. Rechts bevindt zich de getoogde toegang tot de onderdoorgang naar de noordwestzijde.

De binnengevel (zuidwestzijde) heeft drie getoogde gevelopeningen, waarvan de gedrukte toog verrijkt is met natuurstenen neggeblokken. In 1946 zijn de inrijdeuren door architect Weele vervangen door glas-in-lood ramen en deuren. Onder de ramen werden nieuwe gevels gemetseld. In de topgevel bevindt zich een kruiskozijn met daarboven een hijsbalk. De gevelmakelaar is uitgemetseld en wordt gesierd door een gebeeldhouwde leeuw.

De uitbouw aan de zuidwestzijde bestaat uit een gemetseld podium waarop Toscaanse zuilen geplaatst zijn. Deze natuurstenen zuilen dragen een houten hoofdgestel, waarop het schilddak rust. Het interieur van het centrale hoofdvolume (koets- en autostalling), de voormalige stallen aan de noordwestzijde en de ziekenstal aan de noordzijde is uitgevoerd met betegelde lambrizeringen en ronde deur- en vensterkozijnen in blauw en groen en bovenaan een sierrand. Aan de noordwestzijde van de centrale ruimte bevat de wand drie getoogde deuren, waarachter eertijds onder meer de tuig- en de poetskamer en een lokaal voor sleden gesitueerd waren. Aan de zuidwestzijde van deze ruimte bevindt zich de doorgang naar de voormalige wasplaats. Deze uitbouw heeft een beschoten kap in de vorm van een gedrukt tongewelf. Hier is de Toscaanse, natuurstenen zuilengalerij en een natuurstenen poort met pilasters verwerkt. De galerij is op de eerste bouwlaag geplaatst en is recent met glas dichtgezet. Aan de noordwest- en zuidoostzijde bevindt zich een getoogde deur. Aan de zuidoostzijde van de centrale ruimte zijn het trappenhuis met niet oorspronkelijke trap en de voormalige was- en kleedkamers gesitueerd. Aan de noordoostzijde bevindt zich een voormalige keuken/schaftlokaal met kooknis, witjes en achttiende-eeuwse houten scheluwe trap in Louis XV-stijl. In de vleugel aan de zuidoostzijde bevonden zich de machinekamer en bergplaatsen, onder meer voor brandstof.

Waardering

Het pand is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde als gaaf bewaard voorbeeld van een koetshuis uit 1916, vanwege de detaillering en de tegelwanden in het interieur en als functioneel onderdeel van de buitenplaats Nijenrode. Het koetshuis heeft stedenbouwkundige waarde vanwege de visuele en ruimtelijk-functionele relatie met de andere onderdelen van het complex, in het bijzonder het poortgebouw en het kasteel en door de beeldbepalende ligging.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 520607. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Kastelen, landhuizen en parken Bijgebouwen kastelen enz. Koetshuis(L)

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1916
1916
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Renaissance
stijlzuiver