Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
520663
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82920/73
Kadastrale aanduiding
Tiel D 5548
Nieuwe Tielseweg 1, 4001 JS te Tiel

Omschrijving

Inleiding

Tussen 1879 en 1882 gebouwd GERECHTSGEBOUW naar ontwerp van rijksbouwmeester JOHAN FREDERIK METZELAAR (1818-1897). Het monumentale gebouw is prominent gesitueerd op een terrein tussen het zuidwestelijk deel van het Tielse stadscentrum en de Waal. Dit gebied bezit nog de overblijfselen van de voormalige Plantage, een wandelgebied uit het einde van de 18e eeuw achter het gebouw Bellevue, zoals parkachtig groen, monumentale bomen en een waterpartij. Ten noorden van het gebouw is een na-oorlogs dierenpark gelegen. Voor het gebouw maakt de doorgaande Nieuwe Tielseweg een bocht.

Het pand kenmerkt zich door een monumentale opzet op een fors basement en de toepassing van een mengeling van internationaal georiënteerde Neo-Renaissance en Neo-Classicisme, met een overvloedige detaillering die eclectisch aandoet. Het is een van de rijkst uitgevoerde justitiegebouwen uit Metzelaars oeuvre en een typisch voorbeeld van Nederlandse negentiende-eeuwse rijksarchitectuur.

Oorspronkelijk werd het gebouw opgericht voor de huisvesting van zowel de arrondissementsrechtbank als het kantongerecht (tot 1934). Thans is het gebouw in gebruik bij drie gescheiden diensten, te weten het Kantongerecht, de Rijksrecherche en de Plantenziektekundige Dienst. In 1996 werd een grootscheepse restauratie en renovatie voltooid naar plannen van architect Otto van Dijk waarbij het gebouw is aangepast conform de nieuwe eisen van de gebruikers. Zo werd de kelderverdieping uitgediept en verbouwd tot kantoorruimte en zijn wijzigingen in de gangenstructuur aangebracht. Hierbij werden ook de plafond- en muurschilderingen gedeeltelijk zichtbaar gemaakt.

Omschrijving

Het GERECHTSGEBOUW heeft een rechthoekige hoofdvorm en omvat tussen twee dwarsgeplaatste monumentale vleugels een driebeukige opzet van een hoge zittingzaal geflankeerd aan weerszijden door een lagere vleugel. Het geheel is opgetrokken op een souterrain en de monumentale partijen zijn hierboven twee bouwlagen hoog, afgedekt door zadeldaken tussen tuitgevels. De twee bouwlagen hoge zittingzaal heeft een zadeldak tussen puntgevels en de twee eenlaagse partijen worden eveneens door een zadeldak afgedekt. De schilden van de zadeldaken zijn belegd met leien in Maasdekking, de nokken zijn voorzien van smeedijzeren crêtes. De afwatering vindt plaats via bakgoten in de vorm van geprofileerde kroonlijsten. Het gebouw verkrijgt zijn uitstraling met name door de afwisseling van hoge en lage volumes en de rijke toepassing van gevelonderdelen in witte cementsteen, die sterk contrasteert met de in rode baksteen (kruisverband) uitgevoerde gevels. Daarbij is binnen de gevels een strenge symmetrie doorgevoerd. Cementsteen is gebruikt voor sieronderdelen zoals speklagen, water- en cordonlijsten en hoekstukken. Zandsteen bevindt zich onder meer in de boogstelling van de hoofdingang. In bogen, fries en siervlakken onder de vensters is siermetselwerk toegepast uitgevoerd in gele en rode baksteen en ruitvormige zwarte cementstenen blokjes. De gevels hebben omlopend een gemetselde sokkelzone afgesloten met een waterlijst. De sokkel heeft een omlopende plint van hardstenen blokken met een gebosseerd oppervlak, en hoekstukken op de hoeken van de gevel en de risalieten. Deze hoekstukken hebben ter plaatse van de sokkel een ingesneden reliëf. De overwegend toegepaste venstervorm is het meerdelige boogvenster, meestal met twee stolpramen of driedelig, met een thans gewijzigd, maar oorspronkelijk schuivend middenraam. De vensters hebben hardstenen onderdorpels en de meeste vensters worden aan de bovenzijde omgeven door geblokte ontlastingsbogen met verblendsteen, die zijn voorzien van gepleisterde geboorte- en sluitstenen. Sommige vensters zijn rijker omgeven, door cementstenen lisenen en consoles. De gevels worden rondom afgesloten met een hoofdgestel bestaande uit een architraaf, een in siermetselwerk uitgevoerd fries met trigliefen en een bakgoot in de vorm van een kroonlijst gedragen door modillonachtige consoles met leeuwenmaskers. De symmetrisch ingedeelde VOORGEVEL wordt horizontaal geleed door cordonlijsten en speklagen. De gevel is ingedeeld in een brede travee ter weerszijden van een vooruitspringend risaliet van vijf traveeën, waarvan de middelste drie traveeën nogmaals uitspringen en worden afgesloten met een vooruitspingende dakvlak met timpaan. De hoeken van gevel en risalieten worden benadrukt door pilasters in blokverband (eerste bouwlaag) of met manchetten (tweede bouwlaag). De middelste drie traveeën vormen een diepliggend ingangsportaal dat naar buiten opent door drie gekoppelde bogen op zandstenen ronde zuilen. De zuilen hebben een gedecoreerde schacht en kapitelen. De bogen zijn uitgevoerd met zandstenen boogstukken en een gedecoreerde sluitsteen. Op de hoeken van het timpaan zijn akroteria bevestigd en het timpaan is gevuld met een geschilderde allegorische voorstelling in Griekse trant. De gevelassen worden gevuld door vensters van het reeds beschreven type onder rondbogen, waarbij die in het middelste risaliet van elkaar worden gescheiden door extra pilasters. Het gebouw wordt vanuit het portiek via drie dubbele paneeldeuren onder rondboogvormige bovenlichten betreden. De deuren zijn van elkaar gescheiden door geblokte pilasters. Naar het portiek leidt een monumentale trappartij van twee maal vijf treden, binnen natuurstenen borstweringen. De symmetrisch ingedeelde RECHTER ZIJGEVEL is wat opbouw betreft identiek aan de LINKER ZIJGEVEL en bestaat uit een lage middenpartij tussen de met tuitgevels afgesloten hoge partijen. Deze hoge partijen bezitten eenzelfde geleding in cementsteen als de voorgevel en hebben een vooruitspringende vensterpartij die over alle bouwlagen doorloopt. De vensterpartij bestaat in de eerste bouwlaag uit een venster tussen versierde pilasters. De tweede bouwlaag heeft een venster met balkon, afgesloten met een bekroning in de vorm van een hoofdgestel dat weer de omlijsting van het zoldervenster draagt. Het lagere middendeel bestaat uit traveeën met vensters, van elkaar gescheiden door pilasters. Hierdoor ontstaat de indruk van een rondboogstelling. De versierde sluitstenen van de bogen en de kapitelen van de pilasters dragen een hoofdgestel bestaande uit een architraaf, consoles in de vorm van leeuwekoppen en metopen gevuld met siermetselwerk. Het geheel wordt afgesloten door een kroonlijst en goot. De boven de lagere vleugels uitstekende RECHTER en LINKER ZIJGEVEL van de zittingzaal is thans gepleisterd en verdeeld in drie assen, met in elke as twee rondboogvensters voor de lichttoetreding. De gevels worden afgesloten door een hoofdgestel met een goot in cementsteen. De ACHTERGEVEL is in vergelijking met de voorgevel zeer sober uitgevoerd en bestaat uit 7 traveeën met vensters zoals beschreven. De middelste vijf traveeën vormen hierbij een middenrisaliet onder een vooruitspringend dakvlak. De versiering blijft beperkt tot een in siermetselwerk uitgevoerde band tussen de eerste en tweede bouwlaag en enkele sober versierde ontlastingbogen boven de gevelopeningen. In de sokkelzone bevinden zich enkele afwijkende venstervormen en een toegangsdeur. Het INTERIEUR heeft min of meer de oorspronkelijke hoofdstructuur bewaard, die bestond uit vertrekken in vier vleugels aan gangen rondom de centrale zittingzaal. De wijzigingen omvatten onder meer de verwijdering van scheidingsmuren in de gangen en het wijzigen van de trappenhuizen. Onder de bewaard gebleven oorspronkelijke elementen bevinden zich de bij de restauratie gedeeltelijk zichtbaar gemaakte muur- en plafondschilderingen in de gangen, uitgevoerd in sjabloontechniek. Deze schilderingen zijn voorzien van spreuken die verwijzen naar de functie van het gebouw. De gangen zijn nog in bezit van de oorspronkelijke vloeren en zijn door middel van gordelbogen op pilasters ingedeeld in traveeën. Tussen de gordelbogen bevinden zich kruisgewelven. De oorspronkelijke, paneeldeuren zijn nog aanwezig. De zittingzaal is grotendeels intact, en is nog altijd voorzien van een deel van het oorspronkelijke meubilair. De zaal bezit een rijke betimmering, beschilderde wanden en een beschilderd casetteplafond.

Waardering

GERECHTSGEBOUW naar ontwerp van J.F. METZELAAR voltooid in 1882.

- Van architectuurhistorische waarde als goed en gaaf bewaard voorbeeld van een een gerechtsgebouw uit het einde van de negentiende eeuw, dat opvalt vanwege bijzondere esthetische kwaliteiten in in- en exterieur die onder andere tot uiting komen in de typologisch bijzondere hoofdvorm van het gebouw en de rijke, internationaal georiënteerde Neo-Renaissance uitvoering. Het gebouw is een typisch voorbeeld van `rijksarchitectuur' door de toegepaste stijl en door de plaatsing van het gebouw op een hoge sokkelzone uitgevoerd in rustica. Het pand is voorts belangrijk binnen het oeuvre van rijksbouwmeester Metzelaar, als een van de meest rijk uitgevoerde justitiegebouwen die hij in het laatste kwart van de negentiende eeuw ontwierp voor Nederlandse steden. Het interieur is onder andere belangrijk vanwege de fraai uitgevoerde zittingzaal die zich nog grotendeels in originele staat bevindt en voorzien is van een betimmering en plafond- en wandschilderingen.

- Van stedebouwkundige waarde vanwege de prominente ligging van het pand, waardoor het een beeldbepalende rol speelt in het zuidwestelijk stadsdeel tussen het stadscentrum en de Waaldijk.

- Van cultuurhistorische waarde vanwege de bestemming van het gebouw binnen de geschiedenis van het justitiële apparaat in Nederland.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Bestuursgebouwen, rechtsgebouwen en overheidsgebouwen Gerechtsgebouw(E) Gerechtsgebouw(EX3)

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1879
1882
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Classicisme
invloeden
Eclecticisme
invloeden
Neo-Renaissance
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Metzelaar, J.F. ; Gelderland
architect / bouwkundige / constructeur