Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
520667
Complexnummer
520666 - Crematorium Velsen
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82722/150
Kadastrale aanduiding
IJmuiden M 7167
Velsen G 1009
Velsen G 1019
Velsen G 1008
Velsen H 4721
Velsen G 972
IJmuiden M 7169
IJmuiden M 7168
Velsen G 1018
IJmuiden M 9259
Duin- en Kruidbergerweg 2, 1985 HG te Driehuis NH

Omschrijving

Inleiding

CREMATORIUMGEBOUW uit 1912-'13, deel uitmakend van het crematoriumcomplex Velsen. Het op een natuurlijke duintop gesitueerde crematoriumgebouw is ontworpen door de Hilversumse architect M.A. Poel die werd bijgestaan door architect P.L. Kramer, één van de latere voormannen van de Amsterdamse School. Poel was slechts gedeeltelijk bij de uitvoer betrokken, omdat hij na tal van conflicten tijdens de bouw van zijn functie als uitvoerend architect werd ontheven. Onder leiding van Kramer werd het gebouw voltooid. Het gerealiseerde gebouw wijkt in de geleding van de gevel, de detaillering, en de uitvoering van de koepel sterk af van het door Poel in 1911 gemaakte ontwerp, wat mogelijk betekent dat P.L. Kramer naast de uitvoering ook een deel van het ontwerp naar zich heeft toegetrokken. De hoofdvorm van het crematoriumgebouw is ontleend aan contemporaine crematoria in Duitsland waar al langer gecremeerd werd. De architectuur vertoont invloeden van het rationalisme van Berlage en van het art déco. Het interieur van de aula is vermoedelijk omstreeks 1926 naar ontwerp van architect W.M. Dudok gemoderniseerd.

N.B. De in 1987 geplaatste invalidenlift aan de voorzijde van het gebouw valt niet onder de bescherming.

Omschrijving

Het crematoriumgebouw heeft een symmetrische aanleg op T-vormige plat-tegrond en is opgebouwd uit een souterrain en een parterre met centraal een aula waarboven een zestienzijdige spitse koepel met onder de top vensters. Het souterrain is vormgeven als sokkel. De buitengevels zijn opgetrokken in rode genuanceerde machinale waalsteen in kruisverband met snijvoeg. De boven alles uittorenende koepel rust op een achtzijdige tamboer waarvan de blinde voor-, achterzijde en zijkanten bovenaan getrapt eindigen en de smalle overblijvende zijden voorzien zijn van drie gekoppelde twaalfruits ramen waaronder de achthoek overgaat in een vierkant ter grootte van de aula. Deze overgang wordt verzacht door getrapt siermetselwerk. Tegen de voorkant (ZO) van de vierkante kern bevindt zich een uitgebouwde ingangspartij met een halve koepel. Onderaan heeft deze dertienzijdige koepel rondom glas-in-loodraampjes. De twee door een middenstijl gescheiden toegangsdeuren in de voorzijde van de ingangspartij zijn voorzien van een twaalfruits raam en bereikbaar via een brede trap met gemetselde zijmuren en halverwege een bovenaan een bordes en gemetselde zijmuren. In de noordoostmuur van de trap bevindt zich een eerste steen die blijkens opschrift op 27 september 1913 gelegd is door Frits van Lissa, oud 12 jaar. Boven de ingang bevinden zich vijf kleine glas-in-loodramen die zijn opgenomen in een getrapt vormgegeven natuurstenen deuromlijsting. De linkerzijgevel van de ingangspartij heeft ter hoogte van het souterrain links een smal drieruits venster en rechts een deur. De rechterzijgevel van de ingangspartij is zowel ter hoogte van het souterrain als de parterre voorzien van drie kleine vensters. De getrapt eindigende zijgevels van de vierkante kern worden tot halve hoogte door twee lisenen in drieën geleed en zijn halverwege voorzien van een serie maskerachtige metselmotieven. De rechterzijgevel (NO) van de vierkante kern is blind. In de linkerzijgevel (ZW) bevinden zich ter hoogte van het souterrain drie sterk terugliggende vierruits vensters. Achter de aula ligt het eigenlijke crematorium. Dit gedeelte is enigszins lager en belangrijk breder dan de aula. Het is samengesteld uit een middengedeelte met een zadeldak en een door twee hoge vierkante schoorstenen geflankeerde topgevel, en twee lagere zijvleugels met plat dak. De twee zijvleugels die ten opzichte van de blinde topgevel van het middengedeelte enigszins terugliggen, zijn opgebouwd uit een souterrain en een parterre die bovenaan beëindigd wordt door een bakstenen abstractie van een kroonlijst. In de voorzijde (ZW) van de linkerzijvleugel bevindt zich rechts een achtruits venster en links een ingang. De parterre telt drie vierruits vensters en heeft rechts in de rechterzijgevel (ZO) een gebrandschilderd raam. De als kantoor dienst doende rechterzijvleugel heeft op de parterre een overluifelde ingang bereikbaar via een tegen de rechterzijgevel van het creatoriumgebouw gesitueerde trap. De rechterzijvleugel is voorzien van meerdere vensters en zet zich naar achteren voort als een laagbouw met zadeldak. De achtergevel (NW) van het crematoriumgebouw wordt door het in de jaren dertig aangebouwde derde columbarium grotendeels aan het oog onttrokken.

Het INTERIEUR van het voorportaal, de grote hal en de kleine hal verkeert nog vrijwel in de vooroorlogse staat. De wanden van het voorportaal zijn witgepleisterd, terwijl die van de grote en kleine hal voor de helft zijn bekleed met grijs-wit marmer. Op de vloer van beide hallen liggen witte plavuizen. In de kleine hal, die vanuit de grote hal via drie met zwart marmer beklede treden bereikt wordt, is ook zwart marmer toegepast in de vloer en de zijwanden. De met zwart marmer beklede wanddelen zijn in tegenstelling tot de bovenste helft van de zijwanden in een nis gelegen en geven hierdoor de kleine hal een bijzonder ruimtewerking, hetgeen nog versterkt wordt door het van boven, via het grote meerruits raam in het plafond, invallende licht. Boven de grote hal bevindt zich het witgesausde zestienzijdige koepelgewelf met op de vier hoeken, boven de pendentieven, een meerruits bovenlicht. Het ronde bovenlicht bovenin de koepel is voorzien van een houten roedenverdeling waarin glas en lood. In deze centrale ruimte staan twee rijen van vijf kubistisch vormgegeven houten banken die waarschijnlijk naar ontwerp van W.M. Dudok zijn vervaardigd. Boven het voorportaal bevindt zich in de halve koepel de voormalige orgelruimte met oorspronkelijk glas in lood. In het souterrain onder de grote hal bevindt zich een urnengalerij die diende als eerste columbarium. Hier staan in hoofdzaak zwartgranieten urnen.

Waardering

Het crematoriumgebouw met bijbehorend interieur is van algemeen belang - als historisch-functioneel hoofdonderdeel van het crematoriumcomplex Velsen; - wegens de architectonische vormgeving; - wegens het gaaf bewaarde interieur dat omstreeks 1926 naar ontwerp van W.M. Dudok is gerealiseerd; - wegens de markante situering (op een duintop) op het terrein; - als gaaf bewaard gebleven eerste crematorium van Nederland daterend uit de jaren '10 van de 20ste eeuw.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 520666. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Uitvaartcentra en begraafplaatsen Crematorium (H) Crematorium(H2)

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1912
1913
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Expressionisme
invloeden
Rationalisme
invloeden
Duitse invloed in hoofdvorm

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Facultatieve Ver voor Lijkverbrandi ; Noord-Holland
opdrachtgever
Poel, M.A. ; Noord-Holland
architect / bouwkundige / constructeur
Kramer, P.L. ; Noord-Holland
architect / bouwkundige / constructeur