Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
520669
Complexnummer
520666 - Crematorium Velsen
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82722/169
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Velsen G 1009
Velsen G 972
Velsen G 1019
IJmuiden M 7168
IJmuiden M 7167
IJmuiden M 7169
Velsen H 4721
IJmuiden M 9259
Velsen G 1018
Velsen G 1008
Bij Duin- en Kruidbergerweg 2, 1985 HG te Driehuis NH

Omschrijving

Inleiding

TWEEDE COLUMBARIUM uit 1925-1926, deel uitmakend van het crematoriumcomplex Velsen. Dit door architect W.M. Dudok ontworpen columbarium heeft de vorm van een binnenhof die aan de noordoostzijde halfrond afgesloten wordt en aan de zuidwestzijde opent naar de duinen. Het columbarium heeft door deze aanleg een grote openheid. De openheid, die het geheel van plattegrond en opstand uitstraalt lijkt sterk verwant te zijn aan de ruimtelijke opzet van de Romeinse fora en thermae. Dit vermoeden wordt versterkt door het feit dat er in de absidiale beëindiging door Dudok een impluvium is aangebracht. Tevens ontwierp Dudok de uniforme urnen voor dit columbarium. In dit columbarium bevinden zich zowel open als gesloten urnengalerijen. De urnen in de gesloten urnengalerijen zijn niet alle door Dudok ontworpen. Twee door de beeldhouwer H.A. van den Eijnde in 1925-1926 vervaardigde sculpturen maken deel uit van het tweede columbarium: een bronzen vrouwenbeeld "De Overpeinzing" en een gevelsculptuur getiteld "De Overgave". Van den Eijnde genoot in zijn tijd een zekere bekendheid als vervaardiger van de sculpturen aan het door J.M. van der Meij ontworpen scheepvaarthuis, in Amsterdam (1912-1916) en in het postkantoor van J. Crouwel te Utrecht (1917-1924). Het werk van Van den Eijnde is net als dat van zijn tijdgenoot H. Krop plaatsbaar binnen het kader van het werk van de symbolistische schilders: J. Toorop, A.W. Konijnenburg, J. Thorn Prikker en A.J. der Kinderen. De houding van het bronzen beeld waarbij het hoofd rust op de hand is mogelijk geïnspireerd op de "Penseur" van A. Rodin. Ook het in 1931 door de beeldhouwster Gra Rueb vervaardigde urnenmonument voor dr. Aletta Jacobs en haar echtgenoot maakt deel uit van de bescherming. Opdrachtgever was een vanuit de Nederlandsche Vereeniging van Staatsburgeressen gevormd comité. Het ceramische deel van dit wandmonument werd uitgevoerd bij "De Porceleyne Fles".

Omschrijving

Het tweede columbarium is gebouwd op een langwerpig grondplan dat aan de noordoostzijde eindigt in een halve cirkel. Het langwerpige gedeelte bestaat uit twee evenwijdige open urnengalerijen van één bouwlaag met zadeldak waartussen een ruime rechthoekige binnenhof met gazon. Binnen het twee bouwlagen hoge halfronde bouwlichaam is een impluvium (vergaarbekken voor regenwater) gesitueerd. Dit impluvium en de binnenhof worden van elkaar gescheiden door een dwarsvolume dat een voortzetting is van de gesloten urnengalerij op de verdieping van het halfronde bouwdeel. Op de begane grond heeft laatstgenoemde een open urnengalerij in de vorm van negen gekoppelde U-vormen die openen naar het impluvium en geheel bestaan uit vierkante urnennissen. De langsgalerijen ter weerszijden van het gazon tellen beide negen groepen dito urnennissen geplaatst tegen de binnenzijde van de buitenmuur. Op het dwarsvolume staat rechts (ZO) een hoge vierkante toren. Een lage bakstenen scheidingswand sluit de binnenhof op het zuidwesten ruimtelijk af. Het gehele columbarium is opgetrokken uit gele machinale waalsteen in Noords verband met terugliggende voeg, terwijl de toren bekleed is met zwarte en witte tegels. In de betonnen vloeren zijn geometrische patronen van gesmoorde (en witte) tegeltjes aangebracht. De met zwarte geglazuurde Hollandse pannen gedekte zadeldaken van de langsgalerijen rusten aan de buitenzijde op de nismuur en aan de binnenzijde op een arcade van vierkante bakstenen pijlers waartussen uitzicht geboden wordt op het tussenliggende gazon. De noordwestelijke langsgalerij wordt beëindigd door een lage halfronde traptoren met bovenin een zevental smalle diepliggende vensters voorzien van glas in lood. De zuidoostgalerij gaat over in de aanbouw uit 1937-'39. Het gazon heeft op een centrale plaats een eik en aan weerszijden gemetselde plantenbakken: acht aan de zuidoostzijde en een zestal aan de noordwestkant. Via een zestal treden gaat het gazon over in een bordes met daarop een verhoging waarop een beeld van H.A. van den Eijnde is geplaatst (zie verder). Boven het beeld bevindt zich de genoemde dwarsverdieping die de verbinding vormt tussen twee hogere en eveneens blokvormige bouwvolumes aan het noordoosteinde van de langsgalerijen. In de dwarsverdieping bevindt zich een gesloten urnengalerij die verlicht wordt door vier kleine, in de zuidwestgevel aangebrachte vierkante vensters onder brede betonnen lateien. De toren is aan de voorzijde (ZW) bekleed met witte tegels en aan de achter- en zijkanten met zwarte tegels. Bovenop de toren staat een gestileerde compositie van een stoel en een zandloper. Dit is een symbolische verwijzing naar de dood waarbij de overledene als het ware vanuit de hoge stoel over de wereld kijkt. In de voorzijde van het tussen de toren en de zuidoostelijke galerij gesitueerde grote rechter (ZO) bouwblok bevindt zich links een groot liggend venster waarnaast een hoekliseen die boven het platte dak bekroond wordt door een gevelsculptuur van H.A. van den Eijnde (zie verder). De eerste verdieping telt zeven smalle diepliggende vensters voorzien van glas in lood. In de noordwestgevel van het grote rechter bouwvolume bevinden zich op de begane grond vier vensters; de verdieping is aan deze zijde gesloten. Het noordwestelijke bouwvolume heeft een blinde parterre en op de verdieping een terugliggend geplaatst liggend venster. Tegen de bassinzijde van de twee buitenste volumes sluit het halfronde bouwvolume aan waarvan de buitenmuur geleed wordt door tien steunberen. De betonnen verdiepingsvloer van het halfronde bouwvolume heeft boven het pad rond het impluvium een ruim overstek waaronder metalen waterspuwers. Boven dit overstek is de (veelhoekige) eerste verdieping gesloten.

Het genoemde bronzen beeld stelt een zittende vrouw voor die met opgetrokken benen en een peinzende blik voor zich uit staart. Haar hoofd wordt ondersteund door haar rechterarm die op zijn beurt weer rust op het rechterbovenbeen dat bovenop het linkerbovenbeen ligt. Met de linkerarm ondersteunt de vrouw zich om in balans te blijven. Doordat alle ledematen zich groeperen aan de voorzijde heeft het beeld een frontaal karakter. De gevelsculptuur is uitgevoerd als een natuurstenen buste op een bakstenen sokkel. De vrij grof gebeeldhouwde buste stelt vermoedelijk een mansfiguur voor. Deze hemelwaarts kijkende figuur heeft een licht achteroverhellende torso en houdt zijn armen naar voren met de binnenkant van zijn handen boven. De in turquoise geglazuurde ceramiek uitgevoerde urnen in dit columbarium hebben een tapse vorm die trapsgewijs verjongd. De bovenste helft van de urnen verhult de eigenlijke asbus en kan worden opgelicht.

Het rechts in de noordoostmuur van het noordwestelijke bouwvolume aangebrachte urnenmonument voor Aletta Jacobs bestaat uit een symmetrisch opgezet wandmonument van crèmekleurig ceramiek met in het midden een terugliggend vlak waarvoor een bloembak en waarin een bronzen reliëf voorstellend een brandende fakkel tussen een naakte man en vrouw die met gevouwen handen geknield zitten op de wereldbol. In de gestileerde pijlers ter weerszijden van het middenvlak bevindt zich een urnennis met een bronzen urn en daaronder links het opschrift "CAREL V(icto)R/ GERRITSEN/ 1850-1905" en rechts "ALETTA H./ JACOBS/ 1854-1929". Boven het middenvlak is de tekst "IN MEMORIAM" aangebracht tussen twee kleine ronde reliëfs: links een uil als symbool van de wijsheid en rechts een esculaap als verwijzing naar het beroep van Jacobs. Aletta Jacobs was de eerste afgestudeerde vrouw in Nederland en de eerste vrouwelijke arts.

Waardering

Het tweede columbarium met bijbehorend bronzen beeld, gevelsculptuur, urnen en urnenmonument en de omringende tuinaanleg is van algemeen belang:

- als historisch-functioneel onderdeel van het crematoriumcomplex Velsen;

- als karakteristiek werk uit het oeuvre van de architect W.M. Dudok en de beeldhouwer H.A. van den Eijnde;

- wegens de architectonische vormgeving;

- wegens de ensemblewaarde in relatie met de tuinaanleg en de andere onderdelen van het complex.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 520666. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Uitvaartcentra en begraafplaatsen Crematorium (H) Columbarium

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1925
1926
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Expressionisme
stijlzuiver

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Dudok, W.M. ; Noord-Holland
architect / bouwkundige / constructeur
Eijnde, H.A. van den ; Noord-Holland
beeldhouwer / steenhouwer / schrijnwerker
Facultatieve Ver voor Lijkverbrandi ; Noord-Holland
opdrachtgever
Rueb, Gra ; Noord-Holland
beeldhouwer / steenhouwer / schrijnwerker