Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
520708
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82702/22
Kadastrale aanduiding
IJmuiden I 2769
Kanaalstraat 250, 1975 BK te IJmuiden

Omschrijving

Inleiding

Aan de zuidzijde van de Kanaalstraat gelegen Nederlands-hervormde KERK uit 1910-1911 genaamd Nieuwe Kerk met ERFSCHEIDING. De kerk werd in opdracht van de Nederduitsch Hervormde Gemeente te Velsen/IJmuiden gebouwd door de firma P. Heeren en Zonen in IJmuiden naar ontwerp van de Londense architect W.A. Forsyth en de Haarlemse architect G. Meppelink. Het aandeel van Forsyth resulteerde in een sterk door de anglicaanse kerkbouw beïnvloede neogotische architectuur. Het initiatief voor de bouw was afkomstig van dominee Hendrik Willem Creutzberg wiens dochter Clara Catharina Elisabeth op 26 augustus 1910 de eerste steen legde. De keuze voor een kruisvormige plattegrond met een dooptuin in het koorgedeelte hing samen met het streven naar een liturgie die de gemeenschap meer actief liet deelnemen aan de eredienst. Het tussen de Kanaalstraat en de Kon. Wilhelminakade gesitueerde kerkterrein wordt zowel aan de voor- als achterzijde door een lage muur gescheiden van de openbare weg. Deze uit de bouwtijd daterende erfscheiding valt onder de bescherming.

N.B. De moderne laagbouw tegen de westgevel van de consistorie en het drieklaviers Pelsorgel uit 1964 maken geen deel uit van de bescherming.

Omschrijving

Driebeukige pseudobasiliek met een plattegrond in de vorm van een Latijns kruis, een rechte koorsluiting en tegen de rechter (W) transeptarm een evenwijdig aan het koor gesitueerde rechthoekige consistorie onder een zadeldak. De kerk is gedekt onder zadeldaken (middenschip, koor en transept) en lessenaardaken (zijbeuken). Op alle dakvlakken liggen rode OVH-pannen. De kruising wordt bekroond door een ranke achtzijdige houten dakruiter met een achtkante zinkgedekte spits waarop een kruis. De buitengevels zijn gemetseld in rode genuanceerde handvormsteen waalformaat in Vlaams verband met platvolle voeg en voorzien van een hoge plint. Onderaan de puntgevels en de schuin beëindigde gevelvlakken bevindt zich een schouder met zadeldakje. De horizontaal beëindigde muurdelen worden bovenaan afgesloten door getrapt uitkragend metselwerk waaronder een tandlijst. De enigszins terugliggende vensters hebben in rode profielsteen gemetselde stijlen, dorpels en dagkanten, met op de snijpunten daarvan zandsteen. Het merendeel van de vensters is voorzien van pastelkleurig glas in lood.

De voorgevel (N) heeft in het verlengde van het middenschip een tussen steunberen ingeklemde portaaluitbouw met lessenaardak waarin een risalerende spitsboogportiek onder een topgevel voorzien van vlechtingen. De via een drie treden tellende stoep van rode genuanceerde baksteen bereikbare portiek is voorzien van een met staande rabatplanken beklede dubbele spitsboogdeur met smeedijzeren deurbeslag. De aanzetten van de spitsboog zijn uitgevoerd in grijze natuursteen. Ter weerszijden van de ingang heeft het portaal twee kleine gekoppelde korfboogramen binnen een rechthoekig spaarveld. Boven de portaaluitbouw neemt een groot spitsboogvenster een groot deel van de voorgevel in beslag. De door steunberen in vier traveeën gelede zijbeuken zijn aan de zijde van de voorgevel gesloten. In de buitenste zijbeukstraveeën bevindt zich een door een gemetselde stijl en dito getoogde kalven in vieren gedeeld Tudorboogvenster; de binnenste traveeën zijn voorzien van een vergelijkbaar, maar breder en getoogd zesruits venster. De zijbeuken zetten zich voort tegen de noordgevel van het transept en zijn daar voorzien van eenzelfde venster in de buitenste travee en een smal tweeruits venster in de smalle binnenste travee. In de door steunberen geflankeerde transeptgevels bevindt zich een groot spitsboogvormig spaarveld waarin drie smalle en hoge spitsboogvensters en bovenin een rondnis. Op een dubbele deur na is de zuidgevel van het transept, evenals de zijmuren van het koor gesloten. In de door steunberen geflankeerde sluitzijde (Z) van het koor bevindt zich een groot spitsboogvenster als voor, maar hier deels voorzien van gebrandschilderd glas. Tegen de westzijde van het koor is de rechter zijbeuk voortgezet om plaats te bieden aan een orgel. In de zuidzijde hiervan bevinden zich twee smalle vensters boven elkaar. De rechthoekige consistoriekamer sluit via een tussenbouw met lessenaardak aan tegen de westelijke transeptarm. In de door overhoekse steunberen geflankeerde kopse zuidgevel van de consistorie bevindt zich een hoog kruisvenster. De oostgevel van de consistorie heeft in het midden een steunbeer en ter weerszijden een venster als in de portaaluitbouw van de voorgevel. In de aangrenzende smalle zuidgevel van de genoemde tussenbouw bevindt zich een getoogde dubbele deur met tweedelig bovenlicht.

Het INTERIEUR verkeert nog grotendeels in de oorspronkelijke staat. Achter de voordeur ligt een eikenhouten portaal met in beide zijden een eikenhouten dubbele deur waarin glas in lood. Het middenschip wordt gescheiden van de zijbeuken door achtkante pijlers van rode handvormsteen waarop dito spitsbogen. Naast alle pijlers en bogen zijn ook de venster- en deuromlijstingen in de kerk en de consistorie uitgevoerd in schoonmetselwerk van rode handvormsteen. Voor het overige zijn de wanden gepleisterd. De vensters in de zijbeuken zijn gevat in spaarvelden die tot aan de vloer doorlopen. De zware vieringspijlers dragen laag aangezette spitsbogen rond een vierdelig kruisgraatgewelf. Het middenschip, de transeptarmen, en het koor worden overwelfd door een eveneens gestuct spitstongewelf dat door gordelbogen geleed wordt. Onder deze tongewelven die minder breed zijn dan de onderliggende ruimte bevinden zich eikenhouten trekbalken rustend op korte muurstijlen voorzien van korbelen. De muurstijlen zijn geplaatst op hardstenen consoles. Het oorspronkelijke bankenplan is nog vrijwel intact. In het middenschip en de viering staan sobere eikenhouten banken die zich over de volle breedte uitstrekken. De transeptarmen hebben identieke banken dwars op die in het middenschip. Op de vloer, ook die van de gang naar de consistorie, liggen hardstenen tegels. De dooptuin in het koor heeft een verhoogde witmarmeren vloer afgesloten door een neogotisch doophek van eikenhout waartegen rechts een achthoekige neogotische preekstoel met op de zandstenen voet een via een dito trap waarlangs een smeedijzeren leuning bereikbare eikenhouten kuip die evenals het klankbord erboven verfraaid is met rijk houtsnijwerk. De wanden van het koor zijn evenals de achterwanden van het transept voorzien van een hoge eikenhouten paneellambrisering. Voor de rechter (W) koorwand staat de speeltafel van het in de nis erboven opgestelde Maarschalkerweerdorgel uit 1911 (in 1939 gewijzigd door Flentrop). Dit tweeklaviers koororgel telt 16 registers. Het grote koorvenster toont middenboven het bouwjaar "1911", waaronder een vuurtoren en een banderol met de tekst "ET LUX IN TENEBRIS LUCET" (en het Licht verlichtte de duisteris). Tot de nog grotendeels aanwezige oorspronkelijke inventaris behoren onder meer geelkoperen kroon- en wandluchters, een in het middenschip hangend scheepsmodel, een zandstenen doopvont, een avondsmaaltafel en een neogotische zetel met hoge rug. De deuren in de kerk en de nevenruimten zijn uitgevoerd als eikenhouten meerpaneelsdeuren. Van de dubbele deuren in de zuidgevel van het transept leidt de linker (O) naar buiten en de rechter (W) naar een op de buitendeur tussen consistorie en koor uitkomende gang waaraan de nevenruimten gesitueerd zijn. In de consistorie en de aangrenzende gerfkamer bevindt zich onder meer een schouw met een gepleisterde bovenboezem en een door een houten kroonlijst afgesloten onderboezem uitgevoerd in schoonmetselwerk van rode handvormsteen. De getoogde haardopening is bekleed met groene geglazuurde baksteen.

De ERFSCHEIDING langs de Kanaalstraat en de Kon. Wilhelminakade bestaat uit een lage, door een ezelsrug afgedekte muur van (oranje)rode handvormsteen waalformaat in kruisverband met snijvoeg. Middenvoor, ter plaatse van het pad naar de hoofdingang, wijkt de muur met kwartronde hoeken terug ter weerszijden van een houten toegangspoort ("lychgate") bestaande uit een lage dubbele poort met uitgespaarde vierpasmotieven tussen twee geschoorde stijlen die een schilddak dragen waarop rode OVH-pannen.

Waardering

De Nieuwe Kerk met bijbehorend interieur en erfscheiding is van algemeen belang wegens architectuur- en cultuurhistorische waarde als gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een hervormde kerk uit het eerste kwart van de 20ste eeuw, opgetrokken in een door de anglicaanse kerkbouw beïnvloede neogotische bouwtrant.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Kerk Nederlandse Hervormde Kerk

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1910
1911
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Kruiskerk

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Gotiek
stijlzuiver
Engelse invloed

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Meppelink, G. ; Noord-Holland
architect / bouwkundige / constructeur
Forsyth, W.A. ; Noord-Holland
architect / bouwkundige / constructeur
Heeren en Zonen, Firma P. ; Noord-Holland
aannemer / uitvoerder