Inleiding

Het voormalige WOONHUIS, dat in het derde kwart van de negentiende eeuw werd gebouwd voor de familie Brouwers, fungeert als kantoor. Het half vrijstaande pand is opgetrokken in Eclecticistische trant met Neo-classicistische elementen. In 1924 werd het interieur verbouwd en kreeg het een Art Déco aankleding, gebruik makend van late Jugendstil motieven. Het pand maakt deel uit van een gevelwand in de binnenstad.

Omschrijving

Het tweelaagse onderkelderde pand heeft een schilddak met zwarte Oudhollandse dakpannen en het heeft een L-vormige plattegrond. De plint is uitgevoerd in hardsteen met hardstenen cassettenverdeling, daarboven is de gevel gepleisterd. Rechts bevinden zich twee schuifvensters met geprofileerde omlijsting en terracotta kuiven.

Links bevindt zich de paneeldeur in een korfboogportiek met kuif. De paneeldeur is gevernist en voorzien van een sierrooster. Het bovenlicht is van glas-in-lood met een Art Déco golfpatroon. Het portiek wordt geflankeerd door lijsten. Daarboven verheft zich de rechthoekige erker op zware consoles. Deze erker heeft samengestelde vensters met middenkuif en oreillons in de omlijsting. De beide vensters op de etage rechts hebben een korfboogvormig bovenlicht en brede geornamenteerde kuiven. De brede geprofileerde gootlijst rust op bewerkte voluutconsoles met klossen. De erker is tevens voorzien van een driehoekig fronton als bekroning. De linkerzijgevel bezit diverse vierruits ramen met glas-in-lood vulling, net als het korfboogvormige venster naast de ingang. Op de etage bevindt zich een balkon met deuren, vermoedelijk een aanvulling uit de jaren vijftig. Het huis is aan de achterzijde uitgebreid met een tweelaags deel onder zadeldak en een deel met plat dak. Daarnaast, in de achtergevel een driezijdige erker met daarboven een loggia op ronde houten pilaren en een opengewerkte rondboogbalustrade.

Achter de voordeur is een tochtportaal, met links een Art Déco glas-in-lood raam. De ruimte is doorgebroken, maar de oorspronkelijke indeling is zichtbaar aan twee Art Déco bovenlichten die in situ zijn gebleven. Alle doorgangen zijn aan de bovenzijde getoogd.

Een gang leidt naar de grote voorkamer rechts, nis met sanitair links, een centrale hal achter de voorkamer met links een trappartij en achter de hal een grote achterkamer. Op de vloer van hal en gang ligt visgraatparket met donkere sierbanden onder een moderne vloer. De lambrizering van gang, hal en voorkamer bestaat uit donkere houten panelen met gestileerd Jugendstil bloemmotief. De voorkamer is voorzien van een wit marmeren Neo-classicistische schouw. In de hoek bij de voorgevel staat een gerestaureerde hoekbank met bijbehorende in de lambrizering verwerkte ranke houten kastjes met sierbeslag. In de achterwand van de kamer bevinden zich hoge Art Déco ramen. Links van de hal bevindt zich een grote nis. Het einde van de gang leidt links naar de houten bordestrap met sobere Art Déco bol- en kubusdecoraties op de balusters. Hieronder is de toegangsdeur naar de kelder. Deze kelder is voorzien van getoogde gemetselde opbergplaatsen voor wijn. Rechts komt men in een centrale hal. Deze wordt van boven verlicht door een achthoekige lichtkoepel, voorzien van ovalen glas-in-lood ramen. Via deze ruimte komt men in de achterkamer, die wordt gedomineerd door een grote houten schouw. In het hout is de tekst: "Eigen haert goud waert". In het houtwerk zijn veelkleurige Jugendstil vrouwenhoofdjes verwerkt. In de achterkamer op de etage bevindt zich een witte Empire-achtige schouw. De andere kamers zijn vereenvoudigd.

Waardering

Het pand is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorisch belang als voorbeeld van de sociaal-economische ontwikkeling van de stad en als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van de fabrikantenwoning. Het heeft architectuurhistorische waarde vanwege de zeer rijke Eclectische detaillering, de opvallende gevelcompositie met de uitkragende erker, het bijzondere materiaalgebruik en de ornamentiek. Het complex is belangrijk vanwege de gaafheid van het ex- en interieur en in relatie tot de structurele en visuele gaafheid van de stedelijke omgeving, in het bijzonder de Nieuwlandstraat.