Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
521101
Complexnummer
521100 - Complex De Schans
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82692/91
Kadastrale aanduiding
Tilburg S 5841
De Schans 121, 5011 EN te Tilburg
Zellerstraat 78, 5011 ES te Tilburg
Zellerstraat 80, 5011 ES te Tilburg
Zellerstraat 82, 5011 ES te Tilburg
Zellerstraat 84, 5011 ES te Tilburg
Zellerstraat 86, 5011 ES te Tilburg
Zellerstraat 88, 5011 ES te Tilburg
Zellerstraat 90, 5011 ES te Tilburg

Omschrijving

Inleiding

Nadat in 1873 De Heikant tot een zelfstandige parochie was verheven werd een aanvang gemaakt met de bouw van de KERK, gewijd aan Maria Onbevlekt Ontvangen. Het ontwerp was van de hand van de Tilburgse aannemer en steenfabrikant J.C. van den Heuvel (1825-1904). Reeds in hetzelfde jaar werd de kerk door pastoor Leonardus van der Steen gewijd. De kerk werd in een sobere neogotische stijl opgetrokken. Tijdens de oorlogshandelingen raakten enkele vensters van de kerk beschadigd. De schade werd in 1948 hersteld. In 1954 kreeg de kerk aan de zuidzijde een nieuw ketelhuis met berging, dat buiten de bescherming valt.

Omschrijving

Driebeukige basilikale kerk met transepten en driezijdig gesloten koor met lager aangezette kooromgang. Schip, transepten en koor hebben een aansluitend zadeldak gedekt met leien in Maasdekking en voorzien van een geprofileerde overstekende bakgoot waaronder een muizetandfries. Op het dak van het schip aan beide zijden twee houten dakkapellen onder zadeldak met schildeinden en pirons, voorzien van een houten luik met twee ruitvormige uitsparingen. Het schip en de lager aangezette zijbeuken onder lessenaarsdak met bakgoot, zijn door middel van onversneden steunberen geleed in vier traveeën met elk een spitsboogvenster met, zoals overigens ook in de andere vensters, natuurstenen driepastracering met vierpassen en visblaasmotieven waarin een eenvoudige glas-in-lood vulling en natuurstenen afzaat.

De transepten hebben een doorgemetselde topgevel onder ezelsrug met uitgemetselde schouders onder natuurstenen geprofileerde dekplaat. De gevels van de transepten worden bijna geheel ingenomen door een spitsboogvenster met in de top een klein driezijdig venster met driepas. Het spitsboogvenster heeft een natuurstenen afzaat waaronder een met beton gevuld rechthoekig spaarveld, het geheel in een spitsboogvormig spaarveld met bakstenen afzaat. Onder deze vensters een uitgebouwde biechtstoel geleed door lisenen met in de westgevel een opgeklampte deur. Aan de noordzijde heeft de biechtstoel een plat dak, aan de zuidzijde een schilddak gedekt met leien in Maasdekking. In de west- en oostgevel van de transepten een venster als in het schip. Op de hoeken van de transepten overhoeks geplaatste tweemaal versneden steunberen met natuurstenen afzaten. Op de samenkomst van de koortraveeën en het transept is de zijbeuk, zoals aan het schip geplaatst, nog over één travee voortgezet. Opvallend is hierbij de aan de oostzijde driezijdige sluiting van deze zijbeuktravee welke kapellen herbergt. In de muur van de koortravee een klein driezijdig venster zoals in het transept. De twee overige koortraveeën bezitten, evenals de driezijdige koorsluiting, hoge spitsboogvensters. Op de hoeken van de koorsluiting overhoeks geplaatste steunberen. In het schildeind van het koor een dakkapel gelijk aan die op het schip. Aansluitend op de zijbeuktravee een lager aangezette, niet door lisenen gelede zijbeuk welke aansluit op de laatste twee koortraveeën en de kooromgang met op de hoeken overhoeks geplaatste steunberen en voorzien van een bakgoot waaronder een muizetandfries. In de muurdelen van de zijbeuk twee getraliede spitsboogvensters, in de muurdelen van koor en omgang bevindt zich tussen de vensters een gelijkvormig spitsboogvormig spaarveld. Eén van de vensters in de zijbeuk van de koortravee aan de noordzijde is in november 1996 gewijzigd in een deur.

Aan de zuidzijde is aan het transept een uit 1954 daterende uitbouw onder plat dak ten behoeve van de verwarming geplaatst. Op de samenkomst van koortravee en transept een zeshoekige schoorsteen. Op de viering een op een vierkante basis opgetrokken geheel uit zink vervaardigde open dakruiter onder achtzijdige naaldspits gedekt met lei in Maasdekking en voorzien van wimbergen met natuurstenen deklagen. Op de top een bolkruis met vergulde weerhaan. De dakruiter is afgesloten door middel van een eenvoudige balustrade. De driebeukige opbouw van de kerk wordt weerspiegeld in de facade. Centraal hierbij een hoog opgaande enigszins risaliserende topgevel waarvoor een portaal, het geheel geflankeerd door twee lagere topgevels. De gevels hebben een natuurstenen ezelsrug op de noklijn met op de top een natuurstenen console waarop een bakstenen basis bekroond door een natuurstenen pinakel. De bekroning op de centrale gevel is geheel in natuursteen uitgevoerd.

De gevels worden geflankeerd door overhoeks geplaatste steunberen welke eveneens worden bekroond door natuurstenen pinakels. De steunberen van de lagere gevels zijn tweemaal versneden, die van de centrale gevel driemaal met op de versnijdingen natuurstenen dekplaten. De indeling van de gevels is, afgezien van de gebruikte formaten, identiek: een spitsboogvenster met in de top een spitsboogvormig drielingvenster. De twee vensters in de lagere gevels zijn blind met in de top een samengestelde driepastracering en de top omgeven door een geprononceerde natuurstenen lijst. Het venster in de centrale topgevel is geheel voorzien van tracering en is tevens beglaasd. Het venster is bovendien voorzien van een dubbele omlijsting waarvan de binnenste rust op twee slanke colonnetten met kapiteel. Onder het venster spaarvelden met driepastracering.

Het beglaasde drielingvenster in top van de centrale gevel is, in tegenstelling tot dezelfde overigens blinde vensters in de lagere gevels, eveneens voorzien van een enkelvoudige omlijsting en een natuurstenen afzaat. De drielichtvensters in de lagere gevels zijn verbonden door een cordonlijst die aansluit op de afzaten. De colonnet rechts van het grote centrale venster is afgebroken door een dwarsgeplaatste afzaat. Hieronder is tegen de gevel een vijfzijdige traptoren geplaatst, onder spits gedekt met lei in Maasdekking en voorzien van kleine wimbergen met natuurstenen deklijst waaronder een lancetvenster. In de top van de centrale gevel een uurwerk.

De kerk bezit een uitgebouwd portaal op nagenoeg vierkante plattegrond onder steil zadeldak gedekt met lei in Maasdekking. Het portaal is aan drie zijden voorzien van een topgevel, die aan de voorzijde hoger, met hardstenen noklijst met hogels en bekroond door een kruisbloem, het geheel geflankeerd door hardstenen pinakels op bakstenen steunberen. In de zijgevels een verdiept gelegen spitsboogvormig portiek waarin een opgeklampte segmentvormige deur, in de voorgevel een opgeklampte gedeelde deur onder natuurstenen latei waarboven een getraceerd en beglaasd boogveld.

In de omgang vanaf de zuidzijde achtereenvolgens een spitsboogvormig portiek dat toegang geeft tot de keuken en vervolgens een getralied spitsboogvenster met eenvoudig glas-in-lood. Ook de overige vensters in de kooromgang zijn op deze wijze uitgevoerd. In de overige gevels van de omgang een opgeklampte deur met sierbeslag en spitsboogvormig bovenlicht met tracering; twee blinde spitsboogvormige spaarvelden waartussen een spitsboogvenster; in de wand aan de oostzijde drie vensters: het rechter blind en op het dakschild een hijsluik onder zadeldak gedekt met lei in Maasdekking en voorzien van een opgeklampte deur. De omgang is voorzien van enkele getraliede koekoeken waarin tweeruits keldervensters onder segmentbogen. De gehele kerk is voorzien van een bakstenen plint met op elke verspringing een natuurstenen blok. Op diverse plaatsen zijn roodkoperen afvoerpijpen aangebracht.

In het sobere interieur met hardstenen plavuizen zijn schip en zijbeuken gescheiden middels spitsboogvormige geprofileerde arcades op pijlers. De kerk heeft vierdelige kruisribgewelven waarvan de transversaalbogen rusten op colonnetten met kapitelen waarop eikenbladmotieven. De viering wordt ondersteund door bundelpijlers met kapitelen. Het onderste deel van de vensters in het schip en de zijgevels van de transepten is voorzien van een geprofileerde dorpel waaronder blindtracering. Onder de driezijdige vensters in de transepten bevindt zich eveneens een dergelijke blindtracering. Onder de grote vensters in transepten spaarvelden met blindtracering in vierpas. In de doorgang naar het portaal een gedeelde, in die naar de sacristie in de eerste travee van de zuiderzijbeuk, een enkele eiken paneeldeur onder korfboog. In het noordertransept een gedeelde eikenhouten deur in een rondboogvormig spaarveld. Voorbij de transepten eindigen de zijbeuken in driezijdige kapellen met spitsboogvormig kruisribgewelf. Koor en koortraveeën zijn toegankelijk via een drietredige verhoging. In zuidzijde van de kooromgang, bereikbaar via eiken paneeldeuren onder segmentbogen en rijk gesneden eiken deuren onder korfbogen, een keuken en vervolgens een sacristie met deels het oorspronkelijk interieur (kasten, paneeldeuren, lambrizeringen). Aan de noordzijde is de kooromgang gewijzigd en zijn hedendaagse glas-in-lood ramen geplaatst. Door twee kleine spitsboogvensters, eveneens met hedendaags glas-in-lood ramen heeft men zicht op het koor. In beide zijmuren een getoogde paneeldeur met geheng met decoratief snijwerk. In het koor bevinden zich open tribunes met balustrades die uitkijken op het koor. Op de tribunes kasten met paneeldeuren. In de kooromgang, aan de zuidzijde een rijk gesneden paneeldeur onder korfboog die leidt naar een portiek onder spitsboog dat via een gemetselde trap toegang geeft tot de tuin achter de pastorie. De inventaris is weliswaar nagenoeg compleet maar niet meer op zijn oorspronkelijke plaats aanwezig. De retabels en dergelijke zijn uiteen gehaald en de vier reliëfs verspreid door de kerk opgesteld. Aanwezig zijn nog ca. vijftien beelden, mogelijk deels van de hand van Hendrik van der Geld (?). Hieronder twee engelen, een kruisbeeld, Antonius van Padua, Antonius Abt, de Goede Herder, Barbara (2x), Maria met Kind en Laurentius. De kerk bezit ook een doopvont met uit zwart en wit marmer en graniet samengestelde voet en kuip met messing deksel en een vrijstaand eikenhouten tabernakel onder zadeldak. Tegen de westgevel een vernieuwde orgeltribune.

Waardering

Het gebouw is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorische waarde als uitdrukking van een culturele, sociaal-economische en geestelijke ontwikkeling welke zichtbaar is in de bewaard gebleven structuur van landschap en bebouwing. Het heeft architectuurhistorische waarden wegens de stijl en als voorbeeld van het werk van de architect. Het heeft ensemblewaarde als deel van een complex, dat tevens van belang is wegens de historisch-ruimtelijke waarden die tot uiting komen in de samenhang van de functies van de bebouwing, de schaal en de relatie met de open ruimten. De kerk is bovendien van belang vanwege de gaafheid en de samenhang met het gehele ensemble.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 521100. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Kerk Rooms-katholieke kerk

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1873
1873
exact
verbouwing
1948
1948
exact
verbouwing
1954
1954
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Gotiek
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Geld van der, H ; Noord-Brabant
beeldhouwer / steenhouwer / schrijnwerker
Heuvel van de, J.C. ; Noord-Brabant
architect / bouwkundige / constructeur
Tevens aannemer/steenfabrikant