Inleiding

Twee voormalige WOONHUIZEN met overbouwde inrijpoort uit 1906 in Eclectische stijl met Art Nouveau details. Anno 1999 in gebruik als kantoren. Ze zijn gebouwd naar ontwerp van de Tilburgse architect C.F. van Hoof voor de handelsfamilie Melis, die onder de firmanaam G. Melis, "Koninklijke Mode Magazijnen" Tilburg, haar waren verhandelde.

De huizen liggen op een rechthoekig perceel in de aaneengesloten gevelrij van de Spoorlaan met de voor- of noordgevel aan de straat. Goederen voor de achtergelegen bedrijven, waaronder houthandel Van Hoof, konden per spoorwagon via de overbouwde poort tot op het achtererf worden aangevoerd. Dit raccordement kruiste de Spoorlaan en gaf aansluiting op het openbare spoorwegnetwerk.

Omschrijving

De huizen hebben vier bouwlagen waarvan de onderste een souterrain is. Ze zijn afgedekt door een plat dak met gedeeltelijk dakschilden voorzien van leien aan voor- en achterkant in patroon systeem Fourgeau. De voorgevel is vier traveeën breed. De middelste twee zijn identiek aan elkaar. In het souterrain heeft elke travee twee segmentboogvensters. Op de bel-etage een driezijdige houten erker met versiering van snij- en draaiwerk. Hierboven op de derde bouwlaag een driezijdig balkon met een houten balustrade en Art Nouveau siersmeedijzeren balusters in bloemmotief. De achterliggende pui heeft dubbele deuren met zij- en bovenlichten waarin getint Art Nouveau glas-in-lood afgedekt door een grote segmentboog en het dakschild heeft een houten kapel gedekt door een schilddakje bekroond door een pinakel en geflankeerd door kleine voluten. De meest linkse travee bevat op de begane grond de hoge overbouwde rondboogpoort die doorgang bood voor onder meer een goederenwagon. Het bovenste deel van de poort heeft hiervoor een glazen klepdeur met hijsinstallatie. De draaideuren zijn niet meer aanwezig. Op de derde bouwlaag een derde zelfde balkon en pui als in de middelste twee traveeën van de gevel. Hierboven een grote stenen dakkapel bekroond door een gebroken fronton en geflankeerd door hardstenen voluten. Het heeft een Frans balkon afgedekt door een segmentboog met smeedijzeren balustrade. In het boogveld siermetselwerk.

De meest rechtse travee bevat de hoge ingangspartij van no. 388 voorzien van een segmentboog met een bovengelegen rondboograam waarin getint glas-in-lood. In het natuurstenen boogveld de symbolische decoratie van driehoek en passer. De voordeur heeft panelen, snijwerk en raampje met siersmeedwerk. Hierboven in de derde en vierde bouwlaag een vijfzijdige stenen erker gedekt door een achtzijdig afgeplat torendak dat uitsteekt boven het dak van de huizen en wordt bekroond door een smeedijzeren rechthoekige balustrade. De erkers hebben elk drie smalle getoogde vensters, de onderste hebben bovendien een natuurstenen kalf. De ingangspartij van no. 386 bevindt zich in de zijgevel van de poort. Het opgaande werk van de voorgevel bestaat uit een rode strengperssteen afgewisseld door speklagen van geelgroene bricornasteen, die omzoomd worden door een rand van witte strengperssteen. In het basement is de speklaag en de plint van hardsteen. Het geheel is gemetseld in kruisverband. De fries bevat siermetselwerk. De muuropeningen hebben in het metselwerk hardstenen aanzet- en sluitstenen. De steenneggen naast de houten erkers en balkonpuien staan onder een hoek van 45 graden. Het balkon boven de poort en de drie erkers van de huizen worden gedragen door geornamenteerde natuurstenen console-achtige uitkragingen. De achtergevel is sober uitgevoerd. De interieurs van de huizen zijn grotendeels authentiek. Houten bordestrappen met gedraaide trappaal, kuipstuk en leuningwrong. Stucwerk plafonds. In woonkamers casetteplafonds. Marmeren schoorsteenmantels. Boven de poort een kamer-en-suite met drie tussendeuren.

Waardering

De huizen met overbouwde poort zijn van algemeen belang. Ze hebben cultuurhistorisch belang als voorbeeld van een sociaal-economische ontwikkeling, namelijk de bouw van rijk gedetailleerde burger- en fabrikantenwoningen binnen de bestaande stedelijke structuur en zijn tevens van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van het woonhuis. Architectuurhistorisch zijn ze van belang vanwege de stijl en de plaats in het oeuvre van de architect. De huizen zijn belangrijk vanwege de gaafheid van het exterieur en interieur en hebben ensemblewaarde als onderdeel van een waardevol stadsbeeld.