Inleiding.

Ten zuiden van de vesting ligt in de bebouwde kom van Woudrichem de Algemene Begraafplaats, tot ca. 1980 begraafplaats van de Nederlandse Hervormde Gemeente. Het kerkhof ligt op een diep rechthoekig perceel met een middenpad met een ijzeren toegangshek met pijlpunten en granaatappels aan de straat. Enige meters na deze ingang liggen aan weerszijden van het grindpad twee BAARHUISJES uit ca. 1880. Op het kerkhof staan verschillende coniferen en bomen, o.a. een treurwilg.

Omschrijving.

De identieke gebouwtjes zijn opgetrokken in hout onder een zadeldak met overstek en windveren met makelaar. Het dak is belegd met Oegstgeesterpannen. Op de nok liggen alternerende ornamenten van palmetten en rozetten. De beide zijkanten hebben geen openingen, in de achterkant liggen vlakke opgeklampte dubbele deuren in ijzeren gehengen. De naar de weg gerichte zijden daarentegen zijn rijk geornamenteerd. De paneeldeuren hebben rechthoekige gietijzeren roosters met lelie-ornament. Centraal hierin lofwerk met links een vrouwen- en rechts een mannenkopje. Lofwerk ook in het ovale ornament in de onderste panelen. De gevels hebben verder een omranding van blindvelden met rozetten in elk veld. In de top centraal geplaatst een grote rozet van acht bladen rond het hart.

Waardering.

De baarhuisjes zijn van algemeen belang. Zij hebben cultuurhistorische waarde wegens de typologie en het ermee verbonden herinneringsaspect en als voorbeeld van de grafcultuur in de late negentiende eeuw. Zij zijn van architectuurhistorisch belang wegens het materiaalgebruik, de esthetische kwaliteit van de detaillering en zijn tevens van belang als een bijzondere uiting van de grafcultuur. Zij hebben ensemblewaarde als essentieel onderdeel van een samenhangend geheel bestaand uit het kerkhof, het hek en de beplanting. De objecten zijn bijzonder gaaf bewaard gebleven en zijn door opzet en detaillering uitermate zeldzaam.