Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
521580
Complexnummer
521578 - Julianaplein e.o.
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82799/139
Kadastrale aanduiding
Sittard C 3522
Sittard C 4071
Sittard C 4070
Sittard C 3558
Schuttestraat 8 A, 6131 JR te Sittard
Schuttestraat 10, 6131 JR te Sittard
Schuttestraat 12, 6131 JR te Sittard
Schuttestraat 14, 6131 JR te Sittard
Schuttestraat 8, 6131 JR te Sittard

Omschrijving

Inleiding

Voormalig internaat van de vrouwelijke studenten van de School voor Maatschappelijk Werk te Sittard, genaamd Huize Catharina, 1921-1922. Onderdeel van het villaparkje rondom het Julianaplein. Gebouwd in een traditionele, door het Expressionisme beïnvloede stijl naar een ontwerp van architect N. Ramakers te Sittard. Na enkele jaren leegstand sedert de nieuwbouw werd het oorspronkelijk uit vier woonhuizen bestaande bouwblok ingericht als internaat. In 1970 werd het internaat heringericht tot vier herenhuizen, waarvan er thans één is gesplitst in een beneden- en bovenwoning. Schuttestraat 10 is in 1995 gerenoveerd. Schuttestraat 12 is grotendeels voorzien van rolluiken.

UITGESLOTEN van bescherming zijn de garage en de L-vormige aanbouwen aan de achtergevel van Schuttestraat 8,8a; de terrasoverkapping aan de achtergevel van Schuttestraat 10; de houten veranda met aluminium schuifpuien van Schuttestraat 12; de terrasoverkapping van Schuttestraat 14.

Omschrijving

Een in het noordoostelijke deel van het complex Julianaplein gesitueerde blok met vier herenhuizen onder één kap van het gecombineerde type DEED, als geheel opgetrokken op een U-vormige plattegrond. Deze blok wijkt vanwege de oorspronkelijke bestemming op details af van de overige complexonderdelen met deze typecombinatie.

Elk pand heeft twee BOUWLAGEN alsmede een gedeeltelijke souterrainverdieping. De hoekpanden van het type D, gesitueerd in dwarsrichting ten opzichte van de Schuttestraat en aan de straatzijde risalerend ten opzichte van de tussenpanden van het type E, hebben een in hoofdvorm rechthoekige PLATTEGROND, die aan de vrije gevelzijden is voorzien van een uitbouw van één laag. De tussenpanden van het type E hebben een rechthoekige plattegrond in lengterichting en ten opzichte van de hoekpanden licht risalerende achtergevels.

Het geheel wordt gedekt door een SCHILDDAK waarvan de noklijn, evenals de plattegrond, U-vormig is. Aanzienlijke overstekken annex luifelgoten. Nokschoorstenen, schoorstenen op het achterdakvlak. De daken werden oorspronkelijk gedekt door rode Tuile du Nord-pannen, thans gedeeltelijk vervangen door betonpannen. De bij de panden van de typecombinatie DEED behorende smalle dakkapellen op het voor- en achterdakvlak van de tussenpanden, oorspronkelijk met overstek en horizontale indeling van de vensters, zijn niet aanwezig. Enkel op het achterdakvlak van de vier herenhuizen bevindt zich een aaneengesloten reeks dakkapellen. De dakkapelcompartimenten van elk pand worden van elkaar gescheiden door brede, geornamenteerde tussenstijlen. De tussenpanden hebben in deze kapellenreeks elk drie zesruits vensters, de hoekpanden twee zesruits vensters. Tuimelraam op het achterdakvlak van Schuttestraatstraat 8,8a, zoldervensters op het voordakvlak van Schuttestraat 10 en 12.

De hoekpanden van het type D zijn op de zijdakvlakken oorspronkelijk voorzien van een smalle dakkapel met overstek, met een verticaal ingedeeld vensterkozijn en horizontale geleding van de glaspanelen.

De herenhuizen hebben een gewapend betonnen fundering op putringen en zijn opgetrokken in rode en gele baksteen, gemetseld in halfsteens verband. Een rode, in hoogte variërende bakstenen plint met rollaag. De in gele baksteen opgetrokken eerste bouwlaag met geprofileerde rode rollaag loopt door tot onder de vensters van de tweede bouwlaag. Deze tweede laag is enigszins ingesnoerd ten opzichte van de eerste laag en wordt gekenmerkt door de afwisseling van geel metselwerk met rode verdiept gelegen lijsten en kleine pilasters aan weerszijden van de vensters. De gevel wordt onder de luifelgoot beëindigd door een betonnen band. De VOORGEVEL is symmetrisch ingedeeld. De tussenpanden van het type E worden in de eerste laag gekenmerkt door in betegelde portieken geplaatste paneeldeuren, waartussen een gecombineerde reeks van vier gekoppelde zijlichtvensters, oorspronkelijk met een horizontale indeling van de glaspanelen. De portieken en zijlichten zijn geplaatst onder een doorlopende houten luifel. In de portieken een smal rechthoekig houten toiletvenster. De verticale kozijnstijlen van de zijlichten zijn geornamenteerd. Aan weerszijden van de portieken een rechthoekig, oorspronkelijk dubbel verticaal ingedeeld houten vensterkozijn onder een betonlatei. In de tweede laag heeft elk van de tussenpanden een loggia, waarin verdiept geplaatst een drie panelen tellende rechthoekige houten buitendeur alsmede een in de voorgevel geplaatst rechthoekig, dubbel verticaal ingedeeld houten vensterkozijn. De verticale stijlen van dit vensterkozijn zijn geornamenteerd. Bij Schuttestraat 10 is het vensterkozijn in de eerste laag vernieuwd, met een niet-authentieke indeling. Verdiept in het portiek een deur met een aanzienlijk glaspaneel. Bij Schuttestraat 12 bevindt zich in de eerste laag een ongedeeld vensterkozijn met louvreluiken, waarboven een rolluik.

De risalerende hoekpanden van het type D zijn in de eerste laag, boven de ter plaatse enigszins vooruitspringende plint en onder een korte houten luifel, voorzien van een reeks van vier gekoppelde, op de gevel liggende houten vensterkozijnen. De verticale kozijnstijlen zijn geornamenteerd. In de tweede laag een reeks van vier gekoppelde rechthoekige houten vensters.

Bij Schuttestraat 8,8a en 14 zijn de verticale indelingen van de vensters in de eerste laag deels verdwenen. De ZIJGEVELS van de hoekpanden van het type D zijn herkenbaar aan een uitbouw van één laag onder plat met balkon. Deze uitbouwen hebben een oorspronkelijk aan de voor- en achterzijde opengewerkt portiek, waarbij een hoekkolom de betonplaat van het balkon ondersteunt. In deze portieken waren, in de zijgevel van het hoofdvolume, oorspronkelijk de rechthoekige houten paneelvoordeur en de rechthoekige houten keukendeur met horizontale indeling van het glaspaneel geplaatst. In het portiek aan de achterzijde bevond zich bovendien een tweede, identieke deur. De uitbouwen zijn onder de betonplaat van het balkon voorzien van horizontale profiellijsten, die tot in het metselwerk van de portiekkolommen worden voortgezet. Centraal in dit geveldeel een reeks van drie smalle houten vensters, oorspronkelijk met horizontale roedeverdeling. De balkonbalustraden hebben siermetselwerk in blokverband. Hoog onder het dakoverstek is in de zijgevel van de tweede laag een rechthoekig houten drieruits trappenhuisvenster geplaatst, aan elke zijde geflankeerd door een rechthoekige houten balkondeur. Bij Schuttestraat 8,8a wordt de zijgeveluitbouw grotendeels aan het oog onttrokken door de aanbouwen aan zij- en achtergevel. Het portiek aan de voorzijde is open gebleven, maar thans vanwege de woningsplitsing voorzien van twee voordeuren. In de tweede laag boven het balkon een aaneengesloten reeks van vijf rechthoekige vensters en deuren. Bij Schuttestraat 14 verkeert de zijgevel in vrijwel authentieke staat. Enkel de portieken zijn ten dele gedicht met ongelede vensterkozijnen.

De licht risalerende ACHTERGEVELS van de tussenpanden van het TYPE E hebben van oorsprong onderling gespiegeld achtergevelindelingen. In de eerste laag heeft elk pand een uit vier panelen bestaande tuindeur, waarin de zijpanelen oorspronkelijk een vijfvoudige horizontale indeling hebben alsmede een rechthoekige dubbele houten keukendeur met vijfvoudige horizontale indeling van de glaspanelen. De oorspronkelijk aanwezige terraspergola steunt op de bakstenen terrasafscheidingen aan weerszijden en een bakstenen middenkolom. Afscheiding en kolom hebben horizontale profiellijsten. In de tweede laag, hoog onder het dakoverstek en boven de tuindeur, een reeks van vier gekoppelde rechthoekige houten vensters. Boven de keukendeur een per twee panden gecombineerde reeks van vier gekoppelde rechthoekige houten vensters.

Bij Schuttestraat 10 verkeert de achtergevel in vrijwel authentieke staat. Tussen de tuindeuren en dubbele keukendeur, waarin de horizontale roedeverdeling nog aanwezig is, is een rechthoekig T-venster geplaatst. Een terraspergola of overkapping ontbreekt. Bij Schuttestraat 12 wordt de eerste laag van de achtergevel over de gehele breedte aan het oog onttrokken door een aangebouwde veranda. De vensters van de tweede laag zijn hier voorzien van rolluiken.

De hoekpanden van het TYPE D hebben van origine in de eerste laag, onder een doorlopende betonlatei, een centraal geplaatste dubbele houten deur met aan weerszijden twee rechthoekige verticaal ingedeelde houten vensters. Daarboven, in de tweede laag, een reeks van vier gekoppelde rechthoekige houten vensters. Bij Schuttestraat 8,8a wordt de eerste laag van de achtergevel aan het oog onttrokken door een aanbouw met schuifpuien. Schuttestraat 14 heeft in de achtergevel een grote schuifpui, geplaatst onder een vernieuwde en aan de rechterzijde gesloten terrasoverkapping. Rechts naast de schuifpui en gesloten overkapping en ongedeeld rechthoekig keukenvenster.

De voortuinen van deze panden worden omgeven door een bakstenen erfscheiding.

De INTERIEURindeling van de panden is vanwege de herbestemming van het oorspronkelijk internaat tot herenhuizen niet meer authentiek. Sedertdien is de indeling van de herenhuizen in variërende mate aangepast. Voor het overige bevatten de panden geen beschermde interieuronderdelen.

Waardering

De vier herenhuizen in het voormalige internaatspand Huize Catharina, behorend het complex rondom het Julianaplein zijn van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een sociaal-maatschappelijke en typologische ontwikkeling. De architectuurhistorische waarden worden bepaald door de bouwstijl en de funderingstechniek. De panden zijn van groot belang voor het oeuvre van architect N. Ramakers, beschikken over aanzienlijke esthetische kwaliteiten en zijn van belang vanwege de expressieve ornamentiek. Beide herenhuizen vormen een essentieel onderdeel van het complex rondom het Julianaplein, zijn vanwege de situering ten zeerste verbonden met de uitbreiding en ontwikkeling van Sittard, zijn van betekenis voor het aanzien van de stad en beschikken over een historisch-ruimtelijke relatie met de parkachtige omgeving en de bodemgesteldheid ter plaatse. De panden beschikken over een redelijke mate van architectonische gaafheid en zijn van belang in relatie tot de structurele en visuele gaafheid van de bebouwde omgeving. Bovendien beschikken beide herenhuizen in bovenregionaal perspectief over een redelijke architectuurhistorische en een hoge typologische en functionele zeldzaamheidswaarde.

De herenhuizen vertegenwoordigen een algemeen belang vanwege het geheel van voornoemde waarden.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 521578. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis Herenhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1921
1922
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Herenhuis

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Traditionalisme
invloeden
met elementen expressionisme

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Ramakers, N. ; Limburg
architect / bouwkundige / constructeur